Kind in de Tweede Wereldoorlog deel 4

Door mijn gang naar de lagere school – nú basisschool geheten – verruimde mijn belevingswereld aanzienlijk. Het betrof de Koningin Emmaschool, gelegen aan de Scheveningse Stevinstraat. Ik herinner mij nog de klas met wandplaten van Cornelis Jetses en ken nog de namen van de verschillende leerkrachten. Zo was daar schoolhoofd Deijs, meester Bos, meester Pronk, juffrouw Hoogenraad, juffrouw Lankhorst, juffrouw Deijs, dochter van het schoolhoofd en juffrouw Geel. Laatstgenoemde trouwde in 1939 met de eerdergenoemde meester Pronk. Hun toenmalig huwelijk bood de leerlingen van hun klassen een zekere status. Zij mochten namelijk feestliederen instuderen en, door te zingen, meedelen in de feestvreugde. De twee leerkrachten zouden op 16 september 1940 de ouders worden van Johannes Pieter Pronk, kortweg Jan Pronk, PvdA-politicus en toenmalig minister. Linkshandig Mijn lagere schoolperiode begon in het vroege voorjaar van 1939 en ik trof er een alleraardigste onderwijzeres: juffrouw Deijs. Maar ik werd weldra geconfronteerd met een keerzijde van dit alleraardigste want ik was linkshandig! De juf merkte het en dat moest zo spoedig mogelijk worden uitgebannen. Elke onbewuste keuze mijnerzijds voor het ‘verkeerde’ schrijven werd bestraft. Ik moest dan de handjes op het bovenblad van de schoolbank leggen; daarop werd vervolgens een liniaal gelegd. Ik moest daarna als straf zó een tijdje blijven zitten. Ik zal nooit de ‘overtreding’ vergeten waarbij ik eveneens de beide handjes op het bovenblad van de bank moest leggen; daarop volgde een flinke pets met een liniaal. Het zal duidelijk zijn dat het met mijn handschrift nooit meer is goed gekomen. Klassikaal zingen deed ik graag; over een oud moedertje dat naar buiten strompelde omdat het in haar hutje zo koud was of over die grootmoeder die bij het kleppen van het Angelus het Onze Vader bad. Overigens geen notie wat een Angelus was! Over zingen gesproken: begin 1940 werd mijn school gevorderd door een Nederlandse legereenheid. Hoe het andere klassen is vergaan weet ik niet maar wij werden ondergebracht in een rooms-katholieke lagere school in de 2de Messstraat te Scheveningen. Naast het kruisbeeld boven de deur van de klas dat ons protestantjes nogal vreemd voorkwam was ook het zingen van een aangrenzende klas van die rooms-katholieke school merkwaardig. Hun zingen was eentonig en toen ik het thuis vertelde kon ik het alleen maar vergelijken met de eentonige klank van water dat men in een de grote zinken wasteil liet stromen. Het was ongetwijfeld Gregoriaans. Vader wordt soldaat Mijn vader kwam, zoals eerder gezegd, in september 1939 thuis in een legeruniform. Deze was grijsgroen van kleur evenals de muts die hij droeg. Om zijn onderbenen zaten windsels gedraaid, zeg maar een soort breed verband maar dan in de kleur grijsgroen. De muts werd door de broers, die altijd alles wisten, kepie genoemd en de windsels om de benen poeties. Ineens kwam het begrip ‘oorlog’ dichtbij. En wéér werd mijn vader uithuizig, zij het dat hij nu beter bereikbaar scheen. Hij verbleef in het eigen land en was gelegerd bij de strategisch belangrijke Moerdijkbrug en ondergebracht in een kampement bij het plaatsje Willemsdorp. Vader stuurde ons, zijn vier jongens, om beurten een ansichtkaart met daarop een foto van – of een getekende grap over soldaten. Alom klonken de soldatenliedjes die de broers allemaal kenden. Het ging om ‘Blonde Mientje’, ‘Wie heeft er suiker in de erwtensoep gedaan’, ‘Rats, kuch en bonen’ enzovoort. De grondigheid van de Führer Duitslands Adolf Hitler – Führer genoemd – was sinds 1933 alleenheerser. Hij wilde voor Duitsland ‘Lebensraum’, leefruimte, beter gezegd gebiedsuitbreiding. Daarom viel Duitslands strijdmacht in september 1939 Polen aan. Europa schrok op want, wat hier begon, waar zou het eindigen? Dat bleek in 1940. Hitler had met de bekende ‘Deutsche Gründlichkeit’ verordineerd dat zijn leger en luchtmacht op 10 mei 1940 om exact 03.55 uur – vlak vóór dageraad – Nederland zouden binnenvallen. Een voorbereid, krachtig Duits leger, een sterke luchtmacht met paratroepen en daarnaast volkomen ingesteld op bombardementen, dit alles viel naadloos georganiseerd samen. Wij sliepen nog, evenals een aanzienlijk deel van de vaderlandse natie en van de vaderlandse strijdkrachten. Dat gold ook voor mijn vaders eenheid. Deze moest bij Willemsdorp twee bruggen over het Hollands Diep bewaken. Hitlers ‘Blitzkrieg’ zou ons compleet verrassen en volkomen inpakken. Nederland was onvoldoende voorbereid op een oorlog. Rond en in Den Haag werd op die vrijdagochtend tussen 4.00 en 5.00 uur al gevochten en/of gebombardeerd. Grote eskaders Duitse transportvliegtuigen vlogen over, zoekend naar eerder geplande landingsplaatsen. Het waren Junkers-52 die óf para’s gingen droppen óf troepen zouden afzetten na hun landing op de militaire vliegvelden Ockenburgh, Ypenburg en Valkenburg dat echter nog in aanleg was. Dit laatste werd voor de Duitsers een misrekening. Mislukt De grasbodem van Valkenburg was namelijk nog onvoldoende gedraineerd. Als gevolg daarvan zakten gelande vliegtuigen weg in de weke grasbodem. Ze konden niet meer wegtaxiёn waarna hen opvolgende – landende – toestellen erop botsten met chaos tot gevolg. Men moest zelfs uitwijken naar het strand tussen Scheveningen en Katwijk om troepen te kunnen afzetten. Maar ten gevolge daarvan ging een numerieke meerderheid aan para’s en grondtroepen ontbreken waardoor een briljant lijkend Duits plan niet uitvoerbaar bleek. ©Piet Spaans Den Haag 2018 Historisch publicist en auteur
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 30-03-2018 en 1152 keer gelezen Like dit 560 Liked