De Vis Wordt Duur Betaald deel 5

Hoofstuk 4 Verschillende soort Reizen.

Vissen vergt de inzet van het gehele team. De visserlui hadden over het algemeen allemaal dezelfde afkomst, wat algemeen werd aangeduid als een “ruig “soort, maar wat ook een te respecterende werkende klasse was. Op zee vertrouwden zij op elkaar en werkten hard samen voor hun eigen doel, lang voor dat Volvo het rendement van het team verband had uitgevonden. De visserij teams waren klein, vijftien tot dertig personen, afhankelijk van de grootte van het schip, hecht verbonden en georganiseerd in de starre rangorde, waar in iedereen zijn plaats wist, hun rol en hun werk en het werk uitvoerden met weinig instructies en minder dwang. Gezag moest verdiend worden, niet toegekend, bevestigd door vakmanschap en energie en was niet afhankelijk van uniform of kundigheid, maar door respect. De spil van het gezag was de schipper, de absolute meester van het schip en vaak nog jong., omdat hun gemiddelde leeftijd slechts twee en veertig jaar oud was. De schipper was de man wiens vakmanschap, kennis van de visgronden en de wil om risico's te nemen, waar iedereen aan boord van af hing, daar de verdiensten grotendeels afhankelijk waren van de waarde van de vangst. Onder hem kwamen de stuurman en bootsman, ieder op hun gebied onafhankelijk. De technische dienst bestond uit, hoofd en tweede machinist, twee stokers op de schepen die nog met kolen werden gestookt, de marconist en heel belangrijk, ofschoon niet gediplomeerd, de kok en zijn koksmaat.. De meeste van deze mannen aten en leefde gescheiden van de dek bemanning, aangevoerd door de “derde man”, een menselijk hulpmiddel om leiding te geven, in een meer menswaardige omgeving.. Hij organiseerde acht of meer werklui in ploegen, plus de ketelbink of leerjongen, die het vak nog moest leren.
Reacties Elk schip was een team, een gemeenschap, een beschermde mannen gemeenschap en wereldje, wat enigszins leek op het leger, behalve dat zij allemaal samen werkten voor een gewoon simpel doel, het maximum aan vis te vangen, om hiermee zo veel mogelijk geld te verdienen en zo spoedig mogelijk vlug thuis te komen en zo veel mogelijk winst te maken.. Problemen van overleven, letsel, gezondheid, accommodatie, zelfs moraal, waren allemaal ondergeschikt aan het gewone doel, om het maximum aan geld te verdienen.. Wij waren thuis stomend en wij waren bezig met een stel bobines te wisselen en mijn hand kwam tussen de winch en hierdoor kon ik niet meer als matroos werkzaam zijn. Ik raakte mijn pink kwijt. Ik werd in Noorwegen aan wal gezet en toen ik weer thuis kwam , ging ik naar de opleiding voor stokers en daar leerde ik over branders verwisselen, ketels, vlampijpen en meer van dat soort zaken. Het was een opleiding van drie weken tot een maand. Daarna kreeg je het diploma stoker en werd je stoker. De St. Norman was het schip, waar op ik het ongeluk had. Door mijn ongeval kon ik niet meer strippen. Maar als stoker kon ik nog steeds blijven varen. Het was wel iets beters, want je hoefde niet meer aan dek te werken. Je verdiende hetzelfde als een matroos. Als matroos had je misschien een dag niets te doen tijdens het uit of thuis stomen, maar in de machine kamer liep je zes op zes af, tot je naar huis ging. In de machine kamer had je de eerste en tweede machinist en twee stokers. Het waren in die tijd nog niet van die grote schepen. Toen er op diesel werd over gestapt, werden de schepen groter. Het was geen zwaar werk, maar erg ongemakkelijk. Op de stookplaat was het rood gloeiend. Een benauwde kleine ruimte en bij slecht weer werd je heen en weer gesmeten en vaak omver gegooid. We waren er aan gewend om af en toe bijna geroosterd te worden. Daarom liepen we bijna naakt rond, zelf in de winter. En gewoonlijk haalden we in de winter een stuk ijs naar de machine kamer, om af te koelen. Ik heb de kombuis gezien, die bevroren was terwijl de kombuis kachel brandde. Je moest het ijs weg hakken , voor je kon gaan koken. Zo hard vroor het. ( George Waudby- Hull )
Carmichael, de zuiplap, was de beste stoker van Grimsby. De rapporten vermeldde, dat hij meer dan drie honderd keer of zo, veroordeeld was voor dronkenschap en landloperij. Er waren schepen die tien ton kolen per dag verstookten en er waren zelfs schepen van vijftien of twintig ton per dag, en dat was zwaar werk. Maar Carmichael was de beste stoker. Het was niet alleen een zaak om kolen op het vuur te gooien,, maar het was een zaak om het vuur goed op te rakelen en er voor te zorgen, dat de rooster baren schoon waren en het as er tussen door kon vallen. En hoe vuur vlammen je had, hoe meer druk op de ketel voor het schip beschikbaar was, maar Carmichael kon op elk mogelijk schip werken. Maar het grootste probleem was, dat je hem niet naar zee kon krijgen. En hier voor stond hij op de zwarte lijst. Er was een trawler met de naam Hekla en het was een schip die twintig ton per dag verstookte en het kostte veel stokers. Zij konden het gewoon niet volhouden.. Maar hij kon dit wel aan en voor hem was het als een stuk speelgoed. Maar we konden hem nooit monsteren, om dat wij wisten dat hij niet aan boord zou komen. Ik nam hem echter mee naar North Shields en Aberdeen, toen wij een zieke stoker hadden , die moest worden vervangen. In die dagen ging ik altijd naar North Shields of Aberdeen als ik naar binnen moest voor een ongeval en voor een vervangend lid van de bemanning moest zorgen. Het was dan een zaak, dat je wist dat je hem bij je had., want hij zat dan bij je in de auto en het mag dan wel gek klinken, maar ik had hen dronken gevoerd, om hem in de auto te krijgen, om hem daar naar toe te brengen.. Het betekende wel dat je naar Shields of Aberdeen moest rijden, met een dronken lap achter in de auto. Het klinkt misschien wat afstotelijk, maar we moesten het wel zo doen, om het schip weer naar zee te krijgen. Ik wilde niet dat het schip naar Grimsby terug keerde, door de kosten van het kolen verbruik en de haven gelden, en het feit, dat als wij in Grimsby terug zouden zijn, een deel van de bemanning, waarschijnlijk het schip zou verlaten. En zo was het voor mij gemakkelijker en sneller en tevens goedkoper voor mij, om de auto te pakken en het zo te doen. ( Gordon Cockerill- Grimsby )
