Hartelijk dank voor u like, dit is een ode aan de acteur
Geraadpleegde bronnen:
Verslagen commissievergaderingen en raadsvergaderingen
Stukken woningbedrijf Vestia
Woonwensen onderzoek van Marco Polis Advies
De Scheveningsche Courant
e Haagsche Courant
TV-West
Leidsch Dagblad
Landelijke kranten en TV
Stukken van Actiecomité Stop Ontwikkelingen Sloop Duindorp (SOS Duindorp)
Inspreekteksten van Duindorpers commissievergaderingen en raadsvergaderingen
Nieuwsbrieven Duindorp SOS
‘Het heeft mij nu wel te lang geduurd dat er dagelijks shit over Duindorp wordt verteld. Hier is nog een echte geboren en getogen Duindorper. Geboren in de Flakkeesestraat 65 en nu nog wonende in Duindorp. Ik kom uit een familie van 8 kinderen, twee meiden en 6 jongens. Iedereen heeft het over haring, hoe lekker die is. Nou, ik heb daar een fobie van over gehouden. Ik was de jongste van het gezin. Mijn vader werkte in de vis en mijn broers voeren op vleetloggers en trawlers. Bij binnenkomst van mijn broers was ik als jongste van het gezin altijd de lul om haring naar de buren of familieleden te brengen. In die tijd wist je niet anders, maar om te zeggen die goeie ouwe tijd! In die tijd speelde geloof en politiek een grote rol in Duindorp. Mijn vader was een communist. Wist jij veel wat dit inhield als kind zijnde. Ik heb potverdomme nog ‘De Waarheid’ rond gebracht en weet dat ik daarvoor veel naar het ‘Eiland Vloek’ moest fietsen. Als jongetje van 15 jaar wilde ik graag bij de PTT gaan werken. Maar omdat mijn vader in die tijd links was werd ik afgewezen. Mijn vader heeft altijd de goede waarden en normen aan mij doorgegeven. Vecht voor de arbeider en gebruik je stem. Ik ben niet gelovig, maar ik hou godverdomme van Duindorp.’
Op dinsdag 5 januari 1993 om 19.15 uur werd door het Wijkberaad Duindorp een openbare vergadering gehouden met als agendapunt de oprichting van een werkgroep ‘Mentaliteitsverandering.’ De aanleiding waren publicaties in Het Binnenhof en De Haagsche Courant over vreemdelingenhaat en acties van de extreemrechtse Centrum Partij in Duindorp. De werkgroep moest het negatieve imago van Duindorp m.b.t. vreemdelingehaar in Duindorp onderzoeken en verbeteren. De volgende thema’s zouden worden onderzocht: werkloosheid, verpaupering, racisme en discriminatie. Voor het bijwonen van deze vergadering had ik de volgende Duindorpse SP-leden benaderd: de Iraanse vluchtelingen Reza en Mosugan Payandeh, Hans Holstein en zijn Filipijnse vrouw Sofia, Henny de Lange, Bernard Quist en zijn Ierse vrouw Kathleen. Het Iraanse gezin was met zoon Milad in 1990 in de Wieringsestraat 442 komen wonen. Mosugan, gekleed in een prachtig mantelpakje, stal met haar verschijning de blikken van de aanwezigen in Het Trefpunt. De verontruste aanwezige Duindorpers vonden vooral dat allochtonen de Nederlandse zouden moeten leren. Mosugan Payandeh vroeg het woord aan voorzitter Leen Roelveld. In perfect Nederlands vertelde ze waar ze vandaan kwam en waarom ze naar Nederland was gevlucht. Ook gaf ze haar mening over de situatie in Duindorp. Ik zag gedurende de 10 minuten dat Mosugan aan het woord was verbazing bij de aanwezigen. Toen ze klaar was vroeg Gijs Vrolijk hoe ze zo goed Nederlands had leren spreken en hoelang ze al in Nederland verbleef. De Iraanse antwoordde: ‘nog geen twee jaar en door les te nemen.’ Het werd even stil in Het Trefpunt. Ik heb het gezin Payandeh nog regelmatig bezocht. Ze zijn ook een keer bij mij en mijn vrouw op visite geweest. Toen het gezin uit Duindorp vertrok was Mosugan bezig met een opleiding voor politieagente. Jaren later kwam ik haar tegen in de Keizerstraat. Ze vertelde dat ze was geslaagd en in uniform op straat patrouilleerde.
In 1994 verscheen de gemeentelijke notitie ‘Duindorp op koers.’ De notitie vermeldt dat met tien zgn. sleutelfiguren interviews zijn gehouden. De belangrijkste problemen die werden genoemd waren: overlast door jongeren, onveiligheid/beheer openbare ruimte, woningdifferentiatie en inplaatsingsbeleid. Tevens werden ook genoemd: ‘Inbraak, gebrekkige infrastructuur, trage gemeente, vernielingen, vijandige houding tegenover buitenlanders, overlast van buitenlander, toenemende agressie en gesloten gemeenschap voor nieuwkomers.’ Duidelijk was dat er iets moest gebeuren in Duindorp. Het zou nog tot 1996 duren voordat de contouren van een integraalplan voor Duindorp zichtbaar werden. Dat gebeurde in de periode van het nieuwe bestuur van de Bewonersraad Duindorp. De pas in Duindorp komen wonen Dick van Ekelenburg was als voorzitter van de Bewonersraad gekozen. Hij was een van de ondertekenaars op 31 maart 1998 van het Convenant Duindorp. Van Ekelenburg zou de komende tijd nog een belangrijke rol in Duindorp gaan spelen.
