Op deze tweede vergadering van beiden commissies zouden de vragen van de Duindorpers worden beantwoord waar wethouders Noordanus en Stolte op 7 mei jl. niet aan waren toegekomen.
Yvonne van der Toorn en Karel Kulk regelen het busvervoer op het Tesselseplein naar het stadhuis. 27 mei 1998 Bij de agenda van de commissievergadering was een brief (19 mei 1998) van wethouder Noordanus voor de leden van de commissie met aanvullende informatie over het convenant Duindorp bijgevoegd. Het ging hier om het 1. Concept stedenbouwkundig plan met toelichting; 2. De laatste mutatiecijfers per fase; 3. Het advies over de bouwkundige kwaliteit van de hoven en 4. Het communicatieoverzicht.’ Over de bouwkundige kwaliteit van de hoven wordt het volgende geconcludeerd: ‘Bij het plegen van doorbraken in muren moet verder rekening worden gehouden met het uiteenvallen van grote stukken metselwerk door verzande specie. Daarom worden alle ingrepen waar belastingwijzigingen en/of doorbraken noodzakelijk zijn afgeraden.’ In deze brief wordt dan nog gesproken over ‘drie halfronde appartementsgebouwen die in de Wieringsestraat zouden worden gebouwd en het beeld van de nieuwe duinrand zou gaan bepalen. De Wieringsestraat is het autovrije Wieringsepad geworden. Van de drie halronde gebouwen is afgezien en aangepast aan fantasieloze rechthoekige bouw. De commissievergadering van 27 mei werd enigszins verstoord door een actievoerder die behoorlijk aangeschoten was. Hij was op een van de lege stoelen tussen de raadsleden gaan zitten en probeerde herhaaldelijk zijn verhaal te doen. De voorzitter had de microfoon, die de dronken actievoerder tot zijn beschikking had, al uitgeschakeld. Toch werd het debat behoorlijk verstoord en klonken er vanaf de publieke tribune afkeurende geluiden over het optreden van de Duindorper. Ik ben naast hem gaan zitten en hem duidelijk gemaakt dat dit geen goede publiciteit voor (SOS) Duindorp zou opleveren. Het duurde nog even maar uiteindelijk liep hij met me mee naar de publieke tribune waar hij zich de rest van de vergadering rustig heeft gehouden. Monique Schaap uit het Meeuwen vroeg wie de raadsleden wel waren om te bepalen dat ‘ze haar kont niet kan keren in een woonkamer van 4 x 8. Ik beschik over drie slaapkamers een riante badkamer met een ligbad en aparte douche.’ Wethouder Stolte: ‘Communiceren is ook luisteren naar elkaar en openstaan voor elkaar. Hij stelt vast dat het plan wisselend wordt gewaardeerd. Communiceren is ook feiten tot je door laten dringen. Hij stelt voor in het komende gesprek aan de orde te stellen aan welke communicatiemiddelen men behoeft aan heeft om de groep te bereiken.’ Een inspreekster wijst erop dat de plannen ‘pas in januari bekend waren in Duindorp. Verder waren de vergaderingen niet openbaar en werden geselecteerde mensen per brief uitgenodigd.’ Met betrekking tot het groenbeheer in Duindorp wordt besloten dat alle Duindorpers daarbij moeten worden betrokken. Mevrouw Nimwegen (PvdA) verwondert zich over het beheer van DSB. Gelet op de discussie in het verleden verdient het de voorkeur dit door een beheerbedrijf te laten doen. Ze pleit voor een constructie buurtbeheerbedrijf/DWO in samenwerking met de bewoners. Wethouder Stolte antwoordt: ‘dat is niet de bedoeling dat DSB het beheer op zich neemt, maar dat het beheer vanuit DSB wordt aangestuurd. De speeltuin valt al onder het buurtbeheerbedrijf.’ De voorzitter sluit om 23.30 uur de vergadering
(rv 157, H.24) Op 2 juli 1998 zou de gemeenteraad een besluit nemen over twee belangrijke onderwerpen. De agendapunten waren: vaststelling bestemmingsplan Scheveningen Haven en het convenant Duindorp. Deze twee onderwerpen stonden garant voor een levendige vergadering. Voor het agendapunt over de haven had slechts een inspreker zich aangemeld. Het was de heer Bronwasser van de Stichting Ontwikkeling Scheveningen. Voor het agendapunt over Duindorp waren er negen insprekers. Op de publieke tribune zaten tweehonderd boze Duindorpers. Als eerste inspreker kreeg ik het woord. Ik wees wethouder Noordanus op kwetsbare groepen, zoals bejaarden in Duindorp die door de sloopplannen in de problemen kwamen. ‘De vrouw van de heer De Jong, de oudste actievoerder van het SOS Duindorp, is afgelopen zaterdag met een hartinfarct in het ziekenhuis opgenomen. Volgens De Jong piekert zijn vrouw veel over de sloopplannen. Gaan we zo met onze bejaarden om? Is dat wat met de verbetering van Duindorp wordt bedoeld?’ Barry Rog zei het zo in zijn inspraak: ‘Voorzitter, leden van de gemeenteraad, Ik ben waarschijnlijk de enige Scheveninger die vrijwel alle vergaderingen over Duindorp heeft bijgewoond. Het doet mij pijn dat ik tot de conclusie moet komen dat de plannen gebaseerd zijn op een grote leugen. Er is geen contact geweest met de kerken in Duindorp over de consequenties van het verdwijnen van 500 huizen. Als de sloop doorgaat zal het niet lang duren of de kerken zullen hun deuren moeten sluiten. Burgervader, ik heb u afgelopen zaterdag in de kerk horen zeggen dat de kerk een belangrijke taak heeft in het dienen van Gods Woord, onder andere de diaconale zorg.’ Arie Keus uit het Meeuwenhof verwoorde zijn gevoelens als volgt: ‘Voorzitter, ik woon mijn hele leven in Duindorp. Ik heb vier maanden fatsoenlijk actiegevoerd tegen de sloopplannen. Vier maanden lang ben ik min of meer als tweederangsburger behandeld en is er niet naar mij geluisterd, maar wel naar de heren Van Ekelenburg en Smits van de Bewonersraad. Deze twee niet uit Scheveningen afkomstig wonen nog maar pas in onze wijk. In feite zijn zij de felste voorstanders van de sloop van 1100 goede woningen. Waarom zijn zij een paar jaar geleden naar Duindorp verhuisd? Waarom zijn zij naar een wijk verhuisd waarvan zij zelf zeggen dat de huizen slechts zijn en de sociale problemen groot? Hoe is het mogelijk dat het convenant namens de bewoners is getekend?’ Bella Roos uit de Markensestraat draagt een passend gedicht voor. Dik van der Niet uit de Flakkeesestraat: ‘Mijnheer Noordanus, in de afgelopen vergadering heb ik geleerd wat democratie betekent. Ik mag alles zeggen en beargumenteren, maar het heeft geen invloed opgenomen of nog te nemen beslissingen.’ Monique Schaap die namens de bewoners van de Meeuwenhof sprak zei het volgende: ‘De nieuwe huizen in Duindorp worden voor ons gebouwd. Die zullen wij kunnen betalen omdat we huursubsidie krijgen. Maar voor hoelang? In De Haagsche Courant van 26 juni jongstleden, heb ik tot mijn verbazing gelezen dat duizenden huurders hun subsidie en dus hun huis kwijtraken omdat de huren sneller stijgen dan de subsidie. Heb ik dit de vorige keer al niet voorspeld?’ Bij het college en de raadsleden ontstond verwarring toen Monique het bouwkundig onderzoek van 3 woningen in de Pluvierhof en Meeuwenhof onderuithaalde door op te merken dat één van de drie huizen, namelijk nummer 60 van de Meeuwenhof niet bestond. Gemeentelijk projectleider Cees Overmeer en de coalitiepartijen hadden geen antwoord op deze duidelijke onduidelijkheid. Astrid Jeremic-van der Harst: ‘Met mij zijn heel veel mensen teleurgesteld in deze politiek en u zult dit ongetwijfeld bij de volgende verkiezingen kunnen merken. De communicatie tussen de ondertekenaars van het convenant en de bevolking van Duindorp is uitermate slecht verlopen, zoals uitgebreid aan de orde is geweest. Wethouder Noordanus heeft in de laatste vergadering dit moeten toegeven.’ Pieta Guyt, met haar been in het gips en in rolstoel, die namens Nel Zoutenbier sprak, formuleerde het zo: ‘Er beslissen mensen over onze huizen die niet eens weten hoe de huizen eruitzien en nog nooit in Duindorp zijn geweest. Ze kennen niet eens de gevoelens en de saamhorigheid, zoals wij Duindorpers. Wij willen de heer Floor de Jager, één van de eerste actievoerders, van harte beterschap wensen. Vanwege dit gedoe is de heer De Jager erg ziek geworden.’ Peter Bos, wees erop dat Duindorp een stedenbouwkundige en architectonische parel van nationale betekenis was. Ook verwees hij naar de adhesiebetuigingen van het Nederlands Architectuurinstituut, De Vrienden van Den Haag, Geschiedkundige Vereniging Die Haghe, Stichting behoud waardevol erfgoed, Stichting behoud Scheveningse Monumenten, De Bond Heemschut en het Monumentenfonds Den Haag.’ Ondanks alle ingebrachte onderbouwde argumenten werd het raadsvoorstel voor de sloop van 1100 sociale woningen in Duindorp werd met 32 stemmen tegen 12 tegen door de gemeenteraad aangenomen.
