Hartelijk dank voor u like, dit is een ode aan de acteur
Pie, Hugo en Karel vertellen de leerlingen van de basisscholen De tweemaster en De Meerpaal
over het burgerinitiatief (2005).
In het najaar van 2008 kreeg ik te horen dat Pie ’s nachts in haar huis was gevallen en naar een ziekenhuis was gebracht. Omdat ik niet wist naar welk ziekenhuis en ik haar familie niet kon bereiken, heeft het een tijdje geduurd voordat ik wist dat ze in het ziekenhuis Leyenburg was opgenomen. Op een gure avond besloot ik haar op te zoeken. Ik vond haar op de 5e etage in een klein kamertje achter in de gang. Ik schrok enorm toen ik haar in bed met holle ogen in het niets zag liggen staren. Gelukkig was er ook een blik van herkenning. Verward vertelde ze het verhaal wat er die nacht was gebeurd. ‘Ik moest naar de wc en ben toen in het halletje gevallen.’ Ze vertelde dat ze hard om hulp had geschreeuwd en dat de buren uit de portiek er snel bij waren. Echter, de deur zat op het nachtslot en ze was niet in staat om hem te openen. Uiteindelijk heeft de brandweer de deur geforceerd en is ze met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Toen ik afscheid van haar nam dacht ik dat ik haar nooit meer in oude doen zou meemaken. Pie heeft haar woning in de Pluvierstraat 425 nooit meer teruggezien. Er zou voor haar nog een moeilijk periode aanbreken. In 2008 bezocht ik haar in het verpleeghuis Duinrust. Ze zag er verdrietig uit. Haar kamer was somber, kaal en niet echt schoon, het zou voorlopig haar onderkomen zijn. Over een paar dagen zou het kerst zijn. Ze zei dat ze zeer verdrietig was dat ze de kerstdagen niet in haar eigen woning in Duindorp kon vieren.
‘Karel, ik heb bijna mijn hele leven in Duindorp gewoond. Je kunt iemand toch niet zomaar uit zijn huis halen.’
Een maand later kreeg ze een betere kamer met een klein keukentje in Duinrust. Toen ze haar spulletjes uit de Pluvierstraat weer om zich heen had voelde ze zich steeds meer op haar gemak. Toch is ze lang blijven hopen dat ze terug zou keren naar haar eigen woning.
Mooie jaren gingen voorbij. Op visite gaan bij Pie was bijna net als voor 2008. ‘Hallo, leuk je weer te zien. ‘Het is wel een tijdje geleden hè.’
In begin zette ze zelf nog koffie of thee. Uiteraard met iets lekkers erbij. Pie hield van snoepen en praten. De(zelfde) verhalen bleven komen, maar steeds meer viel ze in herhaling of was ze de draad kwijt. Als ik haar opzocht in de gezamenlijke huiskamer in het souterrain veerde ze op en zei gelijk: ‘Zullen we naar boven gaan naar mijn kamer om een bakkie te drinken?’ De andere mensen aan de grote ronde tafel keken ons dan met een naar binnen gericht blik aan. Ik vond dat Pie daar niet thuishoorde. Ze waste zich nog zelf en mopperde dat ze haar schorten niet kon strijken omdat ze geen strijkbout en strijkplank had. Als de verpleegster om tien uur haar medicijnen kwam brengen vroeg ze altijd of ze een snoepje wilde. ‘Neem er maar twee’ was standaard haar antwoord als op het aanbod werd ingegaan.
Pie vroeg me vaak hoe het met die of die ging.
‘Komen die dan nooit op bezoek’ vroeg ik haar dan.
‘Nee, alleen mijn broers en mijn schoonzus komen op bezoek.’
Op 16 januari 2011 bezocht ik Pie voor haar 92e verjaardag. Dick en Irene Teske waren er ook. Het werd een gezellige avond. Het viel me op dat ze krommer was gaan lopen. En steeds vaker naar het juiste woord moest zoeken. Toch was ze in vergelijking met de andere bewoners van het verpleeghuis nog steeds erg monter.