Mede door de problemen in Duindorp kwam Woningbedrijf Vestia Den Haag/Scheveningen met het plan om de wijk te vernieuwing. Het idee werd zowel door het gemeentebestuur als bewonersorganisaties van Duindorp gesteund.’ Besloten werd om de projectgroep ‘Verkenning toekomstperspectief Duindorp’ op te richten. Op 26 augustus en 16 september 1997 werden in Ons Centrum in Duindorp bijeenkomsten door de projectgroep Verkenning toekomstperspectief Duindorp gehouden. De leden van de projectgroep waren: de heer Overmeer namens de DSO van de gemeente Den Haag, de heer Entrop namens het Woningbedrijf Vestia Den Haag/Scheveningen, Leen Roeleveld van het Wijkberaad Duindorp, Dick van Ekelenburg van de Bewonersraad Duindorp, de heer Engels van de Woonbond en de heer Van Heuven van het Adviesbureau Zebra. Van Heuven, die voorzitter was van de projectgroep, zou later interim-directeur van Vestia Den Haag/Scheveningen worden. Een aantal bewoners zaten op persoonlijke titel in de projectgroep. Voorzitter van de Projectgroep was dominee Jan Eerbeek van de Prinses Julianakerk in Duindorp. Met name stonden de problemen in de wijk centraal zoals: De ‘Bogen’ van de hoven en differentiatie van de woningvoorraad in de wijk. Ook de onvoldoende ouderenwoningen stond op de agenda. In het verslag van de bijeenkomst op 26 august 1997 wordt al gesproken over de sloop van 700 woningen. Het zouden er 1100 worden. De heer Engels van de Woonbond reageerde als volgt op de visie van de heer Van Heuven: ‘Het is verbazingwekkend dat er geen onderzoek is gedaan naar de woonwensen en ervaringen van de wijkbewoners. Spreker is ook niet op voorhand overtuigd van de door de inleiders veronderstelde verband tussen sociale problematiek/leefbaarheid en de ruimtelijke, fysieke problematiek van Duindorp. Men zou er goed aan doen het leefbaarheidsaspect eerst grondig te analyseren, waardoor een onderscheid kan worden gemaakt tussen wat eer structureel loos is en wat meer incidenteel gekleurd is. In het rapport wordt gesteld dat de verhuurbaarheid van de woningen in Duindorp minder wordt, maar tegelijkertijd valt te lezen dat die verhuurbaarheid toch nog gunstig afsteekt bij gemiddeld Den Haag. Ook op dat punt is dus nadere onderbouwing nodig om het ‘negatieve verhaal’ hard te maken. Is de hogere mutatiegraad en het weigeren van woningen niet bijvoorbeeld beperkt tot een klein deel van de wijk, terwijl het elders in de wijk nog ‘redelijk goed loopt?’ Van bewonerszijde wordt het volgende onder de aandacht gebracht: ‘De teruglopende leefbaarheid, aangegeven dat het begonnen is met het afbreken van het jongerenhonk de O’ Blok. Jongeren hadden hun eigen plek en met het verdwijnen daarvan ging de jeugd door de wijk zwerven. Het missen van een vaste plek had ook zijn gevolgen voor ‘De Bogen.’ Daarnaast is het zwembad, naast andere voorzieningen, verdwenen en ook dat heeft gevolgen voor de leefbaarheid in de wijk. Monumentenzorg zou eens aangesproken moeten worden op de, naar men zegt, slechte staat van de huizen (hoven) die onder die dienst vallen.’ De heer Van Entrop van Vestia zegt: ‘Niet eerder met de Wieringsestraat te beginnen als ook op hetzelfde moment of eerder de problemen bij De Bogen worden aangepakt. De Bogen zijn bouwtechnisch het slechtste onderdeel van de woningvoorraad van het Woningbedrijf in Duindorp en de mutatiegraad is hoog. Er moet wat gebeuren, maar dat is niet eenvoudig, waar ook Monumentenzorg en de gemeente bepaalde eisen stellen.’ Voorzitter Van Heuven bespeurt in het laatste halve uur van deze eerste bijeenkomst een ‘minder grote twijfel’ waar het gaat om de noodzaak van de ingreep. Een bewoner die uit de Zeezwaluwhof naar de nieuwbouw in de Doggersbankstraat was verhuisd benadrukt deze zienswijze door op te merken: ‘dat het plezierig is te verhuizen van een kleine woning zonder wooncomfort naar een ruime woning, voorzien van alle gemakken. De hogere woonlasten neemt hij graag voor lief.’ Een andere bewoner reageert dat het ‘hier om een vrijwillige verhuizing gaat en dat is wat anders dan 700 gedwongen verhuizingen.’ Voorzitter Van Heuven vindt dat spreker dit ‘dramatiseert.’ Door een andere bewoner wordt opgemerkt dat als gevolg van gedwongen verhuizing ‘wel eens doden zouden kunnen vallen.’ Opmerkelijk is dat de leden van de projectgroep al wisten dat er 700, later werden dit er 1100 woningen, 50% van het totale sociale woningenbestand van Vestia in Duindorp zou worden gesloopt. De huurders zijn pas veel later op de hoogte zijn gebracht. De Duindorpers zouden pas eind 1997 het omstreden ‘Woonwensenonderzoek’ kunnen invullen met de misleidende vraag of ze bezwaar zouden hebben als een ‘aantal’ (Sic!) woningen voor de verbetering van de wijk zou worden gesloopt. Tijdens de commissie- en raadsvergadering over Duindorp bleek dat Van Heuven en andere leden van de projectgroep zich niet hadden gerealiseerd hoe emotioneel de Duindorpers betrokken waren met de sloop van hun woningen. De wijk was enorm verdeeld over de sloopplannen. Het merendeel van de direct betrokken bewoners woonden aan de zeezijde van de Pluvierstraat. Voorstanders van de sloop, veelal met een eigen huis, woonden aan de landzijde van de Pluvierstraat. Diversen woningeigenaren hebben hun oude woning verkocht en wonen nu op een mooie locatie, waar eens sociale woningbouw heeft gestaan. De Pluvierstraat, die Duindorp van oost naar west doorkruist, was in feite de grens tussen voor- en tegenstanders van de sloop van 1100 sociale woningen. Overigens, dateren de plannen voor een grootschalige sanering van Duindorp al uit begin jaren ’90. Op 24 maart 1992 schreef ik wethouder Noordanus van Ruimtelijke Ordening en Stadsvernieuwing een brief over de vervanging van de jongerencentra ‘De Meeuw’, ‘O’ Blok’ en het wijk- en dienstencentrum ‘Het Trefpunt.’ In een brief aan de gemeenteraad van 21 december 1992 schreef wethouder Noordanus het volgende: ‘Naar aanleiding van uw brief van 24 maart 1992 kan ik u meedelen dat momenteel, in overleg met het Woningbedrijf Scheveningen, gewerkt wordt aan een integraal plan voor Duindorp, waarin ook diverse woningbouwopties worden opgenomen.’ Woningbedrijf Scheveningen was de voorloper van Vestia.
Ondanks de problemen in Duindorp, met name in de hoven, kreeg de Meeuwenhof in 1993 de ‘Gouden Klinker.’ De klinker wordt door het gemeentebestuur gegeven als een buurtgemeenschap die had verdiend voor de leefbaarheid in hun wijk. Wethouder Vlaanderen plaatsten in 1992 Gulden Klinker. Vier Jaar later zouden de eerste vergadering worden belegd om de problemen in Duindorp op te lossen door sanering van 1100 woningen en de Meeuwenhof en Pluvierhof.
Mijn eigen ervaring met problemen in Duindorp was begin 1994 toen ik voor de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1994 in Duindorp SP-folders aan het rondbrengen was. Ik liep in de Pluvierstraat richting de Houtrustweg. Het was donker en niet druk op straat. Toen ik de ‘Boog’ van het Meeuwenhof naderde zag ik dat er een brandje onder de Boog was. Een agent probeerde samen met zijn vrouwelijke collega de brand te doven. Onder de Boog van het Pluvierhof, aan de overkant, stond een groep jongens naar de agenten te kijken. Een ogenblik dacht ik ergens anders in Duindorp verder te gaan met rondbrengen van de folders maar besloot toch verder te gaan. Ik liep langs de brand en de twee agenten en maakte een praatje met hen. Een opgewonden jongen, van de groep onder de Boog Pluvierhof, kwam dreigend op ons af en reageerde agressief op de agenten en mij. ‘Wat heb jij hier te zoeken,’ beet hij me toe. ‘Ik ben folders van de SP aan het rondbrengen,’ zei ik hem. Hij keek me aan en ik zag dat zijn pupillen behoorlijk groot waren. De groep onder de Boog van het Pluvierhof begon zich er ook mee te bemoeien door het schreeuwen van allerlei verwensingen. Ik zag dat beiden agenten zich niet op hun gemak voelden en dat gold ook voor mij. Uiteindelijk ging de opgewonden jongen terug naar de groep en ik ging verder met mijn werk.