Het was in 1998 snel duidelijk dat Van Ekelenburg geen enkel historisch en sociaal band had met Duindorp en de bewoners die generaties lang een economische band hadden met de visserij. Wat had de man er toegebracht om een paar jaar eerder van Leimuiden naar Duindorp te verhuizen? Om daarachter te komen stuurde ik op 3 april 2013 een mail aan de heer L.M. Beelen, voorzitter van de VVD-afdeling in de gemeente Kaag en Braassem, met verzoek om informatie over Dick van Ekelenburg. De heer Beelen mailde mij het e-mailadres van een partijgenote die in de gemeenteraad van Leimuiden had gezeten. Ik mailde deze persoon het volgende: ‘Voor mijn bundel ‘Dichterbij Zee’ ben ik op zoek naar informatie over D. van Ekelenburg. Hij zou in de jaren ’90 voor de VVD in de gemeenteraad van Leimuiden hebben gezeten.’ Het antwoord kwam niet via de e-mail maar via de telefoon. Op 4 april werd ik gebeld door de persoon die ik de mail had gestuurd. Deze persoon had ruim 20 jaar in de gemeenteraad van Leimuiden gezeten en Dick van Ekelenburg van dichtbij meegemaakt. Over van Ekelenburg zei de persoon het volgende: ‘Van Ekelenburg was boekhouder en deed voor diverse organisaties in Leimuiden de boekhouding. Hij is toen in de fout gegaan en veroordeeld tot detentie.’ Na zijn straf te hebben uitgezeten verhuisde Van Ekelenburg naar Den Haag. Waarschijnlijk via stichting Exodus in Den Haag, die ex-gedetineerden opvangt en ondersteunt om zijn/haar leven weer op de rails te helpen. De mogelijkheid bestaat dat de Duindorpse wijkpredikant ds. Jan van Eerbeek, die ook Justitiepredikant in Den Haag was en verbonden aan de Stichting Exodus, Van Ekelenburg toen heeft geholpen. In 1996 verhuisde Van Ekelenburg naar Duindorp. Zijn vrouw is in Leimuiden blijven wonen. De VVD-informant gaf mij een tip om het digitaal archief van het Leidsch Dagblad te raadplegen. In het Leidsch Dagblad, dat tot 1990 is gedigitaliseerd, las ik onder andere dat Van Ekelenburg in 1990 fractievoorzitter was voor de VVD in de gemeenteraad van Leimuiden. Bij de raadsverkiezingen van 1986 kwam Van Ekelenburg vijf stemmen te kort om gekozen te worden in de gemeenteraad. Op 5 april stuurde ik de persoon die mij had getipt een bedankmailtje en vroeg wat voor een gemeenschap Leimuiden in de jaren ’90 was. Hij vroeg of ik niet zijn naam wilde vermelden. Ik heb hem dat toegezegd. Per ommegaande kreeg ik het volgende antwoord: ‘Dag meneer Kulk, mijn geheugen wordt ook weer opgefrist. Ik ben een paar jaar geen raadslid geweest en in die periode is Dick fractievoorzitter geweest. De volgende verkiezingen ben ik met veel voorkeurstemmen weer in de Raad gekomen. Ook Leimuiden is een klein dorp met 6000 inwoners en een hechte gemeenschap. Bijna iedereen kent elkaar en de kinderen gaan naar dezelfde school en voetballen in dezelfde voetbalclubs. Misschien heeft hij zoiets dergelijks gevonden in Duindorp.’
In 2003 was Van Ekelenburg voorzitter van de Federatie van Haagse Huurdersorganisaties (FHH) Hij maakte zich toen terecht druk over de houding van de woningbouwcorporaties als het ging om een verhuisvergoeding voor huurders waarvan de woning zou worden gerenoveerd. Volgens welingelichte bronnen in Duindorp kwam Van Ekelenburg in 2010 met Vestia Den Haag/Scheveningen in de problemen. Kort daarna is hij met de noorderzon uit Duindorp vertrokken. Zijn woning in de Pluvierstraat is inmiddels weer verhuurd. Contact met mevrouw Saunders van Vestia Den Haag/Scheveningen bracht geen soelaas over de verblijfplaats van Van Ekelenburg. Ook wilde ze niet ingaan waarom Van Ekelenburg uit Duindorp was vertrokken. Op 22 februari 2009 ontmoette ik Bob Smits in het verzorgingshuis ‘Duinrust’. Hij was er om het deurslot bij zijn schoonmoeder te repareren. Hij was al een tijd geleden uit Duindorp verhuisd. Volgens Bob ging Duindorp hard achteruit. ‘Ik heb dat ook tegen Jaap Spaans (voorzitter Wijkberaad Duindorp) gezegd.’ Hij vond dat de nieuwbouw te dicht op elkaar was gebouwd. ‘Van de afspraak dat 50% van de nieuwbouw aan de Weringsestraat (‘Duinstrip’) sociale woningbouw zou worden is niet voldaan’, vond Smits. Ik zei tegen Bob Smits: ‘Je weet dat ik – en vele andere – anders dacht over de sloopplannen in Duindorp. Dus de sociale problemen in de Meeuwenhof (‘broodkorsten tegen de muren’) waar jij het op 6 april in Het Trefpunt over had zijn volgens jou dus niet opgelost? Ik heb je toen gezegd dat je sociale problemen in een wijk niet kan oplossen door te slopen.’ Smits: ‘door de sanering van Duindorp is de sociale cohesie verdwenen. ‘Maar nu ga ik het slot bij mijn schoonmoeder repareren.’ Hij gaf me een hand en we gingen ieder onze weg. Ik had Bob Smits nog regelmatig op de 4 mei herdenking in Duindorp gezien maar tot nu nooit gesproken. Een openhartig gesprek met verrassende uitspraken van Bob Smits. Duidelijk is dat de grootschalige sloop van 1100 sociale huurwoningen de Duindorpse samenleving toen tot op het bot heeft verdeeld en een van de ondertekenaars van het Convenant niet zuiver op de graad was.