Karel, Kulk, Dick en Irene Teske bij de 92e verjaardag van Pie. 16 januari 2011
Op 25 februari 2012 besloot ik een bezoekje aan Pie te brengen. Ik had haar al een tijdje niet gezien en was zeer benieuwd hoe het met haar ging. Ik ging regelrecht naar de gezamenlijke huiskamer waar ze de laatste tijd regelmatig was te vinden. In gedachten zag ik haar lach als ze me zag. Ik liep de trap af naar het souterrain en rook de zure lucht die daar altijd hing. In de ongezellige huiskamer zaten slechts vier mensen aan een tafel bij de ingang. Voor de rest was de grote zaal helemaal leeg, dacht ik. In het midden zat iemand onderuitgezakt in een rolstoel. Het was Pie. Ik had haar nog niet eerder een rolstoel gezien. Ze sliep met haar hand onder haar hoofd, ze zag er erg slecht uit. Ik riep zachtjes haar naam. Er kwam geen reactie. Nogmaals riep ik haar. Zonder resultaat. Ik aaide haar over haar wang en schudde voorzichtig aan haar schouder. Ze bleef doorslapen. Ik ging naast haar zitten en wachtte tot ze wakker zou worden. Mijn hand rustte op haar verweerde hand. Na een half uur was Pie nog in diepe slaap. Ik voelde me beschaamd dat ik foto’s van haar nam. Af en toe zag ik een verpleegster lopen die even keek maar dan weer verder ging met haar werk. Wat vreemd dat men niet even naar haar komt kijken dacht ik. Weer riep ik Pie bij haar naam. Langzaam werd ze wakker en keek ik in de ogen van iemand die niet meer lang had te leven.
‘Hallo, ben jij het’ zei ze. De altijd zo vrolijke lacht van herkenning en glinstering in haar ogen bleven uit. We spraken even met elkaar totdat een verpleegster haar kwam halen om haar naar haar kamer te brengen. De verpleegster vertelde dat Pie erg ziek was geweest maar nu weer een beetje opknapte. Met een flauwe lach liet Pie zich door de verpleegster naar haar kamer rijden.
Karel bezoekt Pie in Duinrust. 25 februari 2012
In juni 2012 ging ik bij Pie op bezoek. Haar telefoon was inmiddels afgesloten dus kon haar niet vragen of het uitkwam. In de gezamenlijke huiskamer zag ik haar niet zitten. Haar kamer was op slot. Bij de balie van Duinrust informeerde ik waar ze was. Daar vertelde ze me dat Pie was gevallen en haar heup had gebroken. Ze lag nu in het verpleeghuis Bosch en Duin aan de Scheveningse weg.
‘Dan ga ik haar daar nu nog even gedag zeggen.’
Ik wandelde via de Kanaalweg naar het verpleeghuis Bosch en Duin. Binnen vroeg en verpleegster wie ik zocht.
‘Mevrouw Roeleveld-Bal’ antwoordde ik.
‘Oh die heb ik net haar slaappil gegeven. Wie bent u?’
‘Een goede kennis. Hoe gaat het met haar?’
‘Een stuk beter, ze heeft nu minder pijn. Ze ligt samen met haar schoonzus, die hier ook is opgenomen, op één kamer. Loopt u maar met me mee dan kunt u haar even dag zeggen.’
Ze opende de deur van de kamer en wees naar het bed waarin Pie lag. Ik vond dat ze er beter uitzag dan de laatste keer in Duinrust. Ik wreef zacht over haar wang en zei haar gedag.
‘Ik zal morgen tegen haar zeggen dat u vanavond bent geweest’, zei de vriendelijke verpleegster.
‘Zeg maar dat ik van de week nog langskom’.
Het was de laatste keer dat ik Pie had gezien.
In De Scheveningsche Courant van 25 juli 2012 las ik dat Petronella Roeleveld-Bal op 23 juli was overleden. Het is voor mij een eer deze geweldige vrouw te hebben gekend. Ze was een vrouw met een groot en warm hart voor Scheveningen
Zie ook video TV-West item over burgerinitiatief vissersmonument 2005 – mp4
Actie nieuw vissersmonument 2005.mp4
Copyright Karel Kulk
Scheveningen 2021
Karel Kulk
Like dit 195 Liked