Er waren periodes dat wij de kolen ook opsloegen in het visruim, zodat we reizen konden maken van een en twintig of drie en twintig dagen. Dat was alles wat wij er aan konden doen. Als de visserij slap was, viste je niet en bleef je maar wat drijven. Als je aan de west kust was, waar je heen ging voor de platvis, de schol, bleef je vissen, want je kon best een goede reis maken met weinig schol. Het was net voor de Kerstdagen van 1962., en we hadden nog niet veel verdiend. De hoeveelheid geld thuis was erg weinig en het liep tegen de kerstdagen en we waren al ongeveer zestien of zeventien dagen op zee. Er zat niets meer in de pot. We waren wanhopig. Ik ging naar de schipper, Bill Spearpoint, want ik had de voorraad kolen opgenomen en ik vertelde hem dat wij nog maar voor vier en twintig uur vissen, kolen hadden en we vingen niets . Hij antwoordde .. Oké, ik heb het gehoord. Maar die nacht vingen we 220 kid schol. Hij zei, het is verschrikkelijk , dat wij nu weg moeten. Nog een zo'n nacht als deze en het zou een hoop schelen. Ik zei hem... Ga door,, laten we het nog een nacht proberen en we kunnen misschien net naar huis kruipen met deze kolen situatie. En wij visten nog een nacht en het was weer een succes nacht voor de schol.. Ik dacht dat de kinderen na alle tegenslag,dit jaar nu wel genoeg in de kerst kous zouden vinden. En zo stoomden we naar huis en natuurlijk was erg slecht weer en hadden een storm op de kop. En we konden er verder niets aan doen. Toen we bij de west kust van Schotland kwamen, vertelde ik de schipper dat we ergens binnen moesten lopen om kolen te bunkeren. We liepen Oban binnen en bunkerden 30 ton kolen en de schipper zij mij dat hij mij zou steunen, dat wij niet genoeg kolen meer hadden om thuis te komen om nog eens extra vier en twintig uur op zee te blijven. Toen wij binnen liepen, liet de directeur mij roepen en vertelde mij dat ik nu problemen had. Maar ik kreeg toch nog wel het geld voor de kinderen. De vis werd verkocht en we maakte de hoogste besomming die ooit gemaakt was in Fleetwood. En wij waren een oude kolen stoker uit 1930 en wij hadden het beter gedaan dan al die prachtige diesel schepen. ( Chris Fisher-Fleetwood )
Er waren maar erg weinig zeer, zeer goede koks , maar zij waren er maar zeer weinig of er tussen in. Het was niet de zaak dat wij niemand wilde sturen. We wilden de beste er uit zoeken. Wij wisten dat Joe Smith een goede kok was of een slechte kok op het moment dat hij op een schip monsterde en ontslag kreeg.. Iedereen kan niet slecht zijn.. Wij wilden er de beste uitpikken, omdat aan het einde van de dag het niet een zaak was om het schip weg te krijgen en het succesvol was en een kok is net als een vrouw met een echtgenoot..... de manier waarop zij kijkt naar haar echtgenoot is door zijn maag en het was hetzelfde bij hen, want als zij geen goede kok hadden , hadden zij ook geen lekker voedsel. En hierdoor zou ook hun werk niet goed worden gedaan. Ze keken er altijd zeer, zeer goed naar, nog al vol vertrouwen. Zij keken beter naar het eten, dan wanneer zij thuis waren, mogelijk omdat zij niet nuchter genoeg waren als zij thuis, waren om te eten.. Maar nee, zij deden het niet voor veel of weinig. Zij hoefden geen room cake, maar hier van denk ik, dat een werkman hier niet op staat te wachten, maar zij kregen voldoende vlees. En er was dagelijks verse vis, als zij op de visgronden waren. Er was altijd een goede pot met '“shackles “. Het was een soort soep en het was een gewoonte dat wanneer alles was gekookt en hetgeen wat overgebleven was, ging in de pot met “Shackles “, en zo werd de soep steeds dikker. De meeste koks, of zij nu goede of slechte koks waren, maakten altijd een pan met “Shackles “. Maar je verlangde wel dat hij goed brood kon bakken. Het belangrijkste aan boord was om een goed stuk brood te hebben. ( Gordon Cockerill- Grimsby. )
Er moest routine zijn aan boord en de routine was verschillend voor ieder schip. Als kok stond je gewoonlijk op tussen 4.30 0f 5.00 uur in de morgen. Je moest eerst de afwas doen. Koks moesten schoon zijn Dekjongens hadden met afwas niets te maken. Je moest naar de hutten en moest de tafels gereed maken voor het ontbijt. Daarna ging je naar de kombuis. Bij sommige rederijen werd er bacon beschikbaar gesteld. Je zette een pan op voor de “beargoo “ ( pap ) Gewoonlijk hebben ze op zee verschillende namen voor verschillende dingen. Zoals, dat een pan met “scouse “ op een trawler “shackles “wordt genoemd, Scouse is een pan met stew, zoals hutspot, Als zij aan tafel zaten, zeiden ze niet... Geef me de vis eens door, maar ... Geef mij de Lilian Gish. De eerste dagen na vertrek kreeg je als ontbijt, pap, bacon, geroosterd brood en tomaten. Na het ontbijt werd aan de middag maaltijd begonnen, Je zette de soep pan op. Op de uit reis had je altijd een goede pan soep. Je had ook geroosterde tomaten, een stuk gebraden vlees en groenten Je had het goed. Zij klaagden niet. Op de oude vissers schepen werd er wel geklaagd. Toen ik voor het eerst naar zee ging, was alles gerantsoeneerd, maar toen dit werd afgeschaft , verliep het beter. Er was altijd wel wat zoetigheid, zoals een gestoomde pudding of een custard vla. Bij de avond maaltijd was er altijd shackles en vis. Als je vissende was, had je altijd vis bij de maaltijd, omdat de meeste het gewoon waren.. Voor de nacht zette wat kleine hapjes klaar. Dat kon kaas zijn, corned beef,sardines, iets wat gemakkelijk was, om sandwich te maken. Dat deed je meestal op de thuisreis. Het voedsel was anders als je naar IJsland ging, want dan had je “bonded stores”. Je kreeg meer voedsel en, na de oorlog toen het voedsel was gerantsoeneerd, kreeg je alleen maar meel van eigen bodem, maar met de bonded stores kreeg je echt wit meel. Dat was veel beter, zeker als je zelf brood moest bakken. Je kreeg een bepaald aantal stukken vlees mee voor de reis. Als je bij IJsland viste en je had koud weer, kon je het vlees goed bewaren, maar in de zomer moest je het inmaken. Zout in een vat, wat het “gesjorde vat “ werd genoemd Je zocht een aardappel zo groot als een ei en gooide het in het vat met vier emmers water. Je gooide er een blok ruw zout in en maakte pekel. Zodra de aardappel bleef drijven, kon het vlees in de pekel. Daarna gooide je er een pakje salpeter in, roerde het goed door en je liet het vat met vlees ongeveer twee weken staan. Goed vast gesjord. De hoofdzaak was om de bemanning tevreden te stellen. Op zondag, als je op een goed schip voer, had ik de gewoonte om bacon en eieren te bewaren voor het zondag ontbijt en als middag maaltijd had je altijd dezelfde dingen. Dat was erwtensoep, een lams poot, gebakken aardappels, gekookte aardappels en peen of wat anders en zij hadden altijd een krenten pudding. Iemand vroeg eens aan mij, waarom heb je op zondag altijd een krenten pudding. ? En ik vertelde het hem..... Dan weet de bemanning dat het zondag is. Op zaterdag avond haalde ik altijd een groot stuk ham voor de zondag. Je moest het wel achter slot en grendel zetten in de kombuis, zodat