In februari 1997 verscheen van de gemeentelijke dienst OCW en notitie waarin de volgende problemen en oplossingen voor Duindorp werden geschetst. In de inleiding wordt onder andere het volgende vermeld: ‘De wijk Duindorp wordt al enige tijd in toenemende mate geconfronteerd met overlast veroorzaakt door (een zeer klein deel van de) jongeren. De harde kern, bestaande uit vijf jongeren uit de ‘Meeuwenhof-groep’ en eenzelfde aantal uit de ‘Tesselseplein-groep’, houdt zich bezig met ernstige uitingen van racisme en discriminatie (o.a. elkaar de Hitlergroet brengen), agressieve houding tegenover niet-Nederlanders, intimidatie en geweld, vandalisme, vernielingen en kleine criminaliteit. De totale “Meeuwenhof-groep bestaat uit ongeveer 30 personen. De Tesselseplein-groep” bestaat uit ongeveer 20 personen waaronder een aantal meiden.’ Een aantal instellingen in de wijk Duindorp heeft schriftelijk te kennen gegeven dat volgens hun de grenzen van het toelaatbare worden overschreden. In de notitie worden de volgende suggesties gedaan om de problematiek in de wijk op te lossen. Het wijkkader bestaande uit kerken, scholen en het wijkberaad van Duindorp spreekt in de notitie haar verontwaardiging/afkeuring uit over de gesignaleerde problematiek. Het wijkberaad Duindorp heeft inmiddels het goede voorbeeld gegeven door in haar wijkkrant openlijk/publiekelijk afkeuring uit te spreken over het gedrag (van een klein deel) van de Jongeren van Duindorp. Bekladding oorlogsmonument op Tesselseplein. De kerken vragen regelmatig bij hun bezoekers aandacht voor deze materie. Zowel het wijkberaad als de kerken willen een tentoonstelling organiseren met het thema Tweede wereldoorlog zodat er een koppeling kan worden gelegd naar de jaarlijkse 4 mei herdenking op het Tesselseplein.
Begin februari 1998 was ik samen met Cees de Jager SP-folders in Duindorp aan het verspreiden. Op 4 maart 1998 zouden er gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden. Tijdens het flyeren zagen we achter ramen pamfletten hangen met de tekst: ‘Geen sloop van onze woningen.’ In de Wieringsestraat nummers 566 en 576 hingen ook pamfletten tegen de voorgenomen sloop van sociale huurwoningen in Duindorp. Voor de portiek stonden twee jonge vrouwen. Het waren Pieta Guyt en Nel Zoutenbier. We raakten aan de praat en al snel werd duidelijk dat Pieta en Nel zich niet zonder slag of stoot uit hun huis zouden laten zetten. Ik adviseerde Pieta en Nel om een actiecomité tegen de sloopplannen op te richten. ‘Hoe moet je dat dan doen’ reageerde de goedgebekte Duindorpers. ‘Een vergadering beleggen met de mensen die een poster achter hun raam hebben hangen’ was mijn antwoord. ‘Kunnen jullie dat niet doen’ was hun reactie. ‘Oké’, maar iemand van jullie moet dan wel voorzitter worden. Ik ben wel in Duindorp geboren maar woon er niet meer en Cees heeft een eigenhuis in de Terschellingsestraat.’ Ze stemden beiden in met mijn voorstel. Met Cees sprak ik af om bij de mensen met een poster achter hun raam aan te bellen en vragen of ze zich wilden aansluiten bij het actiecomité tegen de sloop van hun woning. De eerste woning waar ik aanbelde was in de Wieringsestraat 486. Een vrouw deed open. Ik stelde me voor en vertelde in het kort wat de bedoeling was. De vriendelijke vrouw riep haar man die ik het verhaal nogmaals vertelde. Hij reageerde enthousiast en vroeg me binnen te komen voor een kopje koffie. Ze stelde zich voor als Dik en Cocky Roeleveld en vertelde dat ze hun hele leven al in Duindorp woonden en op een Christelijk koor zaten. De man wilde zich wel inzetten in het actiecomité. Ik zou deze prachtige mensen maar een jaar mogen meemaken. Op 2 juli 1999 verongelukte Dik en Cocky tijdens hun vakantie in Oostenrijk. De rouwdienst in de Pniëlkerk in Duindorp trok veel belangstelling. Binnen twee uur hadden Cees en ik een aantal mensen bereidt gevonden om actie te voeren tegen de sloopplannen. Drie dagen later was de eerste vergadering bij Nel Zoutenbier thuis. Besloten werd dat we onder de naam ‘Stop Ontwikkeling Sloopplannen Duindorp’ (S.O.S. Duindorp) die ik had bedacht actie te voeren. Nel werd met algemene stemmen tot voorzitter gekozen. Ik zou namens het Comité Leefbaar Scheveningen, later werd dit Platform Rust aan de Kust, de acties organiseren en coördineren. In de praktijk kwam dat neer dat alle brieven, persberichten en nieuwsbrieven door mij zouden worden geschreven. Op 23 maart 1998 schreef SOS Duindorp aan voorzitter Leen Roeleveld van Wijkberaad Duindorp het schandalig te vinden als het convenant zou worden getekend zonder eerst de bewoners goed te informeren. SOS Duindorp verzocht het wijkberaad om op korte termijn een voorlichtingsavond in Ons Centrum te organiseren.
Convenant getekend Op 6 april 1998 werd in wijk- en dienstencentrum Het Trefpunt een informatiebijeenkomst gehouden over de sloopplannen. De agenda: 1. bekendmaking en uitbreiding van het actiecomité SOS-Duindorp; 2. informatie over de grootschalige sanering; 3. voorkomen dat het convenant, voor de sloop van 1100 woningen, door het gemeentebestuur, Vestia, Stichting Wijkberaad en Bewonersraad zou worden ondertekend. Het Trefpunt was stampvol en er heerste een broeierige sfeer. Het Wijkberaad en de Bewonersraad waren op 13 april 1998 schriftelijk uitgenodigd. Leen Roeleveld, Jaap Spaans en Bob Smits waren die avond aanwezig. Vlak voor de aanvang van de vergadering vernam ik van Adriaan Pels, redacteur bij De Scheveningsche Courant, dat het convenant op 31 maart 1998 door alle partijen in het geheim was getekend. Toen ik dit aan de zaal meedeelde werd de sfeer er niet beter op. Op 23 maart 1998 had SOS Duindorp een brief aan het wijkberaad gestuurd over onder andere het convenant. Achter in een donker gedeelte van de zaal riep een persoon herhaaldelijk: ‘Centrumpartij’ en dat de sloop de schuld van allochtonen was. Ik vroeg hem vriendelijk naar voren te komen en zijn verhaal voor de microfoon te houden. Hij maakte van dit aanbod geen gebruik. Op een gegeven moment trok Bob Smits van de Bewonersorganisatie de microfoon uit mijn hand om vervolgens te keer te gaan over het asociale gedrag van de bewoners uit de Meeuwenhof.