In de zomereditie (1998) van ‘De Nieuwe Krant van Den Haag’ wordt in een artikel “Duindorp onder vuur” door Peter Bos uitgebreid aandacht besteed aan de brute aanval op Haagse hoven die als Rijksmonument werden aangewezen. Het artikel vermeld dat het Wijkberaad Duindorp en de Bewonersraad Duindorp ruim anderhalf jaar in de Projectgroep Duindorp hebben mogen meepraten over de plannen voor Duindorp. Er was in die periode geen enkele terugkoppeling naar de bewoners en de huurders van de te slopen woningen. Nora Borsboom van de Bewonersraad Duindorp zegt het volgende in het artikel: ‘Wij krijgen te horen dat er niet over de plannen gepraat mocht worden, want ze wilden geen onrust in de wijk. De projectgroep heeft ons geheimhoudingsplicht opgelegd. Onze voorzitter, de heer Van Ekelenburg, heeft gezegd dat dat de strategie was van de Projectgroep. Ik hoorde pas achteraf dat het convenant getekend was. Noordanus wilde het getekend hebben voordat er een nieuw College geïnstalleerd zou worden. Daarom had hij zo’n haast, want hij wist niet of hij dan nog wel wethouder zou zijn. Hij heeft de mensen een beetje bang gemaakt, van ja, als het er niet voor die tijd erdoor is, kan er wel een ander komen en dan moet het hele overleg weer opnieuw beginnen. Hij wou het vorig jaar al doordrukken, maar toen hebben we die enquête en het sociaal plan geëist.’ Ton de Grauw van de bewonersraad: ‘U moet bij de voorzitter zijn. Bij van Ekelenburg. Het was een unaniem besluit. Ik heb hier verder geen boodschap aan. Ik hang op.’ Tuut, tuut, tuut. Gijs Vrolijk van de bewonersraad: ‘In april heb ik voor het eerst van de plannen gehoord. Ik wist niets van het convenant af, ook van het tekenen niet. Ik ben nooit akkoord gegaan met de plannen, ik ben van begin af aan tegen de sloop geweest. Er is volgens mij niet over gestemd binnen de bewonersraad, ook achteraf niet.’ Mevrouw Van de Velde van de bewonersraad: ‘Er is helemaal niets besproken! Ik wist niets van het ondertekenen van het convenant. Onze voorzitter, die van Ekelenburg, dat is een nieuweling, die plotseling in de Bewonersraad zat waar wij al jaren inzitten. Hij had duidelijk moeten wezen naar ons toe. Maar ik zal je vertellen dat ik het er helemaal niet mee eens ben.’ Tiny Vink van de bewonersraad: ‘U moet gewoon even bij de voorzitter bellen. Ik praat hier liever niet door de telefoon over, want als we zo gaan beginnen, bye, bye.’ Tuut, tuut, tuut. Ans Warnas van de bewonersraad: ‘Een aantal van ons was betrokken bij de planvorming, die hadden een mandaat van ons. Een geheimhoudingsplicht? Oh, maar ja u snapt zelf wel hoeveel onrust anders zou zijn ontstaan in Duindorp. Het ondertekenen van het convenant is langs mij heen gegaan, ik zat toen huishoudelijk in de problemen. Okay, het is achteraf aan ons voorgelegd. Het is van ons misschien wel een beetje kortzichtig geweest, zoals het gegaan is.’ Ruud Meus van de bewonersraad: ‘Ik ben geen woordvoerder. U moet gewoon de voorzitter bellen. Ik heb nou wel genoeg gezegd.’ De heer Van Rijn van de bewonersraad: ‘Voordat die enquête werd gehouden is gezegd dat we de plannen stil moesten houden. Het is toch logisch? We moesten eerst weten of de bewoners akkoord gingen. Nou het is gebleken uit die enquête. En met die bezetting van het Woningbedrijf Vestia. Heb je gezien op televisie? Allemaal gescheiden vrouwen die er liepen. Maar, zoek het maar lekker uit allemaal.’ De heer Van Ekelenburg voorzitter van de bewonersraad en bestuurslid Bob Smits waren niet voor commentaar beschikbaar. In het Dagblad Trouw van 1998 zegt Van Ekelenburg het volgende over SOS Duindorp en de sloop: ‘De actievoerders hebben al eerder om een bewonersvergadering gevraagd. Maar ze voldeden nooit aan de procedure die vereist is voor een dergelijk bijeenkomst. De actievoerders zijn met een gevaarlijke manoeuvre bezig. Stel dat straks onverhoopt de twee monumentale hoven in de wijk buiten de sloop blijven. Dan moeten ze dus worden gerenoveerd, want de kwaliteit van het metselwerk is slecht. Renoveren is veel duurder dan nieuwbouw. Over de sloop van een stukje historie in de visserswijk maakt Van Ekelenburg zich geen zorgen. Immers één Van de drie oude hoven blijft toch staan! Ach, huisje slopen is altijd een emotionele zaak.’ Dick van Ekelenburg volgde begin 1998 voorzitter Ruud Meus van de Bewonersraad Duindorp op.
Radio West: ‘De bewonersraad dacht dat de bewoners voor de sloop te vinden zouden zijn. Dat ze wel een betere wijk wilden en daarvoor hun huis wel wilden opgeven. Maar de bewoners dachten hoe komen ze daar nu bij. Hoe staan jullie tegenover de sloopplannen, en de Bewonersraad Nel?’ Nel Zoutenbier: ‘Het is moeilijk als je denkt dat de mensen (Bewonersraad) voor jou zijn en komt er dan achter dat ze voor de gemeente en het woningbedrijf zijn.’ Radio West: ‘Je voelt je een beetje bedrogen?’ Net Zoutenbier: ‘Ik voel me een beetje bedrogen want de mensen in de Bewonersraad zijn toch ook Duindorpers! Dat moet bij hun toch net zo goed aan het hart gaan.’ Radio West: ‘Dick, voorzitter van de Bewonersraad, jullie dachten dat de bewoners voor zouden zijn. Nu blijkt dat dit niet het geval is. Heeft dat gevolgen voor jullie opstelling?’ Dick Ekelenburg: ‘Op dit moment vooralsnog niet. Als uit de enquête blijkt dat bijvoorbeeld 70% voor sloop zou zijn en dat een derde van de mensen al van tevoren aangaf helemaal niets te laten plaatsvinden, geeft dat bepaalde indicaties. Je moet dan op een democratische manier te werk gaan en met je Bewonersraad proberen toch de meerderheid te vertegenwoordigen.’ Radio West: ‘En wat is dan democratisch in dit opzicht? Als je ziet dat het actiecomité veel handtekeningen ophaalt van mensen die tegen de sloop zijn.’ Dick van Ekelenburg: ‘Dat is een gegeven dat ik niet ken. Dat hoor ik alleen, maar ik zie er niets van.’ Nel Zoutenbier: ‘Mag ik even in de reden vallen Dick? Afgelopen donderdag was in Ons Centrum een informatieavond over het Meeuwenhof. Een mevrouw vroeg aan de zaal hoeveel mensen er voor de sloop waren. Dat waren er wel geteld zeven. De rest was tegen. Dat je dat niet ziet klopt dus niet!’ Dick van Ekelenburg: ‘Ik kan daar wel op reageren. Dat was een situatie dat mensen niet willen of durven te reageren. Er is een stemming ontstaan, daar geef ik niet jullie de schuld van. Maar het is gewoon een stemmingmakerij waardoor de situatie allen maar de verkeerde kant opgaat.’ Radio West: ‘Daar wil ik zo nog even op doorgaan. Maar allereerst wil ik het volgende weten: jullie zijn gekozen door de bewoners en moeten optreden namens de bewoners. Dan neem ik aan dat het ook bedoeling is om namens die bewoners te spreken. Hoe heb je contact met ze?’ Dick van Ekelenburg: ‘Op dit moment alleen via de informatieavonden. Maar ik zou een andere oplossing niet uit de weg gaan.’ Radio West: ‘Kun je dat toelichten?’ Dick van Ekelenburg: ‘Ik wil op een andere manier ook overleg. Maar dan is het niet alleen de Bewonersraad maar ook de andere mensen die in de projectgroep hebben meegewerkt.’ Nel Zoutenbier: ‘Ik wil nog effen zegen dat in Duindorp overal posters hangen van mensen die de sloop niet willen. Ook over het woonwensenonderzoek wil ik nog terugkomen. Ik kan uit dit onderzoek geen sloop halen. Ik denk dat ik niet de enige ben, maar dat alle 1100 gedupeerde dat er niet uit kunnen halen. Niemand wist dat het om een sloop ging.’ Radio West: ‘Diçk, niemand wist dat het om een sloop ging en er hangen allemaal actiepamfletten op de ramen. Er moet toch iets mis zijn gegaan, want de bewonersraad is er niet in geslaagd om de stem van de bewoners door te laten klinken. Wat vind je daarvan? Dick van Ekelenburg: ‘Ik heb hier en daar steekproeven genomen naar de plakkaatjes aan de ramen. Als ik nu alleen de Wieringsestraat vanaf de rechterkant rekent, heb ik in een blokje van 64 woningen tot aan de Pampusstraat 18 van die dingen geconstateerd. In het volgende blokje van 54 woningen hangen er 16 en in het laatste stuk, waar onder andere Nel Zoutenbier woont, dat zijn inclusief het Markenseplein 81 woningen, hangen er 26. Wat voor percentage heb ik dan?’ Nel Zoutenbier: ‘Ik wil je er op wijze dat wij dus een actiecomité zijn zonder centen. Dus alle posters die wij hebben gekopieerd zijn uitgedeeld. We kunnen er nog meer kwijt als het wijkberaad ons wil steunen met geld.’ Dick van Ekelenburg: ‘Ik denk dat het Wijkberaad tot nu toe zeer vrijgevig is geweest. Jullie hebben kunnen kopiëren wat jullie wilden.’ Radio West: ‘We moeten zo toch nog even doorpraten hoe jullie dichterbij elkaar kunnen komen en hoe dat zo allemaal is gegaan. Het is me nog niet helemaal duidelijk. 1100 woningen worden er gesloopt. Bewoners zijn tegen. Ik vroeg u zojuist of de Bewonersraad door de protesten van mening is veranderd? Hoe is het besluit om te slopen tot stand gekomen? Stemmen jullie in meerderheid?’ Dick van Ekelenburg: ‘Het ligt hoe de organisatiestructuur van de Bewonersraad of Wijkberaad is geregeld. Een lid hoeft niet per se voor 100% ergens voor of tegen te zijn.’ ‘Er moet een zekere differentiatie mogelijk zijn. Dat wil dus zeggen dat als de Bewonersraad uit 10 man bestaat, dat niet tien leden voor hoeven te zijn om iets erdoor te krijgen.’ Radio West: ‘Hoe is dit besluit dan genomen?’ Dick van Ekelenburg: ‘Het besluit is met overgrote meerderheid genomen.’ Radio West: ’Het plan komt van de gemeente. Klopt dat?’ Dick van Ekelenburg: ‘Het plan komt vanuit een projectgroep die bestond uit het Woningbedrijf Vestia, de gemeente Den Haag, het Wijkberaad en de Bewonersraad.’ Radio West: ‘Jullie zijn gemachtigd om namens de bewoners te spreken.’ Dick van Ekelenburg: ‘Dat klopt.’ Radio West: ‘Hoe ging dat?’ Dick van Ekelenburg: ‘Er is in de projectgroep regelmatig overleg gepleegd. Op het moment dat er om een bepaalde stemming werd gevraagd voor het uitvoeren van plannen hebben we gesteld: we hebben ideeën we kennen alle kanten die we nog eens willen maatstaven door de mening van de bewoners zelf. Daarom hebben wij als eerste en waarschijnlijk ook als enige die enquête weten erdoor te drukken met het gewenste resultaat zoals dat nu op tafel ligt.’ Radio West: ‘Even nog over het woonwensenonderzoek die je hebt gehouden en waar ergens achteraan nog die vraag staat: als het slopen van een aantal woningen nodig is om Duindorp op te knappen vind ik dat goed. Je kon aangeven of je het EENS of ONEENS was.’ Dick van Ekelenburg: ‘Klopt! Maar het is wel een gevolg aan de vraagstelling die ervoor staat. Als mensen allemaal aangeven dat hun woning op wat voor manier slecht zijn of dat de woonsituatie slecht is en dat sloop het gevolg, want zo zit de vraagstelling elkaar.’ Radio West: ‘Als je van plan bent 1100 woningen te slopen zou je dan ook niet moeten vragen wat vind je ervan dat we 1100 woningen gaan slopen? Want dat was al bekend.’ Dick van Ekelenburg: ‘Op het moment dat het woonwensenonderzoek werd gehouden was er nog sprake van maximaal 700 woningen.’ Radio West: ‘Moet je dat aantal dan niet noemen?’ Dick van Ekelenburg: ‘Ook dat was niet helemaal zeker. En waarom zou je een getal moeten noemen.’ Radio West: ‘Nel, waarom zou je een getal moeten noemen?’ Nel Zoutenbier: ‘Omdat 700 mensen de dupe van datzelfde getal zijn. Ik hoor net zeggen dat de woningen en de woningomgeving slecht zijn. Het zou verbeterd kunnen worden, maar onze woningen zijn niet slecht en ook de woonomgeving niet. Het enige wat ontbreekt: opvang voor onze kinderen, winkels en geen Bank voor de oudere mensen. Kom eens een keer kijken. We wonen prachtig.’ Dick van Ekelenburg: ‘Dat is zeker voor het gedeelte van de Wieringsestraat het geval. Heel veel mensen zouden jaloers zijn op die woonsituatie. Maar dat geldt niet voor de hele wijk.’ Nel Zoutenbier: ‘En het Meeuwenhof dan! Hebben die voor niks de Gouden Klinker van de gemeente gekregen?’ Dick van Ekelenburg: ‘Dat is al heel lang (1995) geleden. Maar ook dat deel van de wijk heeft verscheiden keer op de nominatie gestaan om gesloopt te worden. Er zijn plannen geweest die zijn tot nu toe nooit uitgevoerd.’ Radio West: ‘Ik vraag me af, komen jullie hier nog uit? Hoe moet het nu verder?’ Nel Zoutenbier: ‘We komen er alleen uit als de sloopplannen van tafel gaan. Anders niet! We gaan niet akkoord met de sloop. We gaan net zo lang door tot we het winnen.’ Radio West: ‘Dick, wat ga jij nu doen met de Bewonersraad?’ Dick van Ekelenburg: ‘We gaan op dit moment door met informatie verstrekken want we vinden in ieder geval dat het van belang is dat zoveel mensen het weten wat de positieve kant van het verhaal zou kunnen zijn.’ Nel Zoutenbier: ‘Iets te laat Dik!’ Dick van Ekelenburg: ‘Nee, het is nooit te laat. Als er nu avonden worden georganiseerd om mensen te informeren en je krijg nauwelijks de kans daartoe, althans niet op een normale manier.’ Nel Zoutenbier: ‘Misschien komt dat door de voorzitter die iedere vraag afkapt zonder dat mensen normaal antwoord krijgen.’ Dick van Ekelenburg: ‘Daar doen jullie een klein beetje aan mee doordat jullie daar andere mensen voor inschakelen die dan een bepaalde stemming kweken waardoor informatieverstrekking op een normale manier niet mogelijk is.’ Nel Zoutenbier: ‘Wij hebben nooit iemand anders ingeschakeld. Iedereen op de informatieavonden reageerde uit zichzelf en nooit door het actiecomité. Als het actiecomité iets te zeggen heeft dan staan we zelf op. Maar daar krijgen we de kans niet voor. Dan is het lontje te kort.’ Radio West: ‘We komen er in elk geval vandaag niet uit, dat is duidelijk. De Bewonersraad blijft voorlopig bij hun besluit en de bewoners blijven in hun huizen.’
(rapportage van Ian Peels, radio-West 1998) Yvonne van der Toorn van het actiecomité belt aan bij Dik van der Niet in de Flakkeesestraat om hem een actiefolder te overhandigen. Dik van der Niet: ‘Ik ben het helemaal niet eens met de sloop! Maar wat moet ik eraan doen?’ Karel Kulk: ‘Uw woning wordt weliswaar niet gesloopt, maar de bewoners in de bedreigde woningen kunt u wel steunen. Ik geef u een folder over de rechten van huurders. We proberen de mensen te overtuigen dat het belangrijk is.’ Dik: ‘Bij mij hangen ook de folders tegen de sloop. Mijn dochter woont in het Meeuwenhof. Ze heeft altijd in de stad gewoond. Ze was blij dat ze een huisje op Scheveningen kreeg. Nu moet ze er straks uit.’ Ian Peels: ‘Gewapend met een stapel folders trekken ze de wijk in, Yvonne Rog en Barry Rog, om te redden wat er te redden valt. Duindorp een wijk met 1100 (sic!) woningen. Vooral beneden- en bovenwoningen. Aan de rand van de duinen staat een flatje van driehoog. Mooie tuintjes aan de achterkant. Allemaal gerenoveerd. Volgens mij nog niet zo lang geleden hè.’ Barry Rog: ‘Dat varieert van 15 jaar tot 10 jaar geleden. We zitten nu dus een jaar of tien buiten de rotzooi.’ Ian: ‘Als het aan de gemeente ligt zitten jullie in 2000 weer in de rotzooi want dan moet dit allemaal plat en komen er hier mooie huizen. Koopwoningen van rond de drie ton. Ook aan de rand van de duinen komen er mooie huizen hè.’ Barry: ‘Daar komen hele mooie en dure huizen.’ Ian: ‘Terwijl er nu mensen met een krappere beurs wonen.’ Barry: ‘Ja, gewoon oud-visserlui en mensen met een gewone baan bij de HTM, PTT of een pensioentje die leven hier rustig. Ze kunnen het goed betalen.’ Ian: ‘Sinds april is het onrustig in Duindorp. Maar de plannen zijn natuurlijk niet van de één op andere dag uit de lucht komen vallen denk ik.’ Yvonne: ‘Naar ons idee wel. We hebben nu gehoord dat in augustus vorig jaar een vergadering is geweest met een geselecteerd publiek. Ze zeggen dat daar bewoners bij zijn geweest, maar wie dat zijn weten we dus ook niet. Daar hebben ze de plannen uiteengezet waar wij nooit iets over hebben gehoord. Dus op 2 april kwam dat als een donderslag bij helder weer.’ Ian: ‘Toen lag het plan er al?’ Yvonne: ‘Ja, het convenant was al getekend, dus er was niets meer tegen in te brengen. De conclusie is dat ze voor ons hebben beslist zonder dat we daar medezeggenschap in hebben gehad.’ Ian: ‘Wat heeft dat folderen vandaag dan nog voor zin? En al die posters voor de ramen met ‘Stop de sloop en u wordt opgelicht.’ Yvonne: ‘We voelen ons verkocht en verraden. Voor ons begint het nu pas. We hebben een jurist die ons met de neus op de feiten heeft gedrukt dat wij als huurder ook rechten hebben. Ze kunnen ons niet zomaar onze woning uitzetten. We mogen zeker niet met de sloop instemmen. We gaan nu naar de Pluvierhof, daar is de binnen- en buitenring rijksmonument. In 1995 is het op de lijst voor Rijksmonumenten gezet.’