de matrozen het niet konden pakken of achter over drukken. Op de zondagse thee maaltijd hadden we ham met chips en gebakken ui ringen en gewoonlijk maakte ik een pudding taartje, cake en diverse koekjes. Daarna konden ze nog bij anderen gaan lopen bedelen. Vergeet niet, dat ik zelf ons eigen brood moest bakken. Gewoonlijk bakte ik dat om 11 uur. Je liet het tot na de middag maaltijd rijzen en sloeg het weer neer en bakte het na het middag eten. Op de schepen uit Fleetwood, was het gewoonte dat er “busters “ werden gebakken. Je rolde ze, liet ze rijzen, werden gebakken en werden heet gegeten. Op de IJsland schepen had je grotere bemanningen van 22 of 23 personen.. Je had dan meestal een assistent. Vergeet niet, een deeg baksel kneden is gemakkelijk te doen. Ik was er goed in om brood te bakken. Maar er waren er, die het niet konden. Maar mijn vader was een lange tijd kok geweest en hij leerde mij het werk goed. Je moest , als je in de kombuis werkte, een beetje een diplomaat zijn., omdat alle scheeps roddels, van uit de kombuis verder gaan. Ze vertellen je een verhaal, ze spreken tegen je en je zegt alleen maar.... Oh ja, goed en dat was het dan Ik wilde niemand in de kombuis toelaten, als ik er niet was, want gewoonlijk maakten ze dan er een rommel zootje van.. Mijn wet was..... niet verder dan de deur van de kombuis. Je gaf hun de thee, maar liet ze niet binnen komen.. Dit was de gang van zaken, zelfs voor thee. Zij hadden een ketel thee voor het ontbijt, nog een rond tien of elf uur in de morgen, een na het middag eten een bij thee maaltijd en drie zetsel gedurende de nacht. Suiker en thee in een blikje en twee tinnetjes melk. Zo konden ze thee zetten wanneer zij wilden. Als zij al de melk gebruikten hadden, zij geen ander blikje melk hadden en moesten zij de thee zo drinken. Als jij bij slecht weer moest koken, moest je de slingerlatten op de kombuis kachel plaatsen en ook op de tafels, om te zorgen dat er niets af viel. En je had zo je eigen afgebakende plek aan tafel, Als je moest werken in de hoogte van de kombuis, zoals op een bank, als je vlees moest snijden, nam je een natte vaatdoek, legde dat op de bank, onder het vlees. Dat hielp tegen het uitglijden. Als je met de pannen klaar was, zette je ze naast elkaar op de plank, zodat ze niet heen en weer konden glijden. Alles moest je vast zetten, zodat het niet kon glijden.. Nu kon je natuurlijk geen pan tot een de rand met water vullen of iets dergelijks, Je kon het maar zover vullen, wat de slingering van het schip toestond. Als je een emmer met water had en je moest afwassen op de oude kolen stokers, waste je gewoonlijk af in een emmer en je kon geen water verspillen als je op zee was en dan had je water nodig uit de machine kamer, uit de condensor, waar het water altijd heet was. Water was iets aparts op zee. Je kon het je niet veroorloven dat je zonder water kwam te zitten ( Claude Cough- Fleetwood. )
Wij hadden ook een kok aan boord. Wel, eigenlijk was het een uitstekende kok. U kent het Kingway Hotel, nu, daar was een groot deel van de familie van hem werkzaam en een van hen, was kok bij ons aan boord. Hij was een fantastische kok. Hij was de eerste kok geweest in het Kingsway Hotel, toen het een top hotel was en zij hadden hem buiten geschopt, omdat hij nooit helemaal nuchter was. En toe hij naar zee ging, werd hij aan boord gebracht en wij schopte hem zijn kooi in. Twee dagen was hij compleet total loss. En zo ging de roep door het schip......... Kan er soms iemand brood bakken. En de dekjongen antwoordde gewoonlijk .... Ja ik kan het wel. Meestal had hij als koksmaat gevaren, voor hij dekjongen werd en had de kok met brood bakken moeten helpen. Hij zorgde wel voor gebakken brood, maar je had niet de rommel moeten zien, toen de kok weer nuchter was.. Toen hij uiteindelijk weer aan de gang ging, beefde hij nog welk, maar eenmaal begonnen, was het een fabuleuze kok. Wij kregen hetzelfde eten als in het Kingsway Hotel. Ik moet hier wel bij vertellen dat de trawler eigenaars, nooit beknibbelde op het eten voor de bemanning. We hadden overal het beste van.. Als we eerlijk moesten zijn, hadden wij die knaap nodig. ( Charlie Board – Grimsby )
Negentig procent van de koks waren slechte koks en in het bijzonder na de oorlog op de schepen van de Hellyer rederij. Het leven aan boord van een Hellyer schip was slechter dan bij andere rederijen uit de haven. De koks hadden daar door een probleem, omdat zij niet enig fatsoenlijk voedsel hadden om klaar te maken.. Zij kregen maar net het absolute minimum en er waren ook nog geen koelkasten. Het vlees werd koel gehouden op het ijs in het visruim en we kregen het goedkoopste en het slechtste vlees wat je je voor kunt stellen.. Als je begon met vissen, lag het vlees net onder geschept onder het ijs in het visruim en als je het ijs verbruikte, moest je het vlees weer op een andere plaats onder het ijs begraven. Op het moment dat het laatste stuk wilde gebruiken, was het zwart. Het werd wel meegenomen en met zeewater afgewassen. Het was verschrikkelijk, Gewoonlijk was het vlees groen rond die tijd. In die tijd werd er ook een houten vat gebruikt op het bootdek op het achterschip en de kok maakte dan een pekel en deed hier een half dozijn stukken in om te laten weken in de pekel, gedurende de tijd, dat wij op de visgronden waren. Daarna gebruikte hij het op de thuis reis.. Sommige koks konden er nog iets goed van maken. Zij hadden stuk voor stuk een andere manier van pekel maken. ( Ken Robertson- Hull )
Je hoefde echt niet jaloers te zijn op het werk van de marconist ( vaak sparks genoemd ). Je wilde constant informaties hebben. Hij moest niet alleen zorgen dat alle uitrusting stukken zonder problemen werkten. Wat er ook gebeurde, de uitrusting moest blijven werken, de radars, de giro kompassen, de echo loden en alle navigatie middelen. Van onder tot boven en je was er ook nog voor de informaties. De weerberichten, waarvan je er gewoonlijk veel van kreeg, maar je was er uiteindelijk voor informatie voor de schipper, want hij moest besluiten waar hij heen wilde om te vissen. Als je bij een top man voer, zou hij kunnen zeggen.... Oké,deze reis gaan we naar IJsland, of naar Groenland of we gaan naar Beren eiland, Spitsbergen of de Witte zee. Maar als je naar de schipper ging en zei....... Kijk eens hier schipper, hier heb je de inlichtingen over Groenland, IJsland, Beren eiland en Spitsbergen, dan had hij een idee waar hij naar toe wilde , mits hij niet al eerder zijn besluit had genomen, op het moment van vertrek. Terwijl je uitstoomde, probeerde je de gehele tijd de nodige informatie te ontvangen, je sorteerde ze en de Oude man bekeek ze. Wij wisten waar de vloot was en we dachten dat hij daar naar toe zou gaan of als de schipper een andere mening had, ging hij naar toe, waar hij aldoor al heen wilde. Daar waren misschien geen schepen, maar de schipper had nu eenmaal het gevoel, dat hij daar heen moest.. Een heleboel van onze top schippers,,, wij zeiden altijd dat God ze in de palm van Zijn hand bewaarde,...., omdat sommige van onze top schippers zelfs vis konden vangen in een roei vijver aan de wal en ik meen dat letterlijk.. Je moest de gehele reis een technisch zijn. Je moest voor hem de instrumenten in bedrijf houden. Omdat er geen manier was, dat je je om kon draaien naar de schipper en tegen hem kon zeggen.... Oh, wel, dat is het dan, ik kan het niet aan de gang krijgen. Omdat je dan naar een ander schip kon uitkijken bij thuis komst. ( Ray Smith/Grimsby )
