Verstoorde nachtrust in de Haagse Zeestraat deel 5

5. De Rotterdam Loopers
Uit een veelheid van onbekende Scheveningse negosianten die, vanwege hun handel in verse vis, optrokken naar Rotterdam, trad één groep naar buiten die als een eenheid kon worden beschouwd. Over haar is, zij het beperkt, enige lectuur voorhanden waardoor zij in elk geval een mate van herkenbaarheid en zichtbaarheid krijgt, weliswaar niet als individu maar wél als een eenheid van hen. Die eenheid trad toentertijd naar buiten onder de opmerkelijke benaming: ‘Rotterdam Loopers’. Zij deden in feite niets anders dan alle anderen; het verschil was dat zij enerzijds wél in persoon opereerden maar dat zij anderzijds deelnamen aan een - plaatselijk - commercieel collectief, dan wel aan een coöperatie. Bedoeld collectief was min of meer los gekoppeld van díé Scheveningse negosianten die solistisch opereerden. De deelnemers aan het collectief wekken met hun benaming nog steeds de indruk dat zij vanwege hun negotie naar Rotterdam liepen, dus te voet, letterlijk als een ‘Looper’. Dit zal ongetwijfeld in daaraan voorafgaande eeuwen zo zijn geweest maar het zal in de loop van de 18de eeuw ongetwijfeld achterhaald zijn geraakt. De beurtschuiten deden hun intrede en vanaf toen konden de negosianten vanuit een der Haagse grachten naar Rotterdam afvaren. Dat gold voor allen, dus zowel voor de niet - als voor de wél aan het collectief verbonden negosianten. Die laatstgenoemden werden evenals alle anderen vervoerd met een beurtschuit naar Rotterdam, ze namen hun plaats in op de vismarkt, zij verkochten hun vis zoals alle anderen dat deden en zij trokken huiswaarts zoals ieder ander die in deze branche werkzaam was. En ook voor hen gold de ‘Ordonnantie op de Scheveningsche- en Zijdsche Zeevisch-Markt’ (1796-1882). Een bijzonderheid, dit collectief betreffend, gaat over hun vervoer naar Rotterdam. De beurtschuit die hen vervoerde was niet zómaar een trekschuit maar een speciaal voor hén varend schip. Dit lag volgens afspraak aangemeerd aan het Haagse Zieken. Het was vervolgens opmerkelijk dat alle laatstgenoemden na terugkeer in hun woonplaats als eindpunt kozen voor de Boegstraat. Dit plaatselijke straatje liep (en loopt nog steeds) parallel aan de Marcelisstraat. Het is feitelijk eerder een buurtje: een beetje pittoresk en rustig. Vele Scheveningers zullen vermoedelijk niet eens (meer) afweten van zijn bestaan. Maar juist dáár hadden de 18de - en de 19de eeuwse ‘Rotterdam Loopers’ hun erfjes met vermoedelijk op dat erfje een afdakje voor hun handelswaar. Velen onder hen hadden trouwens niet alleen een erfje plus een berging voor hun handel: zij wóónden inmiddels ook al daar. Het aantal onder hen dat zich daar als bewoner vestigde was groot. De plaats van vestiging van waaruit dit collectief opereerde riep ooit bij de dorpsgemeenschap de lust op om een en ander nader te omschrijven en inderdaad leidde het tot een heldere vondst: het ‘Rotterdamsch Erf’. Dat daar wonende negosianten de naam zélf zouden hebben bedacht ligt niet zo voor de hand. Het collectief beschikte over een schrijver die elke avond bij een desbetreffende negosiant kwam opnemen wat de vracht van hem zou zijn voor de volgende dag. Zo’n vracht werd nader omschreven als zijnde een ‘dracht.’ Zo’n dracht stond voor manden die elk een eigen inhoud kenden. Het ging bij zo’n dracht om tien - witte - bennen, om vier - Delftsche - bennen en om drie krielen. Een passagier/negosiant kon voor zijn rekening meerdere drachten laten meevoeren. De schrijver wist na zijn rondgang in elk geval het totaal der drachten van de leden en hij kon aan de schipper van de beurtschuit hierna - naast passagiers/negosianten - tevens de lading noemen welke diende te worden geborgen. Die schrijver zal hieraan ongetwijfeld nachtwerk hebben gehad want de passagiers/negosianten die waren aangesloten bij het collectief keerden pas in de loop van de avond vanuit Rotterdam terug. En pas dán kon hun schrijver beginnen aan de vracht en aan de namen van de passagiers/negosianten. Het blijkt trouwens dat net als op het strand óók in de Boegstraat somtijds vis werd afgeslagen maar het is onduidelijk hóé en waaróm.
© Den Haag 2018 Piet Spaans historisch publicist en auteur
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 24-05-2018 en 1198 keer gelezen Like dit 531 Liked