Ian: ‘Allemaal bogen met rode bakstenen gebouwd. Ziet er nog prachtig uit. Dit blijft dus wel staan.’ Yvonne: ‘Nee, dat blijft dus niet staan!’ Ian: ‘Hoe kan dat dan? Een monument dat wordt afgebroken!’ Yvonne: ‘Ja, als jij ‘t weet, weet ik het ook. Ze zijn een jaar bezig geweest om het op de lijst van Rijksmonumenten te krijgen, maar meneer Noordanus veegt het zo van tafel.’ Ian: ‘De wethouder.’ Yvonne: ‘Ja.’ Dik Roeleveld: ‘Dit is mijn huis, Wieringsestraat 486.’ Ian: ‘Dat ziet er toch nog prima uit.’ Dik: ‘Ik woon fantastisch en het is voor mij en mijn vrouw groot genoeg. De gemeente wil grotere woningen bouwen, maar daar heb ik helemaal geen behoefte aan. Ik zit hier fijn. We hebben een heerlijk tuintje en uitzicht op de duinen. Alleen heb ik pech dat ik op de goudkust woon.’ Ian: ‘U verdient niet genoeg hè.’ Dik: ‘Ik heb AOW en een klein pensioentje en dan breng je te weinig in. Vandaar dat dit tegen de vlakte moet. Koopwoningen en flats voor de meer draagkrachtige. Dus wij moeten wijken voor de meer draagkrachtige.’ Ian: ‘Wat vindt u daarvan?’ Dik: ‘Waardeloos, waardeloos, waardeloos. We voelen ons gewoon in os hemd gezet. We wisten nergens van. Pas toen het in kannen en kruiken was werden ermee overvallen. Ook de psychische gevolgen voor oudere mensen. Ik ben zelf 74, effen denken, 73.’ Ian: ‘Merkt u dat in de buurt?’ Dik: ‘Als je met mensen praat, zijn ze onzeker. Wat gaat er gebeuren? Waar Gaan we heen? Komen we terug? Ze kletsen wel je krijgt weer een huis terug, maar een eenvoudig rekensommetje toont aan dat het onmogelijk is dat alle mensen die het huis uit moeten weer terug kunnen komen.’ Ian: ‘We vervolgen ons weg naar de Schouwensestraat. In een blokje huizen dat wel mag blijven staan er woont een van de mensen (Bob Smits) die in de bewonersraad zit. Niet de voorzitter (Van Ekelenburg) want die wilde helaas niet met ons praten. We bellen aan. ‘Meneer Smits, u hebt in de bewonersraad gezeten en u heeft na veel wikken en wegen ingestemd met het plan. Maar als ik nu door de straat loop zie ik allemaal gele posters waaruit blijkt dat de mensen er toch niet zo blij mee zijn wat u uiteindelijk heeft afgesproken. Wat vindt u daarvan?’ Bob Smits: ‘Ik geef iedereen groot gelijk als die vecht voor zijn huisje. Alleen ben ik teleurgesteld als er posters hangen waarop staat dat de mensen verraden en bedrogen zijn. Maar zo is het niet, althans niet via de bewonersraad.’ Ian: ‘Het gevoel is er wel. Mensen hebben het gevoel, het was allemaal al beslist.’ Bob: ‘Er zijn mensen die dat gevoel hebben, ja. Er zijn ook een hoop mensen die wat anders willen.’ Ian: ‘U bent alle deuren langs geweest, enquête gehouden, gepeild wat mensen ervan vonden als er gesloopt zou worden. Hebt u ook gevraagd…’ (Wordt onderbroken) Bob: ‘Aan de hand van de enquête kan ik rustig stellen dat onze mening daardoor is gevormd.’ Ian: ‘Hebt u ook aan de mensen gevraagd wat ze ervan zouden vinden als hun huis gesloopt zou worden?’ Bob: ‘Dat heb ik niet gevraagd, want die vraag stond ook niet in de enquête.’ Ian: ‘Was het misschien niet verstandig geweest omdat te vragen?’ Bob: ‘Misschien wel, dat weet ik niet meer. Er is al zoveel aandacht besteed aan die enquête. Het is door deskundige mensen gedaan, onafhankelijke mensen die niet gebonden waren aan de gemeente, woningbedrijf of wat dan ook.’ Ian: ‘U hebt wel het gevoel dat u uiteindelijk u best hebt gedaan voor Duindorp?’ Bob: ‘Dat gevoel heb ik zeker. Want ik denk dat ik volgend jaar geen lid meer ben van de bewonersraad. We worden gekozen en ik weet niet hoe populaire ik nu ben. Ik kan u wel vertellen hoe populaire ik ben in deze omgeving.’ Ian: ‘Dat wel.’ Bob: ’jazeker.’ Ian: ‘Ik heb nog geen poster voor de ramen gezien met stem op de heer Smits.’ Bob: ’Dat kan ook niet. We krijgen keurig en goed georganiseerd een formulier voor de kandidaatsstelling. We kunnen best uitbreiding gebruiken en het liefst zoveel mogelijk, want dan kan er ook daadwerkelijk gestemd worden.’ Ian: ‘Na een wandeling door de wijk komen we bij het wijkcentrum Het Trefpunt. Wat gaat hier vrijdag gebeuren?’ Yvonne: ‘Er wordt vrijdagochtend om 8.30 uur verzameld en dan nemen we een aanloopje naar de actie.’ Ian: ‘Actie wat!’ Yvonne: ‘Dat kan ik je helaas niet vertellen, want dan is de verrassing weg.’ Ian: ‘Wethouder?’ Yvonne: ‘Misschien.’ Actievoerders in Het Trefpunt: ‘Wij willen Duindorp zo houden. Duindorp fier en klein Dat gaan we zingen.’ Ian: ‘Het actielied is er in ieder geval’. Actievoerders in koor: ‘Wij willen Duindorp houden wat ook haar lot mag zijn. En wie ons wil verdrijven of denkt te nemen ooit, ze zullen het niet krijgen, wij geven Duindorp NOOIT!’
(Dinsdag 22 jullie 1998) Al een paar dagen vroegen de leden van SOS Duindorp wanneer en waar de spectaculaire actie die ik ze had beloofd, zou plaatsvinden. Op papier had ik de actie al voorbereid, maar ik wist niet of ze ermee akkoord zouden gaan. Op 6 juli 1998 had ik een vergadering belegd in de woning van Monique Schaap in de Meeuwenhof 41. De woning en Monique waren uitgebreid in het NOS-journaal geweest. Voor mij was het de eerste keer dat ik er kwam. Toen ik daar om 19.30 uur binnen kwam waren alle leden van het actiecomité al aanwezig. Ik had een agenda samengesteld met de volgende punten: 1 Hoe verder? 2. Werkzaamheden Peter Bos m.b.t. de hoven. 3. Juridische bijstand. 4. Nieuwsbrief voor bewoners van Duindorp en 5. Actie. Ze wilde het liefst met het laatste agendapunt beginnen. Toen ik hen vertelde dat we een actie zouden houden die beslist groot in het nieuws zou komen werden ze nog nieuwsgieriger. Ik zei dat het voor het slagen van de actie erg belangrijk was om het stil te houden. ‘Geen probleem Karel, maar wat gaan we nu doen,’ riepen ze ongeduldig in koor. ‘We gaan het kantoor van Vestia aan de haven bezetten’ deelde ik ze mee. Hun reactie was of de voetbalclub Duindorp SV kampioen was geworden. De armen ging omhoog en in het kamertje van Monique klonken kreten van instemming die buiten in de Meeuwenhof zeker waren te horen. De datum van de bezetting, vrijdag 17 juli, was gauw besloten. Ik legde uit wat de bedoeling was. Belangrijk was dat er grote spandoeken en raamposters aanwezig waren. Vrijdagochtend om acht uur moest er in koffietent ‘Lenie’ aan de Treilerweg worden verzameld. Vandaar zouden ze om 8.30 uur naar het kantoor van Vestia lopen, dat aan de dr. Lelykade aan de haven was gevestigd en zonder geweld naar binnen gaan. Karel: ‘Als jullie binnen zijn zeg je tegen het personeel dat het kantoor voor onbepaalde tijd is bezet door het actiecomité SOS Duindorp. Het personeel mag blijven werken of het gebouw verlaten. Vervolgens bevestigen jullie de spandoeken en poster achter de ramen. Ik bel Nel Zoutenbier of iemand anders op de mobiel of de bezetting is gelukt. Vervolgens mail ik thuis het persbericht naar de media.’ De spanning in het huisje van Monique steeg en de woonkamer vulde zich met wolk van sigarettenrook. Even was er bij Nel en Pieta bezwaar dat ik na het verzenden van het persbericht de pers buiten zou opwachten en informeren. Als ze naar binnen wilde zou ik contact opnemen met de bezetters. Nel: ‘Maar jij kunt toch ook naar binnen gaan Karel,’ was de reactie van Pieta en Nel. Karel: ‘Er moet iemand buiten de zaken regelen,’ reageerde ik. Nel: ‘Dat kan ik toch ook doen,’ antwoordde Nel. Karel: ‘De voorzitter van SOS Duindorp hoort deel te nemen aan de bezetting,’ was mijn reactie. De andere leden van het actiecomité waren het daar mee eens. Karel: Als de bezetting van het Vestia niet mocht lukken dan bezetten we het museumschip ‘Mercuur.’ Ik heb daarvoor een apart persbericht geschreven. De voormalige mijnenveger van de Marine, die tegenover het kantoor van Vestia lag, was in 1996 tegen de zin van het haven gebonden bedrijven vanuit Amsterdam naar Scheveningen gehaald. De eisen voor beëindiging van de bezetting waren: 1. Het convenant moet van tafel. 2. Vestia moet een nieuw plan, in samenspraak met de bewoners, ontwikkelen. 3. De rechten van de bewoners, die niet akkoord gaan met de sloopplannen, moeten in de volgende nieuwsbrief van Vestia en de gemeente worden vermeld. 4. Het informatiecentrum van Vestia moet onpartijdige informatie aan de bewoners verschaffen. 5. Vestia dient de kosten van eventuele juridische procedures vergoeden. 6. Er moet tijdens de bezetting een gesprek komen met de vier ondertekenaars van het convenant. 7. Het Wijkberaad en de Bewonersraad moeten hun excuses aanbieden voor de slechte communicatie met de bewoners. 8. Er moet een nieuwe enquête worden gehouden. Het was vrijdag 17 juli en een prachtige dag. Ik belde om 008.30 uur het 06 nummer van Nel Zoutenbier en vroeg of het was gelukt. ‘We zijn binnen’ klonk het aan de andere kant van de lijn. ‘Mooi, het persbericht gaat er dan nu uit.’ In het persbericht waren de namen en 06 nummers vermeld van: Nel Zoutenbier, Yvonne van der Toorn en/of Monique Schaap, Barry Rog en van mij. Al eerder had ik de NOS en rtv-west onder embargo het persbericht gemaild. Ik wenste Nel succes en zei haar dat ik me zo snel mogelijk bij de bezetters zou voegen. Terwijl de 25 actievoerders, die voornamelijk uit vrouwen bestond, in het kantoor van Vestia spandoeken en posters aan het bevestigen waren stond ik buiten de pers te woord en bracht ze, als je ze dat wilden, het afgesloten kantoor van Vestia binnen. Toen ik voor een bakje koffie het gebouw binnenging trof ik er een drukke en gezellige sfeer aan. Actievoerders vertelde hun verhaal aan de pers en kinderen, die actievoerders hadden meegenomen, speelden rustig op de grond. Mijn achterbuurman, Paul van Wandelen, die bij Vestia als conciërge werkte was niet blij met de actie. Toen hij zei dat hij het gebouw niet zou verlaten maar gewoon zijn werk wilde blijven doen riepen de Duindorpse vrouwen in koor, ‘Ga dan maar koffie voor ons zetten!’ Toen de wijkagent van Duindorp Edwin de Graaf een kijkje kwam nemen bij de bezetting liep hij ineens aan kop van een polonaise die spontaan door de actievoerders ingang was gezet. Het hilarische tafereel is op treffende wijze door rtv-west in beeld gebracht. De actie verliep prima en ik besloot wat te gaan eten bij een van de restaurants aan de kop van de Tweede Haven. In het restaurant zag ik Cees Overgauw en zijn cameraman zitten. Cees, die ik al eerder had gesproken, was bezig met opnames over Duindorp voor het tv-programma Netwerk. Hij vroeg of ik iets wilde drinken. Ik nam een biertje en bestelde een broodje kaas. Na een kwartier sloot ik me weer aan bij de actievoerders. In de kantine werd door SOS Duindorp onderhandeld met directeur Hans van Entrop van Vestia. Die stond op zijn beurt in direct contact met het gemeentebestuur van Den Haag. Ik hoorde actievoerder Bella Roos tegen Van Entrop zeggen: ‘We zijn best voor nieuwbouw, maar 1100 woningen slopen is gewoon te veel. Als het moet blijven we vannacht hier slapen.’ Inmiddels was men op Scheveningen op de hoogte van de bezetting. De kade stond vol met nieuwsgierige Scheveningers die op radio en tv van de bezetting hadden gehoord. De steun vanaf het water van de kotters SCH 10 (Barry Rog) en de TH 12, met grote spandoeken tussen de masten, was hartverwarmend om te zien. Jan Brand van groetenbedrijf Brand kwam een kist fruit voor de bezetters brengen. De sfeer was optimaal. Naarmate de tijd verstrek en er geen bericht kwam op de eisen van SOS Duindorp ontstonden er twee kampen. Het ene kamp wilde met de bezetting doorgaan tot de eisen waren ingewilligd. Het andere kamp – waaronder ik me zich bevond – vond dit zinloos. Voor overnachting in het pand had de bekende kerstbomenverkoper Rinus van het Malieveld en beheerder van de daklozenboot aan de Haagse Neherkade slaapzakken beschikbaar gesteld. ‘Liever slapen dan slopen’ was het motto om de spirit erin te houden.
Het was belangrijk dat we een jurist tot onze beschikking zouden hebben die ons kon adviseren. Al eerder had ik contact gehad met Niek Rozenburg van GroenLinks over juridische hulp van een advocaat die hij kende. Ik belde Niek op zijn 06 en vroeg of hij de naam en het telefoonnummer van die persoon had. Geluk, Niek had het 06 nummer van de advocaat. Nog meer geluk toen ik de persoon aan de lijn kreeg en hij bereidt was om direct naar het bezette kantoor van Vestia te komen. Ik wachtte hem buiten op. Het was een jonge man in een donker kostuum die zich voorstelde als Jan Hofdijk. Ik legde in het kort de situatie uit en vroeg hem naar zijn achtergrond als advocaat. Hij zei: ‘Ik heb tot nu toe dertien rechtszaken gedaan en die allemaal verloren.’ Ik looste hem naar binnen stelde hem aan de actievoerders voor en zei: ‘We hebben een advocaat.’ Er klonk een gejuich dat ik eerder in de woning van Monique Schaap had gehoord toen ik de bezetting bekend maakte. De komst van de advocaat zou echter niet leiden tot het gewenste resultaat. Zijn advies was om vooral veel tamtam te maken om de aandacht van de politiek en de pers vast te houden. Hij maakte daarbij een vergelijking met het Haagse krakersbolwerk ‘Blauwe Aanslag’’ dat de sloop jarenlang had weten uit te stellen met het voeren van processen. Hij waarschuwde voor eventuele proceskosten als SOS Duindorp naar de rechter zou stappen. Rond een uur of vijf werd besloten om de bezetting te beëindigen. Ik schreef met André Obdam de volgende verklaring die Nel Zoutenbier voor de nog aanwezige pers zou voorlezen: ‘De bezetting van het woningbedrijf Scheveningen is onder andere bedoeld om te protesteren tegen de sloop van 1100 goede en betaalbare woningen. De bewoners (bezetters) willen constructief meedenken over de toekomst van hun wijk. Wij betreuren het dat deze mogelijkheid ons nooit is gegeven. Wij hebben de vier ondertekenaars van het convenant vandaag fatsoenlijk gevraagd om een gesprek. Wij stelden de eis dat bij het gesprek de pers aanwezig mocht zijn. Wethouder Noordanus heeft dit pertinent geweigerd. Hij zei dat een meerderheid van de Duindorpers voor de sloop is. We (de bezetters) hebben besloten om deze actie nu te beëindigen en het pand te verlaten. De komende weken zal SOS Duindorp de bewoners informeren over hun rechten en zal er op korte termijn bewonersavonden worden georganiseerd. Ook zullen er nieuwe acties worden voorbereid.’ Nadat iedereen het pand had verlaten en naar huis was ruimde ik met actievoerder Piet Baak de rotzooi op die buiten was achtergelaten. Ik sprak nog even met Edith Bos van radio West en toen werd het heel stil aan de haven.