Het machine kamer beheer is in principe op alle schepen hetzelfde., maar op de grotere schepen zijn er meerdere dingen bij betrokken. Meer machines, Grotere vermogens. Maar kom je op de verre visserij vloot, op de grotere schepen, heb je meer personeel in de machine kamer. Op de kleinere schepen heb je een hoofd machinist en een tweede machinist, maar af en toe ook een leerling machinist, zoal ik ben begonnen. Later, als op de schepen kwam van de verre visserij, had je twee oliemannen aan boord. De tweede machinist had een olieman bij hem op wacht en de eerste machinist had er een bij hem op wacht. Wij liepen wachten van zes uur op en zes uur af, gedurende de gehele reis. Dat was dus twaalf uur per dag vanaf vertrek Grimsby tot terug keer Grimsby. De olieman was de werker in de machine kamer, Ze noemde hem wel olieman, maar we deden gezamenlijk de werkzaamheden, maar in principe was de olieman de schilder en als er aan de dek machinerie wat gesmeerd moest worden, ging hij aan dek en deed de werkzaamheden. Zij waren er feitelijk als een zekerheid stelling voor de veiligheid, want wanneer je alleen beneden bent in de machine kamer, heeft niemand aan dek in de gaten dat er beneden iets gebeurd kan zijn of kon zien, wat er was gebeurd. Je kon wel dood op de vloerplaten liggen en niemand kwam je helpen. Het was dus een zekere gerust stelling. ( Colin Donald – Grimsby )
Waar was ik verantwoordelijk voor als eerste machinist. ? Alle machinerie, alles, kombuis kachel, de koelkast, noem maar op., als het verplaatst kan worden, was het voor de verantwoordelijkheid van de Hoofd machinist. Alle elektrische aangelegenheden, alles. Met een diesel heb je niet vaak panne, maar er kunnen ook belangrijke andere delen kapot gaan, zoals de breuk van de schroef as en waar je niets aan kon doen. We werden de hele reis van IJsland naar huis gesleept, toen ik leerling was op de Ross Stalker. ( Stephen Drever-Grimsby )
Ik hield van het werk. Tot op een zekere hoogte was je zelfstandig. Je was ondergeschikt aan de brug en je moest goed functioneren om de brug tevreden te stellen en de maatschappij. Was je beschikbaar, dan was er tevredenheid en had je geen problemen. Je had een schipper, maar je was ook machinist. De schipper kon bevelen. Hij vertelde je, wat hij verlangde en jij leverde het. Laat hierover geen mis verstand bestaan. ( Harold Dawe- Fleetwood )
De schipper bemoeide zich niet met wat er gebeurde in de machine kamer.. Hij was de bevoegde persoon aan boord en daarna de stuurman en de eerste machinist was meer of min een ondergeschikte. Ik heb nooit bij een schipper gevaren, die zich met de machine kamer bemoeide. Op de Kelvin was het alsof het een vanuit de brug gecontroleerd schip was., waar de schipper de machines vanuit de brug kon controleren., want het was aangesloten op een versnelling bak. Als je dacht dat ze te ruw omsprongen met de machines, moest je de zaken zo regelen, dat je het voor hen moeilijk maakte, zodat zij een les leerden, om hen wat rustiger te krijgen. Zij konden het schip laten draaien, maar dat was niet goed voor het schip en wij verminderden dan de snelheid.. Op de thuisreis zetten ze de machine op volle kracht. En gewoonlijk werd er dan gevraagd of het niet wat harder kon. En je bekeek dan, wat je kon doen.. De machine was gereguleerd, maar er was altijd wel iets bijzonders, zoals het tij te halen of met het tij mee te stomen. Je kon altijd wel nog iets meer uit de machine halen. Maar bij slecht weer, werden de diesel schepen geregeld door de machine temperatuur en dat mocht niet hoger zijn als 800 graden Fahrenheit bij de uitlaat temperatuur.. Als je er over heen ging, moest je de machine afremmen. Bij slecht weer, hadden de machines het hard te voortduren, de temperatuur schoot omhoog en je moest het de schipper vertellen dat hij langzamer moest varen, door de temperatuur van de machines.. Normaal zouden zij hier aan gehoorzamen, ander zou het schade kunnen veroorzaken. Maar als je het tij wilde halen,kneep je weleens een oog dicht en ging je tot 850 graden. De bemanning had niet veel op met de machinisten, omdat zij dachten dat zij een goed leven hadden., maar als zij natte kleding hadden, die zij wilde drogen, waren zij vriendelijker en konden zij hun natte kleding in de machine kamer ophangen.. Gewoonlijk was dat op een plek waar zij een zeil hadden aangebracht, zodat de kleding niet op de machines kon druipen. ( Graham Howard – Grimsby )
Op de eerste reis die ik deed op de Ross Revenge, waren we aan het vissen en de rem op de winch liep vast. Het waren zware remmen en je kreeg de mannen gewoonlijk hulp om te helpen dragen, omdat zij toch al op het voordek van het schip waren.. Wij stoomden op dat ogenblik, door verandering van vis gronden., waarschijnlijk voor meer dan vier of vijf uur, of zo iets dergelijks. Ik had nog nooit zo'n rem gewisseld. Maar zij waren bijna eender als op andere schepen. Maar een stel van de mannen die hielpen, hadden het al meer gedaan. Zij wisten welk deel er het eerst moest worden gedemonteerd om te beginnen. Meadows, de schipper had zijn hoofd buiten het raam van de brug en schreeuwde naar beneden ... doe dit en doe dat ..... met betrekking tot het werk en ik negeerde hem. Wij deden het werk en bleven door stomen. Het was middag en ik had feitelijk de wacht in de machine kamer. Maar ik dook in mijn kooi.. Maar de telefoon rinkelde in de kooi omdat het schip een verbinding had met de brug en de machine kamer,. Het was de marconist en hij zei dat de schipper mij op de brug wilde zien. En ik zei... Oké, ik ben er in een minuut. Ik ging naar boven en hij zei tegen mij... Jij negeerde mij toen ik tegen je schreeuwde. Ik zei.... Ja, wat wilde je eigenlijk wat ik deed... het werk doen of wilde je mij op brug laten komen om een borrel te drinken. Hierna konden wij elkaar niet zien of luchten.. Ga nooit tegen een schipper in. Dat kan fataal zijn. Schippers waren Goden. Met een man als deze schipper, kon je een goed loon verdienen en dan respecteerde je hem. Voor mij was het een goed schip. Ik voer meer dan drie jaar bij hem. Ik voer ook nog negen jaar op de Ross Ramilies. ( Colin Donald- Grimsby )
