De Bloedpoort deel 10

Het evangelie volgens Van Polen

Bewoners van de ‘Bloedpoort’ gingen nauwelijks tot niet naar een kerk in tegenstelling met de doorsnee bewoners van het vissersdorp. Het isolement dat in de loop van de jaren rond hen was ontstaan had blijkbaar ook de plaatselijke kerken besmet. Hebben de kerken van Scheveningen hun naastenliefde richting bewoners van de ‘Bloedpoort’ ooit getoond of hebben ze er langsheen geleefd en de problemen daar doodgezwegen? Te denken valt aan het laatste. Een krant uit 1923 meldde dat enkele plaatselijke predikanten een bezoek aan de ‘Bloedpoort’ hadden gebracht. Het bezoek was echter onduidelijk en alles bleef voor wat betreft de kerk bij het oude; men heeft zich destijds niet met het buurtje beziggehouden. En toch stond achter de namen van meerdere bewoners van de ‘Bloedpoort’ de indicatie n.h. (nederlands hervormd). Van de rooms-katholieke kerk is bekend dat haar Sint Vincentiusvereniging af en toe in de ‘Bloedpoort’ bijstand heeft verleend. Stratenmaker als evangelist Enkele oud-bewoners van het buurtje vertelden over Geurt van Polen, een gelovige stratenmaker die tussen 1910 en 1930 sloppen en stegen bezocht om daar te evangeliseren. Hij werd in 1882 in Arnhem geboren; hij moest vroeg van school en werd stratenmaker. Hij trouwde en vertrok in 1910 met zijn vrouw naar Den Haag om daar te gaan werken. Met een reparatiewagen trok Van Polen al bestratend door het hem toegewezen rayon Scheveningen. Hij wilde daarnaast het geloof uitdragen in de vorm van evangelisatie; kwamen dus de mensen niet naar hém, dan kwam híj naar de mensen. Van Polen ging er met vrouw en enkele getrouwen op uit om mensen te bereiken die de kerk niet meer bezochten. Daarbij werd ook steeds de ‘Bloedpoort’ bezocht en dit dan op zondagen rond tien uur. Men beschikte over een draagbaar orgeltje dat door moeder Van Polen werd bespeeld. Door de muziek aangelokt kwamen jongeren en ouderen naar buiten; of ze hingen kijkend en luisterend over de halve deurtjes. Leden van de groep, waaronder ook kinderen van het echtpaar Van Polen, deelden intussen blaadjes uit met teksten van geestelijke liederen. Vader van Polen las na het zingen voor uit de bijbel, bad en dankte met de buurtbewoners en nodigde hen uit om ook eens naar zijn zaaltje te komen. Geen schoenen Er groeiden steeds betere contacten tussen hem en de bewoners; en zo kon het gebeuren dat de laatsten bij slecht weer hun woninkjes beschikbaar stelden om een samenkomst door te laten gaan. Maar men wist ook meer en meer de weg te vinden naar een zaaltje dat Van Polen ergens huurde. In een kerk moest men nette kleding dragen, in het zaaltje lette niemand op iemands uiterlijk. Sommige bewoners beschikten niet eens over schoenen, laat staan over goede kleding. Enkele welgestelde mensen hielpen Van Polen financieel; zodoende kon hij later in de Wimpelstraat een pand kopen. Daarin kwam een kerkzaaltje; ook zorgde hij voor een ruimte voor de opvang van jeugd uit hofjes zoals de ‘Bloedpoort’. De jongens kregen gymnastieklessen en leerden knutselen; de meisjes leerden naaien en handwerken. Kinderkerk en zondagsschooldiensten voor de jeugd kwamen er op de kerstdagen tot een hoogtepunt. De kerk wordt wakker Van Polens activiteiten ontsnapten niet aan de aandacht van de kerk. In directe zin kon – of wilde – men weinig doen maar indirect waren er wel mogelijkheden voorhanden. En zo kon het gebeuren dat vanaf april 1924 door enkele hervormde predikantsvrouwen zondagsschoolbijeenkomsten werden georganiseerd met name voor kinderen uit de ‘Bloedpoort’. Het is daarbij opvallend dat de plaatselijke pers nadrukkelijk werd betrokken bij die komst van de zondagsschool. Over de activiteiten van Van Polen was nooit iets geschreven. Maar het kerstfeest van de hervormde zondagsschool in 1924 kreeg uitvoerig de aandacht van de krant; de koek en de chocolademelk werden breeduit vermeld. Het artikel eindigde op het belerende toontje dat onder de ‘welopgevoede christelijke’ mensen toen gangbaar was: ‘…zoo was deze avond weer een stap in de richting tot veredeling van het godsdienstige en sociale leven van schepselen uit de onderste lagen der maatschappij.’ Van Polen zocht op allerlei manieren contact met de plaatselijke bevolking. Zo huurde hij ‘s zomers een grote tent waarin hij laagdrempelige godsdienstige bijeenkomsten verzorgde. Duindorp werd daarbij niet door hem vergeten. Muziek en zang stonden voorop; een niet te lange bijbelse – blijde – boodschap moest vervolgens voor de bezoekers de geestelijke kost vormen. Voedselpakketten Hij verzorgde ook voedselpakketten en deelde deze uit aan arme Scheveningers. Of het nu kwam door het plaatselijk verdwijnen van sloppen en stegen met daardoor een verlies aan arbeidsterrein is niet duidelijk. Maar na 1933 liet Geurt van Polen de zogeheten Scheveningsche Evangelisatie achter zich.
© Piet Spaans 2014 historisch publicist en auteur Den Haag Holland http://nl.wikipedia.org/wiki/Piet_Spaans
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 09-06-2014 en 1691 keer gelezen Like dit 907 Liked