In een artikel in De Haagsche Courant van 5 augustus 1998 zegt Duivesteijn: ‘Let wel ik kom niet met het alternatief voor Duindorp. Ik zeg alleen geef mensen de kans hun huurhuis te kopen. Ik denk heel anders over wijkverbetering dan staatsecretaris Tommel en wethouder Noordanus. Je verbetert een wijk echt niet door er vijftig koophuizen neer te zetten, voor hogere inkomens.’ Op verzoek van het bestuur van het SOS Duindorp schreef ik op 30 september 1998 een brief aan het PvdA- Tweede Kamerlid Adrie Duivesteijn over de sociale gevolgen van de sloop van 1100 sociale huurwoningen. Omdat het PvdA- Tweede Kamerlid een duidelijk mening had over het slopen van grootschalige sociale woningbouw vroeg we hem of hij met de leden van SOS Duindorp zou willen praten. Hij heeft aan dit verzoek voldaan en middag in oktober 1998 met de leden van actiecomité door de wijk gewandeld. Op 19 mei 1998 werd in de Eerste Kamer het initiatiefwetsvoorstel ‘Wet op het overleg huurders verhuurders’ van Adri Duivesteijn behandeld. In zijn openingsbetoog zei Duivesteijn ‘dat hij verwachtte dat er in de komende vier jaar de nodige verdere discussies op het terrein van de volkshuisvesting zouden komen.’ Tijdens het debat merkte Duivesteijn het volgende op: ‘we moeten de praktijk niet onderschatten. Een huurdersorganisatie die zakendoet met een verhuurder en daarbij zijn eigen huurders niet serieus neemt, verliest in no time haar draagvlak. We kunnen tal van voorbeelden geven waarin bewoners van een bepaald complex zich plotseling voor 100% tegen de verhuurder keren en hem dwingen om aan ter tafel te gaan zitten. Ze komen dan vervolgens met elkaar al dan niet tot een verbeterd plan. Duindorp in Den Haag is daarvan een goed voorbeeld met de mogelijke sloop van 1200 tot 1500 woningen. Dat is bijna een ‘oorlogssituatie.’ Inmiddels is er een convenant afgesloten tussen de verhuurders en de bewoners van Duindorp. Dit convenant gaat verder dan deze wet.’ Waar het hierop neerkomt is dat Duivesteijn in mei 1998 het een ‘goede zaak vond dat het convenant Duindorp was getekend’ terwijl de bewoners/huurders nog volop actie aan het voeren waren. Het bezoek van Duivesteijn aan Duindorp was in feite een beleefdheidsbezoekje waar de Duindorpers die nog voor hun woningen vochten geen hoop uit konden putten. In De Haagsche Courant van 25 januari 1999 schreef PvdA-Tweede Kamerlid Adri Duivesteijn een opiniestuk waarin hij de sloopplannen in Duindorp bestempelde als ‘Dweilen met de kraan open.’ Voorst schreef hij in dit stuk: ‘Herstructurering gaat sterk uit van een blik van bovenaf. De gemeente en de verhuurder hebben een idee over de toekomst van de wijk. De bewoners echter voelen zich in dat toekomstbeeld, anders dan bij stadvernieuwing, niet veilig. Zeker degenen met een laag inkomen voelen zich bedreigd. Vaak komt hun woning het eerst in aanmerking om te worden gesloopt, terwijl zij tegelijkertijd de minste kans hebben om in de nieuwbouw terecht te komen. De koopwoningen zullen te duur zijn en de kwaliteitskorting bij de huursubsidie maakt ook de nieuwe huurwoningen voor hen aanzienlijk duurder.’ In 1999 diende Adri Duivesteijn samen met het CDA-Tweede Kamerlid mevrouw Jacqueline Biesheuvel een initiatiefwetsvoorstel in voor de subsidiëring van de aankoop van goedkope woningen.
De telefoon ging, mijn vrouw nam op en zei ‘het is voor jou.’ Het was Nel Zoutenbier. Ze klonk opgewonden. ‘Karel, ik heb een goed bericht. Ik ben gebeld door de directeur van het Haagse vastgoedbedrijf Metterwoon. Hij wil met SOS Duindorp samenwerken tegen de plannen van wethouder Noordanus. Als wij akkoord gaan stort hij honderdduizendgulden op onze rekening.’ (Sic!) Ik bleef een ogenblik stil, dacht na en zei: ‘Wat verwacht die man voor zijn financiële steun van ons Nel? ‘ ‘Dat weet ik niet precies, maar met dat geld kunnen we dan wel procederen.’ ‘Nel, Metterwoon heeft ook woningen in Duindorp die slecht worden onderhouden. Ik vind dat we niet met Metterwoon niet in zee moeten gaan.’ Nel was het daar niet mee eens. ‘Hij komt volgende week bij me thuis om er over te praten. Onze advocaat Jan Hofdijk is ook aanwezig. Wil jij er dan ook bij zijn Karel?’ ‘Nee Nel, ik zal er niet bij zijn. Als we in zee gaat met Metterwoon dan trek ik me terug uit SOS Duindorp. Bel me maar na afloop van het gesprek.’ Een paar dagen later belde Nel me op en vertelde dat er niets concreets uit het gesprek was gekomen. Advocaat Jan Hofdijk was met de advocaat van het vastgoedbedrijf naar buiten gegaan voor nader overleg. Ze beloofde Nel nog nader contact met haar op te nemen. Nel is nog een keer vanuit Spanje gebeld door de directeur van Metterwoon over zijn aanbod. Dezelfde week kreeg Nel bezoek van een dominee die de leden van SOS Duindorp tot ‘betere gedachten’ wilde brengen. Op 29 maart 2013 nam ik contact op met advocaat Jan Hofdijk om erachter te komen wat er was besproken tussen hem en de advocaat van Metterwoon. Hij kon zich niet veel meer herinneren over het gesprek en de actie. In zijn mail schrijft hij: ‘Archief is weg, 10 jaar is max termijn van bewaren. Kan me werkelijk niets meer herinneren. Herinner me wel dat een partij de actievoerders ervan probeerde te doordringen dat omvang van de huisjes niet van deze tijd was en daarom (links of rechts om) er toch verhuisd/verbouwd moest worden. Klinkt een beetje “fishy” dat ik met Metterwoon naar buiten ging, dat kan ik me niet herinneren. Volgens mij heb ik niet een bijzondere rol in het verhaal gespeeld.’ De foto die ik tijdens de protestmars door Duindorp van hem en andere actievoerders had genomen wilde Hofdijk wel graag hebben. ‘Kan ik aan mijn kinderen laten zien.’ Ik heb de foto naar Hofdijk gemaild. En reactie van hem bleef uit.
Medio juni 1998 besloot SOS Duindorp een procedure te starten die zou moeten leiden tot afzetting van de besturen van het Wijkberaad en de Bewonersraad van Duindorp. Tien leden van SOS Duindorp deden een beroep het artikel 8.9 van het Huishoudelijk Reglement Stichting Stedelijke Bewonersraad Den Haag. De bedoeling was om in een ledenvergadering beiden besturen uit hun functie te ontheven. Op 23 juli 1998 faxte ik ter visie advocaat Jan Hofdijk de conceptbrieven aan het Wijkberaad en Bewonersraad. Het advies van Hofdijk, om net als bij het krakersbolwerk ‘Blauwe Aanslag’ tijd te rekken, vond ik voor Duindorp geen goed strategie. Omdat er niemand van het actiecomité SOS Duindorp bereid was om zich kandidaat te stellen voor de samenstelling van nieuwe besturen van het Wijkberaad en de Bewonersraad heb ik de indieners geadviseerd af te zien van een afzettingsprocedure. Door het wegvallen van beiden organisaties zou de onrust in Duindorp mogelijk nog meer toenemen.