Het waren allemaal visserlui, die hun hele leven hadden gevist. Sommigen hadden niet de vaardigheid om wat anders te worden en bleven matroos. De derde man is verantwoordelijk voor de dek bemanning.. De stuurman is verantwoordelijk voor de hele dek bemanning en de derde hand was verantwoordelijk voor het dek werk als ze aan het strippen waren, omdat de stuurman in het visruim bezig was. Dat was zijn baan. Als er iets fout ging met de vis en het werd ontdekt, kreeg hij zijn ontslag. De derde man was de voorman van de bemanning., Hij zag er op toe, dat alles gesmeerd liep. De stuurman was verantwoordelijk voor het geheel, maar je had wel iemand nodig die de bemanning aanstuurde, en dat was de derde man. Hij kreeg het dubbele loon van een matroos. De derde man die wij hadden, was een reuze kerel en een uitstekend visserman. De stuurman was verantwoordelijk voor het net, maar de derde man was verantwoordelijk, om het net in goede staat te houden en dat alles op rolletjes liep, ( Charlie Board- Grimsby )
Als bootsman kreeg je de orders van de schipper. Maar de bootsman was de hoofd figuur aan dek. Hij was verantwoordelijk, dat het vistuig altijd klaar was en dat was tot vreugde van de schipper. Je was min of meer een voorman. Je stond altijd vooraan, als er iets moest gebeuren.. Of het nu een lucifer was die op het dek lag, die weg gehaald moest worden, was het zijn baan ,dat het gebeurde. En je moest het respect van de bemanning hebben. Soms moest je de bemanning met ijzeren hand regeren. Je wist wie er moeilijkheden maakten, maar je maakte er een spelletje van en zij speelden het spelletje mee. De bootsman stond altijd in de voorste gelederen en was een voorbeeld voor de matrozen.. De bootsman was een soort tweede stuurman.. Als er niets gevangen werd, stond hij op de brug, zodat de schipper wat anders kon doen. Om middernacht kwam de stuurman op de brug en ging de schipper naar zijn hut. De bootsman had de verantwoordelijkheid voor het dek, vanaf de avond maaltijd tot zes in de ochtend van de volgende dag.. terwijl de stuurman op de brug was bij het halen en uitzetten en de schipper probeerde wat te slapen, Zo zag het er uit als alles normaal was. ( Ken Robertson- Hull )
De stuurman was verantwoordelijk voor hen en daarom was het in onze ogen altijd een grote rot stuurman. Er was nooit enige fysieke discipline nodig.. De stuurman zei gewoonlijk....Wat je denkt, dat doe je.. Iedereen wist dat de stuurman de baas was. Als de stuurman zei... Val hier neer, dan viel je daar neer. Daar viel niet over te praten. Als er iets fout ging , was het de schuld van de stuurman. De schipper zei dan...Als jij dit rot karweitje niet kan doen, moet ik iemand anders zoeken, die het wel kan. Zo was het nu eenmaal. Zo bouwde je geleidelijk een eerste klas ploeg op. De schipper zocht nooit een ploeg uit. Dat deed de stuurman, En als de stuurman een verkeerde keus had gemaakt, zou de schipper zeggen... Waar heb je die k...zak vandaan gehaald ? Wij zullen het nu met hem moeten doen, we kunnen hem moeilijk overboord gooien . Maar wees er van overtuigd, dat zodra we binnen komen, ik hem niet meer wil zien. De stuurman heeft de gewoonte om naar de brug te gaan, zoals bij het thuis stomen en het Spur lichtschip passeert en de Humber opstoomt. Stuurlui waren altijd grote kerels en als zij bij de schipper kwamen zou deze dan aan hem vragen... Wat ga je doen met de bemanning of met een bepaald persoon. En het antwoord was dan meestal...... Wel het zit zo.... Ik ga hem zijn ontslag aanzeggen. De schipper was het er gewoonlijk mee eens en antwoordde dan... Wel, hij is niet goed, geef hem de zak en zoek een ander voor hem. ( Charlie Board – Grimsby )
Er waren een heleboel schippers die mensen de zak gaven, omdat hun gezicht hem niet aan stond. Zij werden feitelijk als beesten behandeld. Een van de favoriete verhalen, was van een oude schipper. Zijn naam was Hutchinson, Maar zijn scheldnaam was Hurricane...... Hurricane Hutch. Hij was schipper op de trawler Stoke City, wat een van de schepen van onze maatschappij was. Gewoonlijk visten zij in de Witte zee. We hadden zoveel vis gevangen, dan we hulp strippers nodig hadden. Dat waren dan Noren of wat er beschikbaar was.. Het spaarde de maatschappij de wekelijkse betaling aan de matrozen uit.. De Noren kregen alleen maar een dagloon en geen deel van de besomming. En er stond een zeer krachtige storm. En het want en de brug waren bevroren door het ijs. En de mensen aan dek moesten door gaan met strippen. Hurricane Hutch schreeuwde vanuit de brug naar de stuurman,. Het was een knaap die Fred Chatterton heette en schreeuwde tegen hem....... Fred, die knaap daar, die zit op het luikhoofd..Ga naar hem toe, en maak hem wakker, Hij ging naar het luikhoofd toe en trachtte hem wakker te schudden en het bleek dat hij dood was. En Fred schreeuwde terug naar de schipper... Hij is dood , schipper. En de eerste woorden en zijn reactie van Hurricane waren.... Wat een rotzak, hij ging liever dood dan dat hij mijn vis stripte. En dat meende hij echt Het meende het, Het was een verschrikkelijke kerel. Hij was alleen maar geïnteresseerd in vis. In de haven waren er meer van dat soort schippers. En wat de bemanning betreft, waren het maar dieren en ze bleven toch bij hem aan boord. Als het weer erg slecht was, echt erg slecht en dat praat ik over, als er golven over het dek slaan, zij steeds maar bleven uitzetten en probeerden te vissen. Anderen zouden echt de boel scheep houden en zeggen... Het is genoeg zo, we gaan voor een paar uur liggen steken, terwijl het weer misschien wat verbeterd. Maar sommige van hen waren gemeen, zoals Non stop Norman. Hij was een voor oorlogse schipper van de Consolidated maatschappij, maar hij had wel aandacht voor zijn bemanning. ( Gordon Cockerill- Grimsby )