‘De broodkorsten zitten tegen de muur in de Meeuwenhof.’ Op de vergaderingen werd besloten dat SOS-Duindorp een enquête zou houden onder de huurders van de 1100 woningen die gesloopt zouden worden. De uitslag zou worden overhandigd aan burgemeester Deetman.
Na de informatiebijeenkomst in Het Trefpunt op 6 april 1998 werd de actie doormiddel van een handtekeningenactie onder de aandacht van de direct betrokken Duindorpers gebracht. Een meerderheid reageerde door de handtekeningenlijst getekend te retourneren. Doormiddel van een raamaffiche met daarop de tekst ‘Voelt u zich ook verkocht en verraden’ gaven de Duindorpers uiting van hun gevoelens. Opmerkelijk was dat veel ouderen, die aan de kerk waren verbonden, het affiche ook achter hun raam hingen. Sommige Duindorpers gaven in een brief aan SOS Duindorp blijk van hun boosheid en emoties over de sloopplannen. Ze hadden het gevoel dat ze door het Wijkberaad- en de Bewonersraad van Duindorp niet serieus werden genomen. De voorzitter van de Bewonersraad Dick van Ekelenburg, een van de ondertekenaars van convenant, vond het allemaal erg overtrokken en was van mening dat over de sanering van Duindorp goed was gecommuniceerd met de wijk. Hij gaf blijk geen begrip te hebben voor de zorgen van (oude) bewoners die na vijftigjaar hun huis uit moesten. In Duindorp vroeg men zich af wie Dick van Ekelenburg, die twee jaar eerder, in 1996, in Duindorp was komen wonen. In het hetzelfde jaar stelde hij zich kandidaat voor de verkiezingen van een nieuw bestuur van de Bewonersraad van Duindorp. Wie was hij eugenlijk? Waar kwam hij vandaan? Zijn verkiezingsleuze was: Ik stel mij kandidaat omdat er nog veel te verbeteren valt voor huurdersbelangen.’ Hij was een van de tien kandidaten en kreeg van de 333 geldige stemmen die waren uitgebracht 22 stemmen. Het actiecomité SOS Duindorp werd uitgebreid met de volgende personen: Barry Rog, (verbonden aan de Prinses Julianakerk) Yvonne van der Toorn, Astrid Jeremic-van der Harst, Dik van de Niet, Monique Schaap, Bella Roos, Floor de Jager, M. de Jong en Bert Molle (eigenaar woning in de Pluvierstraat). Ik zou de vergaderingen en acties voorbereiden. Dik Roeleveld had besloten dat hij de actie tegen de sloop op zijn eigen manier zou steunen. Eén van de uitgangspunten van SOS-Duindorp was tegen massale sloop maar wel voor verbeteringen van de wijk. Korte daarna zouden nog een aantal Duindorpers het actiecomité komen versterken. Drs. Astrid Jeremic, die met haar Joegoslavische man in het laatste gedeelte van Markensestraat woonde, was de achterbuurvrouw van Nel Zoutenbier en Pieta Guyt. Op 13 april 1998 schreef SOS Duindorp een brief aan burgemeester Deetman met het verzoek om samen met hem door Duindorp te wandelen. De burgemeester heeft dit verzoek niet gehonoreerd. Op de commissievergadering Ruimtelijk Ordening en Volkshuisvesting (ROSV) van 27 mei 1998 fileerde Astrid Jeremic haarscherp de onderbouwing van het ‘woonwensenonderzoek’ dat onder 3200 inwoners van Duindorp was gehouden. De wethouder en raadsleden hadden nauwelijks een weerwoord. In bijna paginagroot artikel in De Scheveningsche Courant van 10 juni 1998 beschrijft ze de nog eens de onzorgvuldigheden in het woonwensenonderzoek en zegt ze dat minder dan 10% akkoord is gegaan met de sloopplannen. In het artikel zegt ze het volgende: Astrid Jeremic: ‘In het verslag van het woonwensenonderzoek dat wordt gesteld dat 75% van de bewoners zich heeft uitgesproken voor een grotere woning, ook al zouden de hiervoor woningen gesloopt moeten worden. Hoe komt men erbij, wie zeggen dat? Er stond maar één regelrechte vraag in het woonwensenonderzoek: ‘mijn voorkeur gaat uit naar het slopen van mijn huidige woning en in de nieuwgebouwde woning op dezelfde plek te wonen. Slechts 9.7% van de respondenten antwoordde ‘ja’ op die vraag. Waarom wordt dan toch die 75% gehanteerd? Bovendien kun je nog vraagtekens zetten bij die 8,7%. Wie zijn dat? De enquête is naar 3200 mensen in héél Duindorp gestuurd en er kwamen 1398 antwoorden. Van de huurders reageerde 51.7%, van de mensen met een eigen woning 28.8%. Komt die 9.7% toevallig van allemaal huurders die in het sloopplan wonen? Of hebben andere die niet betrokken zijn meebeslist dat ‘mijn’ woning tegen de vlakte kan? We hebben om een uitsplitsing gevraagd die ook toegezegd is maar nog moet komen. Ik ben een groentje voor wat betreft de (Haagse) politiek. Maar is dit nu democratie? Mijn man komt uit het voormalige Joegoslavië en ik weet iets van autoritaire systemen. Is het hier veel anders? De wethouder gaat niet in op redelijke argumenten en kan op onvoorwaardelijk steun van de collegepartijen rekenen, die zich op hun beurt weer doof voor argumenten en feiten houden,’ sluit Astrid het interview met Adriaan Pels van De Scheveingsche Courant af. In een brief van Vestia gedateerd 12 juni 1998, kenmerk jmc/18943/mv aan de leden van SOS Duindorp en de leden van de Projectgroep Duindorp wordt vermeld dat de antwoorden op de vragen in het woonwensenonderzoek 2.26 tot en met 2.30 zijn uitgesplitst op basis van de postcodes in Duindorp. In de brief vermeldt mevrouw Jenny Commandeur, hoofd huurderszaken van Vestia Den Haag/Scheveningen het volgende: ‘Ik heb aangegeven welke postcodes in de verschillende sloopfasen zitten, zodat de antwoorden daarop geselecteerd konden worden. Zoals u in de frequentietabel kunt zien, zijn er in het totaal 1358 enquêtes verwerkt, waarvan 811 uit de gebieden waar geen sloop voorgesteld is en dus 547 uit de zes sloopgebieden.’