Op twintig september 1998 werd onder dossiernummer 98 – 4932 op het kantoor van Hettinga & Sebök Notarissen een oprichtingsakte opgesteld voor de Vereniging SOS Duindorp. Het doel van de vereniging is het bevorderen van een goed woon-, leef- en werkklimaat onder meer door zelfwerkzaamheid en zelfredzaamheid van de bewoners in de wijk Duindorp. De ondertekenaars (comparanten) van de oprichtingsakte waren: Petronella Jacoba Zoutenbier, Baarthout Rog en Petronella Guyt- de Vreugd. SOS Duindorp was nu een rechtspersoon en kon juridische stappen ondernemen tegen de sloopplannen. In juni 1999 maakte de Vereniging SOS Duindorp bezwaar tegen het besluit van het college van Burgemeesters en Wethouders om de Bevelandsestraat tot actiegebied te verklaren. Peter Bos van de Haagse Stadspartij hield namens SOS Duindorp op de zitting een pleidooi om het besluit nietig te verklaren. De rechter vond de eis de uitvoering van het besluit op te schorten niet ontvankelijk omdat SOS Duindorp geen belanghebbende is. De rechter baseerde zijn oordeel op de statuten van de vereniging. De kosten van het proces kwamen op rekening van SOS Duindorp en de gemeente Den Haag. Directeur van Heuven van Vestia Deen Haag/Scheveningen had geen boodschap aan het juridisch offensief van SOS Duindorp. ‘Alleen Vestia en de gemeente Den Haag zijn in staat om juridisch met de plannen verder te gaan’. Voorzitter Dik van Ekelenburg van de Bewonersraad was niet onder de indruk van de juridische stappen van SOS Duindorp. ‘De actievoerders hebben al eerder om een bewonersvergadering gevraagd. Maar ze voldeden nooit aan de procedure die vereist is voor een dergelijk bijeenkomst,’ zei hij. Volgens Van Ekelenburg waren de actievoerders niet goed bezig. Over het behoud van de twee monumentale hoven zei hij het volgende: ‘Stel dat straks onverhoopt de twee monumentale hoven in de wijk buiten de sloop blijven. Dan moeten ze dus worden gerenoveerd, want de kwaliteit van het metselwerk is slecht. Renovatie is veel duurder dan nieuwbouw. Dan worden de huren nog veel hoger en kunnen de huidige bewoners het zeker niet meer betalen.’ Over de afbraak van het cultureel erfgoed van Scheveningen maakte Van Ekelenburg zich geen zorgen. ‘Van de drie oude hoven blijft er immers toch één bestaan! Ach, huisjes slopen is altijd een emotionele zaak.’ Vereniging Monumentaal Duindorp De Vereniging Monumentaal Duindorp werd in 1998 door Peter Bos opgericht. Doel was te voorkomen dat de monumentale Meeuwenhof en Pluvierhof zouden worden gesloopt. De hoven die in 1916, naar ontwerp van architect W. Greve, waren gebouwd stonden sinds april 1995 op de lijst van beschermde Rijksmonumenten. De Rijksdienst voor Monumentenzorg en de Haagse Welstandscommissie waren ook tegen de sloop van de hoven. Peter Drijver, architect en lid van de welstandscommissie zei het volgende over de hoven: ‘De hoven zijn echt van waarde. Zeker sinds de oude Molenwijk is verdwenen resteert nog maar zeer weinig van dit soort sociale woningbouw.’ Wethouder Noordanus had een totaal andere visie over de hoven. ‘Monumentenbescherming betekend niet dat ervoor eeuwig een glazen stolp over gebouwen wordt gezet’. De wethouder werd daarin gesteund door een meerderheid in de gemeenteraad. De actie van de Vereniging Monumentaal Duindorp kreeg steun van Stichting Behoud Scheveningse Monumenten, Stichting Behoud Waardevol Erfgoed, Geschiedkundige Vereniging Die Haghe, Stichting Monumentenfonds Den Haag, De Bond Heemschut, het Nederlands Architectuurinstituut, Vrienden van Den Haag. Op 13 juni 2001 maakte de Vereniging Monumentaal Duindorp bezwaar tegen de door de gemeente Den Haag verleende sloopvergunning voor de rijksmonumenten Meeuwenhof en Pluvierhof. Op 25 september 2001 werd onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften het bezwaar ongegrond verklaard. De Vereniging Monumentaal Duindorp ging in hoger beroep bij de Raad van State. Op 6 augustus 2003 werd door de Raad van State het bezwaar van de Vereniging Monumentaal Duindorp ongegrond verklaard. De verdediging van Peter Bos van de Vereniging Monumentaal Duindorp dat de hoven tot de oudste sociale woningbouw van Den Haag behoorde en dat ook directeur Aalt Maaswinkel van Vestia de hoven wilde behouden mocht niet baten. Maaswinkel zei in 2003 daarover het volgende: ‘De structuur van de hofjes willen we in elk geval behouden, met nieuwe bebouwing of door renovatie.’ In 2003 nam Vestia de beslissing om beiden hoven te slopen. Visade kreeg van woningcorporatie Vestia en gemeente Den Haag opdrachten de Meeuwenhof en Pluvierhof te slopen. ‘De strijd rondom de sloopplannen bracht bewoners en sympathisanten keer op keer bijeen voor overleg, acties en vergaderingen. De sfeer was vaak gespannen, maar gemeenschapszin en betrokkenheid voerden de boventoon. Actievoerder Informeerden de buurt met nieuwsbrieven. Ondanks juridische tegenslagen bleef de inzet groot.’ urgentie
Op 5 juni 1998 schreef ik namens SOS Duindorp aan staatssecretaris Tommel van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een brief met onder andere de vraag of Vestia en/of het gemeentebestuur de voorgenomen sloop van de monumentale hoven bij het ministerie hadden aangemeld. In de brief werd ook vermeld dat SOS Duindorp openstaat voor de nodige verbetering van Duindorp maar wel op een ‘wijze die menswaardig is en niet alleen vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt bekeken.’ De brief was ondertekend door: Nel Zoutenbier, Pieta Guyt, Piet Guyt en Karel Kulk. Tommel berichtte in zijn brief van 27 juli 1998 (IZH98058109) dat dit niet was gedaan maar dat het ook niet verplicht was. De staatssecretaris sloot zijn brief af met: ‘Blijvende betrokkenheid van de bewoners bij de (verdere) ontwikkeling van hun wijk is van belang en acht ik vanzelfsprekend. Daarom wens ik u in de komende periode constructief overleg toe om de ontstane verschillen van mening in goed overleg met alle betrokkenen op te lossen. Karel versus Nel en Pieta Op een vergadering in juli 1998 bij Nel Zoutenbier thuis gebeurde er iets waardoor ik me zou terugtrekken uit SOS Duindorp. Het belangrijkste agendapunt van de vergadering was de mars door Duindorp die op 15 augustus 1998 zou worden gehouden. De buren en vriendinnen Nel en Pieta vroegen mij om na de vergadering nog even te blijven zitten. Nadat het laatste lid van het actiecomité de deur achter zich had dichtgetrokken barsten de bom bij Nel en Pieta. Met hoge toon vroegen ze me waarom ik ook Bella Roos voor de vergadering had uitgenodigd. De drie dames leefde enigszins op gespannen voet. Ik antwoordde dat Bella vanaf het begin van de actie actief is geweest. Als er een nieuwsbrief in Duindorp moest worden verspreid was Bella een van de weinige die zich daarvoor bij mij aanmeldde. De twee wisten niet van ophouden en ik besloot naar huis te gaan. Ik stapte teleurgesteld in mijn auto en reed de Wieringsestraat uit. Halverwege passeerde ik de woning van Barry Rog. Hij kon die avond niet aanwezig zijn op de vergadering. Er brandde nog licht. Ik parkeerde mijn auto en belde aan. Het was rond de klok van elf uur. Wil, de vrouw van Barry, deed open en riep: ‘Baar’, Karel voor jou.’ ‘Laat hem maar binnenkomen,’ riep de altijd rustige oud-visser. ‘Wat kom jij zo laat doen? Wil je een borreltje?’ ‘Daar heb ik nu wel behoefte aan,’ antwoordde ik. ‘Hoezo,’ reageerde Barry. Ik ging zitten, nam een slok van mijn borrel en vertelde wat ik op de vergadering had meegemaakt. Een uur later ging ik met een beter gevoel huiswaarts. De volgende dag belde ik Nel op met de mededeling dat mijn (school)vakantie begon en ik het even rustig aan zou doen. Het organiseren van de geplande mars door Duindorp liet ik aan haar en de anderen over. Ook mentale vermoeidheid speelde een rol bij mijn besluit. Na een periode van drukke werkzaamheden/actie voor het zwartboek ‘Hou Scheveningen Leefbaar’ dat op 10 mei 1997 aan burgemeester Deetman was overhandigd en het intensieve werk voor SOS Duindorp was bij mij de fut eruit. Met medicijnen kreeg ik de rust die ik hard nodig had. Het was niet de eerste keer dat ik last had van mentale vermoeidheid. Na het schrijven van het SP-rapport ‘Bouwen en Wonen op Scheveningen’ en de presentatie daarvan in februari 1990 in ‘Ons Centrum’ te Duindorp waren de symptomen voor het eerst duidelijk merkbaar. Ik besloot het wat rustige aan te gaan doen en over een paar weken als deelnemer mee te lopen, en foto’s maken, in de protestmarsmars door Duindorp. Protestmars door Duindorp Zaterdag 15 augustus 1998, het Tesselseplein was overvol met Duindorpers die deel zouden nemen aan de mars, door hun wijk. Nel Zoutenbier en Monique Schaap Informeerde de mensen wat de bedoeling was. Het was een indrukwekkend om ongeveer 600 Duindorpers door Duindorp te zien wandelen tegen de sloop van hun woning. De mars eindigde in de Meeuwenhof. Nel Zoutenbier had ook wethouder Peter Noordanus voor de mars uitgenodigd.
In een brief van 13 augustus 1998 schrijft de wethouder aan SOS Duindorp dat hij geen gebruik zou maken van de uitnodiging om bij de mars aanwezig te zijn. ‘Ik ben die dag niet in Den Haag aanwezig. Ik zal in ieder geval direct na de zomer het actiecomité bij mij aan tafel uitnodigen voor een gesprek over de hele situatie,’ liet hij weten. Het zou echter allemaal niet meer helpen een meerderheid van de gemeenteraad had op 2 juli 1998 al besloten dat de sanering door zou gaan. Het was een eervol achterhoeden gevecht van de Duindorpers.