Ik had gewoonlijk ruzie met de schipper, maar ik bleef bij hem, omdat ik al zestien jaar bij hem voer. En ik denk dat ik de enigste ben, zowel in Grimsby en Hull die zolang bij een schipper is gebleven.. Maar het was de incarnatie van de duivel, tijdens het vissen. Maar het was de beste kerel tijdens de rest van de reis, zoals een vader, maar als hij eenmaal aan het vissen was,wilde hij niet meer stoppen. Hij stopte niet voor het weer of wat anders. Hij had geen zenuwen. Hij viste dus nog, als iedereen voor het weer was gestopt met vissen. Ik kende hem toen hij naar zee ging. Hij was toen ketelbink, maar hij deed het goed, zelfs in zijn tiener tijd, dat kon je zien. Hij had al heel snel al zijn papieren. En toen hij zijn schippers papieren had, vroeg hij mij, om bij hem te komen varen. Er was toen veel onderlinge rivaliteit. Het was Ik of Jij. Hij maakte zijn start in het oudste schip van de maatschappij, een oude kolen stoker. Hij kon geen bemanning houden, zo slecht was hij. Hij viste onder elke weersgesteldheid en omdat het ook nog een oud schip was, kon hij niet lang een bemanning houden. Zij namen ontslag zodra het schip binnen liep. Ik weet niet goed waarom ik bij hem bleef. Waarschijnlijk omdat we altijd weer thuis kwamen, ondanks het oude schip, met wat vis en vaak nog meer dan de grotere schepen. En hij deed het goed en de bazen maakten er geen punt van hoe hij de vis ving, zolang hij maar vis bleef vangen. Hij kreeg betere schepen toen zijn carrière voort ging en hij verdiende veel geld, en daarom bleef ik. Maar als hij eenmaal aan het vissen was, was het een duivel. Hij wilde zelf zijn vrouw niet de waarheid vertellen, hoe hij de vis ving en hij hield veel van haar. Hij was ook de grootste leugenaar die er rond liep. ( Ken Robertson- Hull )
Als iemand je niet aanstond, nam je hem niet. Ik had regelmatig voor jaren dezelfde bemanning.. Ik veranderde van rederij en zij gingen met mij mee.. Ik voer bij de Northern rederij en ging daarna naar de Consols rederij. Ik was vrij succesvol bij de Northern rederij. Maar in die tijd kreeg ik een scheiding en ik raakte het spoor bijster. Ik ging aan de drank en dat soort dingen. En ik miste een schip, de Northern Princess, omdat ik dronken was en niet naar zee wilde gaan en ik deed het ook niet. Geen enkele schipper deed zo iets. Toen ik weer werd geroepen, zei men mij, dat ik uniek was. Want het gebeurde wel in de haven dat er een schip niet vertrok, omdat er een bemanning lid te weinig was, maar nooit omdat er geen schipper was. Nooit eerder had een schipper geweigerd te vertrekken. ( George Mussell- Grimsby )
Er was een grote onderlinge strijd tussen de schippers uit Hull. De reders vertelden ons wel gewoonlijk dat we moesten samenwerken en dat het beter zou zijn voor de maatschappij, maar iedereen trachtte, ongeacht wie dan ook, te verslaan.. Hoe beter je het deed , hoe beter schip je kreeg. Er waren wat goede schepen en er waren ook slechte schepen. Later waren de schepen gewoonlijk redelijk, maar eerder waren er best wel slechte schepen. Maar hoe beter je het deed, hoe beter schip je kreeg en met een beter schip kon je meer doen. Je probeerde wel samen te werken, maar werkte je hij Hellyers of B.U.T., zoals het later heette, had je veertig schepen en de beste , waren de beste schepen van Engeland op dat moment. Als je op een van deze schepen zat, zat je al op de bovenste tree van de ladder en dat was toch wat je wilde. Zij wilden wel dat je samen werkten, maar dat was juist onmogelijk om veertig mensen met elkaar te laten samen werken. ( Sid Morrell-Hull )
Wat de vangsten betreft, was het een concurerende werkgemeenschap, maar je moest je wel realiseren dat de top schippers de beste bemannigen hadden en hopelijk ook de beste schepen kregen. De verdiensten van deze top schepen waren hoger en zo was er altijd de druk van de jongeren die zich schouder wringend naar voren werkten en zo de top van de schepen wilden bereiken. Er is veel onzin verteld op de momenten dat deze competitie, ongelukken veroorzaakte.. Ik denk, dat het bij de top schepen niet zo was., want als je bij Spitsbergen viste, moest je naar Noorwegen terug stomen om een gewonde man aan wal te brengen. En dat was dan tevens het eind van de reis en je zou ontdekken dat de top schipper een prachtig record had van lage ongevallen cijfers en laag aantal gewonden. Het gebeurde vaker bij minder efficiënte schippers, met een mindere efficiënte bemanning, die probeerde de werkzaamheden na te bootsen, want het was een concurerende werkgemeenschap en zij wilden dan wel laten zien, hoe goed zij wel waren. En die risico's werden genomen door schippers die op dat moment nog niet voldoende bekwaam waren of niet genoeg ondervinding hadden of niet in staat waren, om er mee om te gaan. ( Tom Boyd – Hull )
Wij gebruikte geheime kanalen en dat soort dingen. Wij waren aan de oost kust van IJsland vissende en de visserij werd minder en tien schepen stoomde rond IJsland op zoek naar vis. De schepen bleven doorstomen en ik liet me wat afzakken en nog steeds meer, want ik wist dat Eddie St. Pierre in de buurt was. Ik zette kanaal 12 aan en zei... Ben jij daar Bill. Het antwoord was... Ja Mick, maar roep ons later weer op, Daarna zette wij de zender op verminderd vermogen of haalden wij de antenne naar beneden, zodat de anderen ons niet konden horen.. Maar we kwamen dichter naar elkaar toe. Ik vroeg hem nu weer.... hoe staat het er mee, Het antwoord was... ik heb een boei uit staan en de visserij is goed. Mijn antwoord was .. Oké. Maar Eddie St. Pierre had de gesprekken ook gehoord en volgde ons. En zo visten wij daar met drie schepen en de anderen stoomden door. Ze logen soms verrschrikkelijk, Daar was Bill met zijn kleine schip de Ross Puma en wij hadden een groter schip. En hij ving zijn schip vol. Ik denk dat hij ongeveer 1400 kit aan boord van de kleine schip had, toen hij naar huis stoomde... Ik riep hem op en hij zei...ik ben op weg om te gaan lossen en vertel ze dat wij vis vangen.. Maar hoe zullen wij hun het laten weten.? Zeg maar, dat we 's-nachts binnen de territoriale wateren vissen en van binnen naar buiten vissen. Als ze weten dat wij te ver binnen de wateren vissen, zullen zij niet komen. Wij bleven door vissen en een trawler van de Marr rederij verscheen ter plekke, Hij zei,,, Ik moet het de schepen van de rederij laten weten. Eddie antwoordde hier prompt op.... Als jij dat doet, laat ik het ook de schepen van onze rederij weten en hij deed het ook. En weet je wie er het eerst bij ons viste, .....een Duitser. Het is verbazingwekkend hoe zij onze code wisten. Al onze onderlinge communicatie met de maatschappij schepen was in prive code. Maar de Duitsers waren er voor de Britse schepen. Het was gewoon een spel. ( Mick George- Grimsby )