Op een gegeven moment zag ik dat er ook SP- affiches tegen de sloopplannen achter een aantal ramen hingen. Omdat ik wist dat op die adressen leden van de SP woonden heb ik SP-voorzitter Fred Wezenaar van de afdeling Den Haag gebeld en hem verzocht de affiches te verwijderen. In het begin van de actie probeerde voorzitter Fred Wezenaar van de SP Den Haag, de actie over te nemen. Ik hem verzocht daarmee te stoppen. Fred vond dat ik, als lid van de SP, de actie onder de vlag van de SP zou moeten voeren. Ik heb hem gezegd dat de Duindorpers best hun eigen belangen konden verdedigen. Tijdens de behandeling van de sloopplannen in de gemeenteraadsvergadering van 3 juli 1998 heeft Fred mij gefeliciteerd met de goed georganiseerde actie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998 kwam de SP met drie mensen in de gemeenteraad. Het waren: Helga Hijmans, Ruud van der Hulst en André Obdam. Helga was een bevlogen raadslid die rechtsongelijkheid en armoede steevast onder de aandacht van het college bracht. Ruud had onder andere gezondheid in zijn portefeuille. Hij was zelf gehandicapt waardoor de raadszaal enigszins voor hem moest worden aangepast. Samen met André Obdam hadden beiden actiegevoerd tegen de sloopplannen In Den Haag Zuidwest. In de raad maakte André zich hard tegen de sloop van 1100 sociale woningen in Duindorp. Op een gegeven moment werd hij betrokken – niet door mij - bij SOS Duindorp. Ik heb hem gezegd dat de actie in Duindorp geen speeltje van de SP mocht worden. Hij was het daarmee volkomen eens en zei dat hij de aanpak van SP-voorzitter Fred Wezenaar niet verstandig vond. In Duindorp stemde 155 kiezers op de SP. André Obdam zou later uit de SP-fractie stappen en als zelfstandig raadslid verder gaan onder de door hem opgerichte ‘Betrokken Burger Partij.’ Helaas zijn deze drie strijdbare mensen overleden. André Obdam bezocht ik een week voor zijn overlijden, op 14 mei 1999, in zijn woning aan de Meppelweg 345. Zijn laatste woorden tegen mij waren: ‘Karel, ik heb mijn best gedaan.’ Helga overleed op 17 maart 2008. Behalve familieleden en vrienden waren er ook veel leden van de gemeenteraad aanwezig. Het was ontroerend om te zien hoe haar kleinkinderen bij de kist aan het spelen waren. Toen ik afscheid van haar nam liet ik mijn rode sjaal achter op haar witte kist. Ruud van der Hulst overleed op 17 juli 2014. In augustus 1998 had ik voor Astrid en Nel een gesprek met SP-Tweede Kamerlid Remi Poppe geregeld. Het leek me verstandig om daar zelf niet bij te zijn. Een dag voor de afspraak had ik bij de twee dames een conceptbrief afgeleverd met het verzoek of ze het eens waren met de strekking van het verhaal. Omdat het een concept betrof zaten er nogal wat fouten in. Toen ik Remi een week erna opbelde over Duindorp kreeg ik van hem te horen dat ik een slechte brief had geschreven. Ík zei hem dat de brieven die de deur uitgingen altijd correct waren opgesteld. Toen hij toch een beetje door bleef zeuren zei ik hem: ‘De acties van SOS Duindorp verlopen uitstekend, ook zonder de SP.’ Het was niet netjes van Nel en Astrid om mijn conceptbrief aan Remi Poppe te laten lezen. Desondanks bleef de sfeer goed en vergezeld ik Astrid, in haar aangepaste auto, naar de belangrijke gemeenteraadsvergadering van 2 juli 1998. Astrid die een chronische ziekte had was snel moe en maakte gebruik van een rolstoel en zuurstofapparatuur.
De vergaderingen van SOS Duindorp werden meestal gehouden in de kleine huiskamer bij Nel Zoutenbier in de Wieringsestraat 566. Behalve op die warme dag in juni. Toen zaten we met 12 mensen, waaronder wethouder Peter Noordanus, in de tuin van Nel. De discussie vloog soms alle kanten uit. Het leek me verstandig om me er niet te veel mee te bemoeien, immers ik was geen direct betrokkene. Vanaf de balkons en de aanpalende tuinen konden de buren, met een pilsje in de hand, de vergadering woord voor woord volgen. Weliswaar was de vergadering transparant voor andere bewoners maar werden ook de geruchten daardoor gevoed. Op de vergadering ging Net Zoutenbier samen met Noordanus naar de zelfgemaakte douche van Nel kijken. Twee dagen later kopte de Haagsche Courant ‘Noordanus met Nel Zoutenbier onder de douche.’
Dominee Jan van Eerbeek (1947) werkte van 1979 tot 1998 als gevangenispredikant, onder meer in Scheveningen. Hij gaf als hoofdpredikant van het protestants justitiepastoraat leiding aan de ruim vijftig gevangenispredikanten in justitiële inrichtingen. Zowel plaatselijk als landelijk was hij politiek actief binnen het CDA. Jan van Eerbeek kreeg vooral bekendheid als oprichter van de Stichting Exodus, een organisatie die zich inzet voor de resocialisatie van ex-gedetineerden. Op 8 december 1998 vond er bij Pieta Guyt in de Wieringsestraat 576 een gesprek plaats met wijkpredikant dominee Jan van Eerbeek en voorzitter van de Projectgroep Duindorp. Aanwezig waren Barry Rog, Pieta Guyt, Yvonne van der Toorn, Piet Baak, Nel Zoutenbier en Karel Kulk. Op de vraag van Nel of het wijkplan twee jaar was uitgesteld zei dominee Eerbeek dat dat niet het geval was. Hij voegde daaraan toe dat ‘SOS Duindorp een bijdrage aan het wijkplan zou kunnen leveren.’ De reactie van Nel was behoorlijk fel. ‘Als ik mijn huis uit moet hoe kan ik dan een bijdrage leveren? Zal toch wel niet!’ Karel vroeg aan de dominee of er nog verschuivingen mogelijk waren in het contigent sociale woningen die zouden worden teruggebouwd’. Ds. Van Eerbeek antwoordde: ’ja, dat is heel goed mogelijk.’ Karel vraagt aan Van Eerbeek of er ‘problemen waren met Vastgoed Metterwoon.’ Het bleef stil bij de dominee. Karel: ‘Ja dus.’ Van Eerbeek: ‘Dit punt neem ik mee.’ Yvonne van der Toorn vraagt aan Jan van Eerbeek of hij iets wist over een brief of enquête voor bewoners van de hoven en de buitenring van de hoven. ‘Weet jij daar iets van Jan?’ De dominee had daar niets over gehoord. Van Eerbeek legt het volgende voor: ‘Als wethouder Noordanus het comité kan voorrekenen dat de bewoners uit de sloopstraten in Duindorp naar bestaande woningen kunnen verhuizen is dat misschien een mogelijke opening om op maat te wonen?’ Hij voegde daaraan toe ‘zou dat de kou uit de lucht halen?’ Nel wilde het oude Duindorp laten zoals het was. ‘Er is al zoveel van het oude Scheveningen verdwenen zoals het Seinposttheater.’ Dominee Van Eerbeek vraagt aan Barry Rog: ‘Vertrouw jij mij Barry?’ Barry zwijgt even en zegt dan: ‘Ja, ik heb goede reden om je te vertrouwen.’ Jan van Eerbeek zegt de aanwezigen toe dat hij met de projectgroep contact opneemt om te kijken of er ‘verfijnder maatwerk’ geleverd kan worden. Het voorstel van ds. Van Eerbeek werd op de vergadering van 5 maart 1999 weer besproken. De vergadering was bij Nel Zoutenbier in de Wieringsestraat 566. Aanwezig waren: Nel, Pieta, ds. Eerbeek, Yvonne, Monique, André Opdam (SP) en Karel Kulk. De bestuursleden Barry Rog, Piet Baak en Arie Keus waren door Nel Zoutenbier niet op de hoogte gesteld van de vergadering. Advocaat Jan Hofdijk had verstek laten gaan. De discussie was armoedig. Men bleef hameren dat het Raadsbesluit van 2 juli 1998 moest worden ingetrokken. Karel legt uit dat dit niet realistisch is en schets de voordelen van participeren in de Projectgroep Duindorp. Dominee Eerbeek vraagt aan Karel of hij als contactpersoon in de zaak van mevrouw Hulscher uit de Wieringsestraat wil optreden. Nel reageert daarop met: ‘Dat kunt u met ons allemaal doen, we weten van de zaak af.’ Karels reactie: ‘Kijk maar wat u wilt, meneer Van Eerbeek.’ ’Monique Schaap uit de Meeuwenhof 41 vindt dat de acties niet het gewenst resultaat opleveren, en zegt: ‘Als de sloopplannen doorgaan zal het Meeuwenhof uit SOS Duindorp stappen en op eigen wijze actie gaan voeren. We hebben toch al een slechte naam.’ Karel maakt een grapje over het nieuwe huis van Nel. Nel: ‘Dat was niet ik, maar Pieta, haha.’ Pieta had zich laten inschrijven voor een andere woning in de Zeearendstraat. De actievoerende Duindorpers waren daarover niet spreken. De voorstanders van de sloop, die via Vestia ook op de hoogte waren, lachten in hun vuistje over de verdeeldheid binnen SOS Duindorp. Er wordt besloten om de gesprekken met dominee Jan Eerbeek niet meer voort te zetten. Wijkpredikant Van Eerbeek was ook Justitiepredikant op Scheveningen. Hij was een van de oprichters van de Stichting Exodus die de nazorg deed voor ex-gedetineerden. Hij zat voor het CDA in de gemeenteraad van Den Haag. Ook was hij voorzitter van de Haagse afdeling van het CDA. Het CDA stemde voor her raadsvoorstel voor de sloop van 1100 sociale woningen. De achterdocht bij SOS Duindorp was dus niet geheel ongegrond.
Dit was de leuze waarmee Woningbedrijf Vestia de bewoners enthousiast probeerde te maken voor de nieuwbouwplannen. Vestia is daar min of meer in geslaagd. Over het algemeen zijn de bewoners tevreden over hun nieuwe woning. Echter, veel Scheveningers waren van mening dat de hoven als historisch cultureel erfgoed voor Scheveningen behouden hadden moeten worden. De Zeezwaluwhof, Meeuwenhof en Pluvierhof waren de meest karakteristieke bouwwerken die Duindorp heeft gekend. In 1994 besloot de gemeente Den Haag zowel de Meeuwenhof als de Pluvierhof op de lijst voor Rijksmonumenten te plaatsen. Vier jaar later besloot men de beiden hoven te slopen. Pogingen van de Vereniging Monumentaal Duindorp, Stichting Vrienden van Den Haag en de Stichting Haagse Monumenten om de hoven te behouden hebben niet mogen baten. Met de sloop van de hoven is in Duindorp karaktermoord gepleegd. Ondanks de problemen waren de hoven uniek voor jonge kinderen om te spelen. De sociale controle was groot en veel bewoners vonden het jammer dat ze moesten verhuizen. Alle politieke partijen hadden zich krachtig moeten inzetten voor het behoud van het culturele erfgoed van Scheveningen. Met het renoveren van de hoven en geschikt maken als woningen voor ouderen had het mes aan twee kanten gesneden. In de periode, 1977-2005, dat ik (Karel) actief was in de politiek en in diverse actiecomités bekroop mij soms het gevoel over het nut waarmee ik bezig was. In mijn ingezonden brief in De Haagsche Courant van 30 november 1996 maak ik mijn twijfel duidelijk. Mijn grote drijfveer is om zaken aan de kaak te stellen en voorstellen te doen hoe het anders zou kunnen. Met argumenten en feiten heb ik met diverse wethouders en raadsleden de degens gekruist. Natuurlijk vond ik het actievoeren avontuurlijk en de aandacht van de (landelijke) pers interessant. Dit laatste heb ik altijd als een middel gezien om het doel te bereiken. Ik heb me altijd ver gehouden van egotripperij. Op een gegeven moment zag ik dat, door de enorme aandacht van de media, sommige bestuursleden van SOS Duindorp zichzelf belangrijk gingen vinden. De gevestigde organisaties op Scheveningen hebben zich nooit uitgelaten over deze grootschalige sanering en het verdriet dat dit met zich meebracht. Op verzoek van ouderling Barry Rog van de Hervormde Prinses Julianakerk schreef dominee Bouman in De Kerkbode dat de sloopplannen ‘ingrijpende gevolgen, voor zowel Duindorp als de Scheveningse wijkgemeente zou hebben.’ In een Kerkenraadsvergadering zou de gevolgen van de sanering worden besproken. De kerk had wel in de gaten dat, als ook de ouderen het actiepamflet met de tekst ‘Voelt u zich ook verkocht en verraden’ achter hun raam hingen er toch wel iets aan de hand moest zijn.
Aan de vernieuwing- en sloopvoorstellen ging een wensenonderzoek vooraf. Eind 1997 werd op verzoek van de Bewonersraad en het Wijkberaad Duindorp door de gemeente Den Haag en Woningbedrijf Vestia aan het adviesbureau Marco Polis Advies uit Amersfoort opdracht gegeven onderzoek te doen naar de ideeën van de bewoners over de toekomst van hun wijk. Het draagvlak voor de herstructurering was een belangrijk onderwerp in het onderzoek dat werd uitgevoerd in de periode januari/februari 1998. Er werden zeventig straatinterviews gehouden, vijf panelgesprekken met bewoners uit de verschillende gebiedsdelen en twee panelgesprekken met professionals uit de wijk Duindorp. Uiteindelijk werden er 3200 enquêtes uitgezet met een gemiddelde respons van 43%. Zowel in het onderzoeksrapport van Marco Polis Advies als in het wensenonderzoek wordt met geen woord gesproken over het aantal woningen dat zou moeten worden gesloopt. Wel werd de volgende misleidende vraag gesteld: ‘Als het slopen van een aantal woningen nodig is om de wijk op te knappen, vind ik dat goed’. De vraag kon met ‘EENS’ of ‘ONEENS’ worden beantwoord. Gelet op de latere protesten tegen de sloop ligt het voor de hand dat door de geënquêteerde op deze vraag anders zou zijn geantwoord als ze toen hadden geweten dat het om 1100 sociale woningen ging en niet een aantal woningen. Door een aantal fracties is in de raadsvergadering van 3 juli 1998 gewezen op de misleidende vraagstelling. Wethouder Noordanus van Volksvesting zou later erkennen dat de aanpak van Duindorp ‘niet de schoonheidsprijs had verdiend’. Het plan tot slopen van 50% van het sociale woonbestand in Duindorp is mede door deze misleidende vraag in de enquête door de gemeenteraad goed gekeurd.
