Verstoorde nachtrust in de Haagse Zeestraat deel 3

3. Kinder – en dierenleed
Bij het doorlezen van alles wat met de 19e eeuwse negotie en negosianten van doen heeft spreken twee zaken voor zichzelf en ze kunnen als tijdsverschijnselen worden aangemerkt. In de laatste decennia van de 19e eeuw bestonden nog vanzelfsprekendheden als de ‘kinderarbeid’ en de ‘trekhonden’. In de eerste twee artikelen werden die verschijnselen in de marge al wél aangestipt maar verder niet genuanceerd. Beginnend bij het item haringvisserij met de vleet; in de vissersdorpen en in de haringsteden was kinderarbeid destijds geheel vanzelfsprekend. Zo werden jochies, die als twaalfjarigen de lagere school achter zich lieten, al meteen voorbereid om straks als afhouder aan te monsteren op een Scheveningse bomschuit en - in latere jaren - op een - idem - logger. Kees Westerduin, een oude visser en een der Tachtigers van Scheveningen, geeft in een gesprek aan dat hij al als 9-jarige naar zee is gestuurd. Aan de wal was het al niet anders, dat is zeer specifiek terug te vinden in documentaties over eerdere negosianten die later reders werden. Men denke aan families als Den Dulk, Van der Toorn, Van der Zwan en Vrolijk. Ooit is ook dáár kinderarbeid zowel bestaand als noodzakelijk geweest. Een voorbeeld daarvan is een zoontje uit het toenmalige negosianten-gezin Den Dulk. De jongen moest als 14-jarige meerdere dagen per week - maar ook wel op alle dagen van een week - ‘s morgens rond 5 uur te voet naar Rotterdam met een hondenkar vol vis, bestemd voor de verkoop op de vismarkt. Hij kwam dan ‘s avonds tegen tienen thuis. Zowel op zee als aan de wal verrichtten kinderen werk als waren ze volwassen mannen. Iedereen moest aan de bak, oud of jong, want de kosten van een -standaard - groot gezin waren hoog. Een in 1874 verschenen Kinderwet van Van Houten bleek een bordkartonnen wapen en een krachteloos dreigement want het leidde niet tot compensaties. Naast kinderarbeid bestond nog in diezelfde tijd en in enkele eeuwen ervoor een ander heikel punt: een misbruik van honden die als trekdier werden gebruikt. Alle negosianten maakten gebruik van karren met ervoor aangespannen honden. De omstandigheden waaronder de honden die karren moisten voorttrekken waren uiteraard laakbaar en leidden bij meerderen tot protest. Een regelgeving op zo’n gebruik (of zo u wilt zo’n misbruik) van honden als trekdier lag vast in een algemene politieverordening van die tijd. Men mocht niet meerijden op een geladen kar; men diende ernaast te lopen. Op een niet belaste kar met één hond mocht slechts één persoon plaatsnemen. In geval van meerdere honden - beperkt tot twee - waren twee lieden toegestaan. De hondenkarren mochten niet worden gevoerd door diegenen welke jonger waren dan 14 jaar. Daarnaast waren de begeleiders verplicht, een armband met een nummer te dragen. Voor de hondenkarren op zich golden óók eigen nummers; men zou kunnen stellen dat deze waren te beschouwen als een voorloper van het tegenwoordige kentekenbewijs. Wilde een rijtuig een hondenkar passeren dan moest de begeleider van de hondenkar op bevel van de koetsier van het rijtuig stoppen. De begeleider moest bovendien naast de honden plaatsnemen om deze in bedwang te houden tot het rijtuig voorbij was. In 1864 kwam de Dierenbescherming in het geweer tegen de in het oog lopende overbelastingen van dergelijke honden. In 1910 verscheen een Trekhondenwet. Ze was van kracht tot 1 januari 1963; nadien ging een afdoende Wet op de Dierenbescherming in. Volgens geschiedschrijver Vermaas ging het plaatselijk om 80 tot 100 trekhonden. Visdrogers klaagden over loslopende honden die vis opvraten welke in het open veld aan hangen was gespeet om te kunnen drogen. Enkele ‘dierenvrienden’ lieten soms twee honden vrij lopen maar dan wél met de koppen aan elkaar gekoppeld met touw; voor hén gold niet het ‘eendracht maakt macht’. Plaatselijke ‘wakers’ die naast andere wekelijkse taken in het dorp óók in zondagse kerkdiensten de orde moesten handhaven hadden daarbij de merkwaardige taak om als ‘honde(n)slagers’ op te treden en díé honden de kerk uit te knuppelen vanwege een ‘verstoring’ van de dienst.
© Den Haag 2018 Piet Spaans historisch publicist en auteur
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 24-05-2018 en 1199 keer gelezen Like dit 531 Liked