Een van de grote problemen die ik had met de schippers was, dat ik er op kon vertrouwen, dat de schippers eerlijk waren in hun verslagen. Wij hadden een vier en twintig uur rapport voor het kantoor, maar we hadden ook een inter -scheeps rapport over vier tot zes uur. Als je net uitgezet had om wat vis te volgen of iets dergelijks en bij het halen had je honderd manden of twee pak en later weer eens honderd manden, dan moest je erg voorzichtig zijn bij gesprekken in de eather, daar de wereld en zijn vrouw hem een uitbrander zouden geven. Want sommige schippers waren openhartig, anderen waren dat niet en er waren er die je opzettelijk misleidde,,,, dat is een topper van een onvolledige opgave. ( John Bull -Grimsby )
Een schipper is zo goed als zijn vangst en als je top schipper was, zat nooit zonder schip., terwijl anderen moeite hadden, maar het wel leerden als zij door zouden gaan Maar als je thuis kwam en je had geen vis en je was drie'weken weg geweest en je had niet het volume gevangen, wat zij in gedachten hadden of de vangst niet de onkosten dekten, dan was het met je gedaan. ( Bill Ellerington- Hull )
Wij zaten in de Pentland Firth, toen er een storm opstak.. Een van de matrozen was op de brug en zei tegen mij....Zullen we het rooien ., Schipper. Ik zei... Natuurlijk rooien we het. Als je op de brug was, moest je het volste vertrouwen proberen te geven, en je had zelf je twijfels, maar dat kon je laten zien , zo is het toch ! Het was een erg eenzaam leven. De zee kom niet alleen van voren op je af, maar het komt van alle kanten. In ieder geval slaagde ik er weer in er door heen te komen. De Goede God was ook dit maal aan mijn zijde. Je moet jouw autoriteit tonen aan de bemanning, zo is het toch. Je probeerde ze altijd met een ijzeren hand te regeren, in een fluwelen handschoen. Ik kreeg de Aston Villa. Maar zij was niet goed voor mij, door de simpele reden dat ik gewend was in slecht weer te vissen, erg slecht weer. Maar daarvoor moet je een goed schip hebben en dat was mijn probleem. ( Don Lister- Grimsby )
De meeste schippers hebben een ruggesteun aan hun eigen bemanning, met drie of vier anderen , die iedere reis gaan en komen. Zo ongeveerr drie kwart van de bemanning was vast en de rest kwam van het arbeids bureau.. Schippers mochten geen vertrouwelijk omgang hebben met matrozen. Soms gebeurde dat wel. Ik zelf ben vaak genoeg uitgegaan met mijn matrozen. Ik heb ze mee uit eten genomen en dat als vrienden, maar de algemene instructie van de baas was, om niet vertrouwelijk met de bemanning om te gaan, om moeilijkheden te voorkomen. Ik ken een of twee schippers, die ooit door matrozen in elkaar zijn geramd, maar dat is geen stof voor een boek. Ik denk, dat het in iedere haven weleens is gebeurd. ( Derek Reader- Fleetwood )
Ik had de gewoonte ze te vertellen wat ik zelf wilde, door de radio. Een voorbeeld... Je bent vissende bij het zuidelijk deel van IJsland. Iedereen die naar de Noord Kaap van IJsland wilt gaan, passeert je, maar als je iedereen zou vertellen dat je goed ving., je snel uitgevist zou zijn, als iedereen bij je bleef en als zij hun portie gevangen hadden, zouden zij als nog naar de Noord Kaap stomen en daarom vertelde ik hen maar net, wat ik kwijt wilde. Het ging altijd in goede harmonie. Schippers wisten van elkaar wel hoe zij waren.. Zij gebruikte hun eigen gezond verstand, om te beslissen wat ze wel of niet geloofden, wat je over de radio vertelde. Ze waren echt niet gek. Zij besloten zelf wel hun eigen ideëen te laten varen en het schip een aantal trekken te lasten vissen, om te zien of het geluk hen goed gezind was. ( Jack Tripp-Hull )
Je moest geen band hebben met de bemanning. Uitstomend naar de visgronden, spreek ik met de bemanning en ben ik vriendelijk en zo. Maar zodra de trawl is uitgezet, schakel ik over, om een ander mens te zijn. Dat is de zakelijke kant van mij. Dat is, wanneer je een andere persoonlijkheid wordt. ( John Meadows- Grimsby )
Wij hadden acht schepen op ons hoogtepunt en we hadden ongeveer negen of tien schippers, waar we op konden vertrouwen. Wat wij gewoonlijk probeerden en ook deden als een schipper een reis niet mee ging, en dat gebeurde ook wel, dat wij dan probeerden zijn stuurman of een ander stuurman mee te sturen, om hen een kans te geven. Sommige deden het goed, maar andere vielen af.. Maar in principe gingen de top verdienende schippers naar de nieuwe schepen ( Bill Letten- Grimsby )
Het eerste schip, waar ik mee naar zee ging, was de Wyre Vanguard en ik was een Kerst topper. Ik had toen mijn schipper papieren en de eigenlijke schippers bleven aan de wal voor de Kerstdagen. Dat was in de periode, waar zij de aanstaande schippers een kans wilden geven. Die kansen kwamen dan vaak in de winter maanden als het slecht weer was. Ik deed twee Kerst reizen. Ik was nu wel geen uitblinker, maar slecht deed ik het ook niet, Het waren normale doorsnee reizen. Het was in dezelfde periode dat Victor Buschini zijn eerste reis als schipper maakte. Ik dacht dat het in 1957 was ? Wij waren allebei Kerst toppers, Victor en ik, maar hij had een beter schip. Victor ontwikkelde zich tot een top schipper van Fleetwood.. Hierna ging ik weer als stuurman naar zee, op hetzelfde schip.. In Juni , zes maanden later, gaf dhr. Wheildon , de oude directeur van de maatschappij mij weer een kans., en dat hielp een hele boel, want als de baas jouw gezicht aan stond, was je de man en zij gaven mij de Wyre Majestic en ik heb er nooit spijt van gehad. De tweede reis die ik maakte, was een erg goede reis. Ik herinner het mij nog goed, want het was rond de tijd dat mijn zoon werd geboren. Het nieuws van die geboorte van mijn zoon werd mij verteld toen ik de sluis binnen voer.en ik maakte een aanvaring in de sluis. Het was een nogal zware aanvaring. We maakten gelukkig een goede reis en over de aanvaring werd niet meer gerept. ( Derek Reader- Fleetwood )
Er was een periode dat er veel schippers waren,. De oudere schippers, die, als het weer te slecht werd , naar binnen liepen en voor anker gingen en afwachtte. Maar de jongere generatie die nu omhoog klom, die met elkaar concureerden, visten wel bij het slechte weer. Zij mochten dan wel gedacht hebben , dat het wel goed ging, maar je sprak wel over nog jonge knapen. De schipper kon dan wel zeggen dat het nog verantwoord was, maar hij was pas rond de twintig of iets meer jaren oud en zelf was je rond de veertig en met meer ervaring, wat het weer betrof en al dat soort zaken....... Maar zij deden het. Naderhand, als het ene schip was binnen gelopen en voor anker was gegaan en een ander schip bleef door vissen, wilde de directeur bij binnenkomst wel weten, waarom zij waren binnengelopen en voor anker waren gegaan. En konden dan hiervoor worden ontslagen. Er waren een stel felle schippers. Niet bang voor een knok partij, maar het waren wel goede kerels, die hun werk kenden en het bleek, dat je bij hen beter werkte als bij een ander. ( Thomas Bagnall-Fleetwood ).