Na de bijeenkomst van SOS Duindorp op 6 april 1998 in Het Trefpunt organiseerde Vestia vier informatiebijeenkomsten in ‘Ons Centrum’ aan de Tesselsestraat 59. Vanwege het groot aantal betrokkenen werden de bijeenkomsten per deelgebied gehouden. De eerste bijeenkomst werd gehouden op 14 april voor de bewoners uit de Bevelandsestraat. Op 16 april voor de bewoners van de Meeuwenhof en op 23 en 28 april voor de bewoners uit de Wieringsestraat en Markensestraat. Deze volgorde had te maken met de fase van sloop en nieuwbouw. Later zou de sloop- en bouwplannen in volgorde veranderen. De heer Van Heuven van Zebra Adviesbureau was voorzitter van de bijeenkomsten. Voor aanvang van de eerste bijeenkomst voor bewoners uit de Meeuwenhof, Meeuwenstraat, Zeezwaluwstraat en een gedeelte van de Pluvierstraat deelde de leden van SOS-Duindorp raamposters en ander informatiemateriaal uit aan de bewoners. De heer Van Heuven kwam naar buiten om zich voor te stellen en zei dat hij ‘onafhankelijk was.’ Gelet op zijn deelname in de projectgroep ‘Verkenning toekomstperspectief Duindorp’ was dat natuurlijk niet waar. In 1998 trad hij in dienst bij Woningbedrijf Vestia Den Haag/Scheveningen als directeur ad interim. De zaal van ‘Ons Centrum’ was stampvol en de sfeer was niet best. Het was bijna onmogelijk om enige ordening in de vragen van de bewoners en de antwoorden van de leden van de projectgroep te krijgen. Tijdens de bijeenkomst kwam Yvonne van Toorn uit de Meeuwenhof naar mij toe en waarschuwde me voor een aantal bewoners uit de Meeuwenhof. ‘Als je je bek niet houdt zullen ze je na afloop van de bijeenkomst je buiten opwachten,’ zei Yvonne. Ik heb het toen iets rustiger aangedaan. Het waren deze mensen die gedurende de actie de zaak probeerde te verzieken door bijvoorbeeld de ramen van het informatiecentrum Vestia in de Pluvierstraat 183 in te gooien. De bewonersraad van Duindorp was daar ook gevestigd. Op 18 augustus stuurde Vestia aan alle bewoners van Duindorp een nieuwsbrief waarin werd vermeld dat het informatiecentrum in de Pluvierstraat met onmiddellijk ingang te sluiten. De reden die ze daarbij vermelden: ‘Het is voor de medewerkers niet meer aanvaardbaar om onder zulke omstandigheden te werken.’ ‘Ze worden herhaaldelijk gestoord door groepjes bewoners waaronder één of meer leden van het actiecomité SOS.’ De brief was getekend door mr. H.W. van Heuven, directeur ad interim van Vestia Den Haag/Scheveningen. In De Scheveningsche Courant van 26 augustus 1998 liet Pieta Guyt weten dat ze de aantijgingen van Vestia meer zag als een poging om SOS Duindorp in een kwaad daglicht te stellen. ‘We kunnen niet iedereen in de hand houden,’ zei ze op rtv-west. Op deze bijeenkomst ontmoette ik Arina van der Zwan van de textielwinkel ‘Arina Lingerie’ die op de hoek van de Bevelandsestraat/Pluvierstraat was gevestigd. Ze was voorstander van de grootschalige sanering van Duindorp. Later zou ze de politiek ingaan.
Om de bewoners van Duindorp op de hoogte te stellen over de ontwikkeling in de wijk werd er door SOS Duindorp periodiek een nieuwsbrief in Duindorp verspreid. In de nieuwsbrief van nummer 1 van 27 april 1998 werd de bewering, van de voorzitter Van Ekelenburg van de Bewonersraad dat SOS Duindorp andere mensen inschakelt om de stemming op vergaderingen te verpesten en mensen zou hebben geïntimideerd om zich tegen de sloopplannen te keren ontkracht. Ook berichtte we dat het gerucht dat een bestuurslid van de Bewonersraad zich niet meer op straat durfde te begeven met de mededeling dat deze mevrouw in het ziekenhuis lag.
In deze nieuwsbrief maakte we ook bekend dat mr. F.N. Grooss van het advocatenkantoor Maaldrink Buren aan de Wassenaars weg 20, had toegezegd juridische bijstand te verlenen. Hij zou kijken of de procedures m.b.t. het woon-wensenonderzoek juist was uitgevoerd. De kosten van het onderzoek zouden niet aan SOS Duindorp worden doorberekend. Na een aantal gespreken met het advocatenbureau kregen we van de heer G. Meeder op 17 augustus 1998 een bericht dat Maaldrink Buren het dossier over Duindorp had gesloten.
Op donderdagavond 7 mei 1998 om 19.45 uur werd in een gemengde commissievergadering voor Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting (ROSV) en de commissie Leefbaarheid Milieu en Scheveningen het ontwerpraadsvoorstel over het convenant Duindorp behandeld. De publieke tribune was overvol. Er waren 14 insprekers uit Duindorp over dit onderwerp. De jongste inspreker, Jantje Schaap was acht en de oudste de heer De Jong was tachtig. Nadat Jantje had ingesproken overhandigde hij aan wethouder Peter Noordanus 1186 handtekeningen tegen de sloop van 1100 woningen in Duindorp. Door een overvolle agenda en vragen van insprekers die niet meer konden worden beantwoord werd op woensdagavond 27 mei om 19.30 uur in een gezamenlijke commissievergadering van ROSV (PvdA-wethouder Peter Noordanus) en LMS (CDA-wethouder Wilbert Stolte) een tweede termijn gehouden
‘Meneer de voorzitter, mijn naam is De Jong, ik ben 80 jaar en woon al 70 jaar in Duindorp. Ik ben geboren in Scheveningen-dorp en vandaar verhuisd naar het ‘Eiland Vlook.’ Dit wijkje dat in 1920 werd gebouwd bestond uit 144 sociale huurwoningen. In 1970 werden deze woningen gesloopt voor de aanleg van een insteekhaven voor de Norfolkline. Door deze gedwongen verhuizing kwamen mijn vrouw en ik in Duindorp terecht waar we tot enkele maanden geleden plezierig hebben gewoond. Ik zeg nadrukkelijk plezierig omdat ons woonplezier door uw sloopplannen behoorlijk is vergald. Mijn naaste buren zijn aardige mensen die vier jaar geleden ook door sloop uit hun woning in de Exlostraat zijn gejaagd. We worden nu voor de tweede maal uit ons woning gejaagd. Vindt u dat goed omgaan met uw burgers meneer de voorzitter?’ ‘Laat ons in de winter van ons leven toch alstublieft rustig wonen! Ik heb een prachtige schuur gebouwd waarin ik een beetje kan knutselen en een visje bak. Ziet u mij dit doen op een flatje zevenhoog?’ ‘Meneer de voorzitter, er kan aan de verbetering van Duindorp worden gewerkt zonder dat er op grote schaal gesloopt hoeft te worden. Ik denk aan het opknappen van het Tesselseplein. Ook kunnen er veel woningen worden gebouwd op het strook duin tussen de Tholensestraat en de Nieboerweg.’ ‘Ik ben boos en teleurgesteld dat de Bewonersraad en het Wijkberaad onze belangen slecht hebben behartig. Deze mensen die wellicht ook goede dingen voor Duindorp hebben gedaan hebben deze keer niet goed naar de Duindorpers geluisterd. De verbetering van Duindorp moet en kan anders.’