Sommige mensen hadden de gewoonte om bij uitzonderlijk slecht weer te vissen. Wij waren allemaal gewend om bij slecht weer te vissen, maar sommige van hen gingen tot het uiterste.. Sommige van hen hadden hierdoor een slechte naam en bemanningen wilden niet bij hen varen.. Maar vergeet niet, zij vonden altijd een bemanning. Ik bedoel de meest succesvolle schipper die ik kende en een van de succesvolle zakenlui die Grimsby in jaren had gezien, was Bunny Newton. Ik heb nooit een misse reis bij hem gehad in die periode dat ik bij hem voer, maar reken er op, dat hij een varken was op zee.. Maar iedereen kan niet slecht zijn. ( George Mussell-Grimsby )
August Ebenezersson was een meester zeeman en een perfecte heer.. God moet hebben gelachen toen ik bij hem ging varen. Een prima visserman en navigateur.. Als hij een zonnetje schoot, had ik een sextant en hij had een sextant. Ik leerde dat allemaal zonder kosten. Hij was de vriendelijkheid zelf. Ik was een van top marconisten van de rederij. Ik had bij deze rederij al voor de oorlog gevaren en was hierdoor nu een van de top lui ... en wat verwaand. Ik bleef acht jaar bij hem varen. Jammer genoeg had hij een IJslandse vrouw en hij verdiende erg veel geld ... en ik ook... maar hij verdiende heel wat meer als ik, maar hij een zwakte en dat was...drank. Als wij in de haven lagen om te lossen, had zijn vrouw de gewoonte om hem zo veel mogelijk eten te geven en als hij eenmaal van de kaart was, hielp zij zich zelf aan zijn geld. Zij heeft hem kapot gemaakt. Hij verdiende nog steeds goed, maar het was een feit, dat hij op zee ging drinken en dat hij er aan verslaafd raakte. Zo lang ik hem op de brug kon krijgen rond de tijd dat we de Faroer eilanden passeerden, hadden wij hem nuchter rond de tijd dat we bij IJsland kwamen en hij aan het werk kon gaan. En dat was de manier waarop wij het deden. De stuurman en ik brachten het schip zover als de Faroer.... hierbij waren err geen problemen en geleidelijk stopten we met de drank en hij was erg ziek gedurende een paar dagen. Op het moment dat we het noorden van de Faroer passeerden, was hij weer normaal. Hij was een fantastische zeeman, een echte zeeman en een uitstekende navigateur.. Maar het werd na twee of drie jaar zo erg, dat we helemaal niets meer met hem konden doen. Ik monsterde bij hem af en ging naar een ander schip. ( Charley Board- Grimsby )
Bunny Newton was een zeer bekend man in Hull, omdat veel van hen hun trawl door hem hadden verloren. Als hij aan het vissen was en je zat in zijn koers voor dezelfde vis, bestond er voor hem geen regels met betrekking tot uitwijken of dat hij van koers veranderde, wat de meeste schippers wel deden.. Hij viste dwars over je trawl heen en sneed hem af, als je niet op tijd voor hem uit de weg ging. Het was een beest. ( Ken Robertson-Hull )
De beste schipper voor verdienste..... hij was niet de beste om bij te varen..... hij was eigenlijk een dwaas..... maar om te verdienen, was het Vic Meach. Hij voer op een van de schepen van de Northern Trawlers maatschappij. Hij was de meest succesvolste. Hij wist de vis te vinden. Hij deed dat met een deel ervaring en een portie geluk. Je moest er geluk bij hebben. Het geeft niet hoeveel ervaring je hebt als schipper, ... in bedoel , je kon op een dag naar een plaats gaan en terwijl er geen vis te vangen was, Een andere schipper die daar zou komen, zou er tonnen vis vangen. Je kunt er zo dicht bij zitten of er ver van verwijderd zijn. ( George Mussell-Grimsby )
Ik voer op een schip met de naam de Northern Dawn. Bunny Newton was schipper op een schip met de naam Lifeguard en zijn visruim man had bij hem afgemonsterd en had bij ons aangemonsterd. Wij lagen te drijven bij IJsland om de trawl te repareren en Bunny kwam bij ons langs stomen, sprong bij ons aan boord en begon met die man te vechten.. Wij waren allemaal verwonderd en wisten niet, wat er gaande was. Het was in de begin periode dat televisie net uitgekomen was en deze knaap had een televisie van Bunny gekocht en betaalde hem 2 of 3 pond per reis af. Deze knaap dacht er aan om niets meer te betalen en monsterde af en kwam bij ons aan boord. Bunny was het te weten gekomen in een gesprek met onze schipper en was rechtstreeks bij ons langszij gekomen, was aan boord geklauterd en had hem afgetuigd Zijn ogen waren bont en blauw en zijn neus bloedde. Hierna stapte Bunny weer terug op zijn eigen schip of er niets gebeurd was. Schippers waren de wet op zee. ( Tom Jacombe – Grimsby )
Ik voer eens bij deze schipper. Hij had een vrouwtje aan boord, bij hem in zijn kooi. Een Noorse vrouw, waar de scheepsagent voor had gezorgd, zoals hij vaker deed voor bepaalde schippers. Ik zeg niet wat zij was, ....zeg maar een losse vrouw.. Hij had de gewoonte dit te regelen met de scheepsagent.. En aan de bemanning had hij elk lid een fles rum gegeven en vervolgens waren zij ook nog de wal op gegaan, om in de cafe's iets te drinken.. Toen de loodsen aan boord kwamen, je moest er twee hebben, zeiden zij... Als de bemanning niet binnen een uur aan boord is, gaan wij weer weg. Ik zei tegen de agent.... Ga naar het cafe en breng hen aan boord. Hij was de agent in Noorwegen voor de schepen, Wij kregen ze uit het cafe en sommigen waren goed dronken. Ze liepen allemaal van schaamte, met hun hoofd naar beneden. De schipper had ook een goede slok op en de vrouw was van boord gegaan.. Ik gooide met de loodsen de trossen los en ik stond zes uur achter elkaar in mijn eentje aan het roer. Ik zag meer of minder sterretjes voor mijn ogen en een Deense knul, die de enige was die niets gedronken had, kwam mij aflossen aan het stuurwiel in de brug ( Roly Webb- Grimsby )
Bunny was een karakter op zich zelf. Hij was een rotzak. Hij kon vriendelijk zijn, hij kon een opgeruimd mens zijn, maar zijn karakter was dat van een rotzak. Maar Bunny kon zelf bij de eigenaars niet doen, wat hij wilde. Zij hielden hem steeds onder de duim, voor zijn karakter trekken en wat hij mensen wijsmaakte. Hij werd steeds door de trawler eigenaars gecontroleerd. Hij kon goed zijn, maar vaak was hij echt niet zo goed. Het was echt een rotzak. Een hoofd machinist vertelde mij eens dat hij door Bunny op de brug was geroepen en hij dacht de hij hem andere orders zou geven. Bunny zei tegen hem.... Het aantal omwentelingen klopt niet. De machinist antwoordde.... Ze kloppen wel schipper. Waarop Bunny weer antwoordde.... Ga nu niet met mij bekvechten en gaf hem een klap in zijn gezicht en de machinist liep weg met een bloedneus. Natuurlijk had de machinist een klacht kunnen indienen bij de Kamer van Koophandel, die dan de schippers papieren van Bunny hadden kunnen invorderen. Maar Bunny was een record verdienende schipper en de machinist had nooit meer op een ander schip kunnen monsteren. Iedereen die slecht werd behandeld, kon zich beklagen bij de Kamer van Koophandel en de Kamer van Koophandel was erg strikt, wanneer het discipline betrof.. Maar het was natuurlijk wel zo, dat wanneer men de procedure zou volgen, zij nooit meer op een ander schip konden monsteren. Bunny had eens een bemanningslid slecht behandeld en hij rapporteerde dat aan de Kamer van Koophandel. Bunny werd disciplinair gestraft en toen de volgende dag deze man langs de haven wandelde, kwam Bunny aanrijden en stapte uit zijn auto en sloeg de man in elkaar. De man kreeg nooit meer een ander schip. ( Bill Hardie- Grimsby )
Ik weet niet waarom ik van de zee houd. Ik denk dat het hoofdzakelijk komt door de onderlinge kameraadschap, die ik wel op zee vond, maar niet aan de wal. Als je op zee was, ....het kan niet schelen wat je aan het doen was, ...iedereen die bij je in de buurt stond , wilde je helpen als het nodig was. Als je iets zwaars moest tillen, stopten degene die in de buurt stonden met hun werk en hielpen je met tillen. Je was er altijd voor elkaar Zelfs als je getrouwd was en je van je vrouw en je gezin hield, had je zulke goede kameraden als je op zee zat, dat het iets aparts was. Het was niet hetzelfde bij de stuurman of de schipper. Jij was maar een matroos. Als er ééu ruzie had met de officieren en besloot om af te monsteren, dan zouden ook twee of drie van zijn maten afmonsteren en konden zij weer gezamenlijk op een ander schip aanmonsteren en bij elkaar blijven, zoals dat al jaren was. Zo was het nu eenmaal. ( Jim Quinn- Fleetwood )

<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 17-10-2014 en 1189 keer gelezen Like dit 843 Liked