‘Ik ben Jantje Schaap en ben acht jaar. Ik woon in het Meeuwenhof en ik vind het erg fijn daar. Ik kan met al mijn vriendjes op het pleintje spelen en vind ons huis heel mooi. Ik wil ook 70 jaar in ons huis wonen, net als meneer De Jong. Daarom geef ik u 1186 handtekeningen van Duindorpers die ook tegen de sloop zijn. Wilt u alstublieft ons huis laten staan? Dank u wel namens alle kinderen.’
De andere insprekers op deze vergadering waren: Nel Zoutenbier, (voorzitter SOS Duindorp) Arie Keus, (zeezwaluwstraat) Kees Keus, Meeuwenhof) Astrid Jeremic-van der Harst, (Markensestraat) Dik van der Niet, (Flakkeesestraat) Pieta Guyt, Wieringsestraat) Peter Nutbey, (eigenaar woning Pluvierstraat) Bert Molle, (eigenaar woning Pluvierstraat) Monique Schaap, (Meeuwenhof) de heer Van der Harst, (Vlielandsestraat) en Karel Kulk, (voorzitter Comité Leefbaar Scheveningen) Tijdens de commissievergadering bleek dat de kaarten voor sloop al waren geschud. VVD-raadslid Rob van de Laar ‘vindt de communicatie met bewoners goed opgezet’ en dat de enquête onder de bevolking de nodige antwoorden oplevert en dus draagvlak onder de bevolking vormt. Ook meldt hij dat het convenant al is ondertekend en geen ontbinden voorwaarden bevat.’ Niek Roozenburg van GroenLinks: ‘ik ben het niet eens dat het convenant niet kan worden teruggedraaid.’ Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij merkt op dat ‘het plan twee jaar geleden al is ontwikkeld. Daarna is pas contact gezocht met bewoners. Wanneer er sprake is van een nieuw open gesprek, moet het plan eerst van tafel.’ De voorzitter ziet dat anders. ‘Sinds twee jaar is er al discussie gaande met de wijk.’ Een inspreker merkt op ‘dat de bewonersraad geen verkiezingsprogramma heeft op basis waarvan vertegenwoordigers kunnen worden gekozen.’ Die vertegenwoordigers hadden dan ook niet het recht om dit plan voor Duindorp te spreken. De bewoners van Duindorp hebben de bewonersraad nooit een mandaat gegeven om te beslissen over de sloop van hun huizen.’ Michiel Niemeijer van de ChristenUnie/SGP informeert nogmaals naar vraag 2.30 in het Wensenonderzoek. ‘In het raadsvoorstel is concreet sprake van 1100 te slopen woningen. De vraag luidde echter: ‘Als het slopen van een aantal woningen nodig is om de wijk op te knappen, vind ik dat goed. Eens of Oneens.’ Tot slot merkt Joris Wijsmuller (HSP) op: ‘de gemeente heeft een uitspraak gedaan over aanwijzing van de hoven tot gemeentelijk beschermd stadsgezicht.’ De voorzitter zegt: ‘wacht af of de gemeenteraad aan die uitspraak vasthoudt.’ Via een journalist vernamen de actievoerders dat PvdA-raadslid Henk Kool de vergadering vroegtijdig had verlaten om bij Radio West plaatjes te gaan draaien. Toen de vergadering bijna was afgelopen dook hij weer op. Als parttimer presenteerde hij dagelijks een platenuurtjes bij zijn oude werkgever Radio West. Via de media liet hij weten: ‘Heel stom van me, ik had niet gedacht dat de vergadering zo lang zou duren, anders had ik iemand gevraagd het programma van me over te nemen.’ Duidelijk is dat raadslid Kool zijn bijbaantje belangrijker vond dan de belangen van de Duindorpers. Na afloop van de vergadering werd ik door boze Duindorpers aangesproken over het gedrag van raadslid Kool en wethouder Noordanus. ‘Karel, hij (Noordanus) zat ongeïnteresseerd onderuitgezakt een boterham te eten. Het was mij ook opgevallen. De woede over de houding van de wethouder zou nog lang na smeulen. In 2002 laaide die weer enigszins op toen in de media bekend werd dat het afscheidsfeestje van wethouder Peter Noordanus 175.000 euro had gekost. Een groot deel van de kosten van het feestje werd gefinancierd door de bouwwereld. In het boekje ‘De stad erbij houden’ dat in 2002 is uitgeven door de gemeente Den Haag staan de namen van de projectontwikkelaars en bouwbedrijven die hebben meegewerkt aan het afscheidsfeest voor meneer Noordanus.
PvdA (dhrKool): ‘Vindt proces totstandkoming plan in orde. Goede respons op enquête. Straatinterviews en bewonerspanels. Kool heeft een informatieavond bezocht en vond dat alles helder uiteengezet werd. ‘Natúúrlijk stond niet in de enquête dat het om 1100 te slopen woningen ging.’ Astrid: ‘Kool gaat ervan uit dat het plan pas is opgesteld nadat de enquêteantwoorden waren verwerkt!’ (Boe-geroep uit zaal) Kool vindt dat hij wat betreft het stbk (stedenbouwkundige) plan slecht is geïnformeerd. Lost dit stbk plan alle problemen op? Flakkeesestraat slopen heeft hem verbaasd: ’Woningen zien er redelijk uit. Eventueel verkopen aan bewoners’. Plannen Wieringsestraat zijn goed. Vijftig procent sociale woningbouw en geen dure woningen. Eindelijk gaat er iets gebeuren in Duindorp. Nu verhuist 10% uit Duindorp.’ GroenLinks (Roozenburg): ‘Heeft veel aan te merken op proces. Bewonerspanels met geselecteerde bewoners. Voorlichting bewoners duidelijk mis! Reactie op enquête is miniem, afgezet tegen aantal inwoners Duindorp: geen groot draagvlak. Dit zorgt voor tweespalt in de wijk: gespannenheid maakt werken binnen Duindorp moeilijk in de toekomst. Wat is belangrijker: bouwtechnische staat of plannen van stbk/architecten? Hoven zijn rijksmonumenten, wordt slordig mee omgesprongen! Aandacht jongeren, sluiting bibliotheek e.d.: Sociale component moet meer naar voren komen’. GroenLinks schort mening op tot e.e.a. nader onderzocht is.’ D66 (dhr van der Zalm): ‘Kent Duindorp goed. Heeft infopunt bezocht. Stbk plan lijkt boventoon te voeren. Huizen zijn te klein. Dit plan is één van de mogelijke oplossingen. Plan voor Wieringsestraat is prima. Heeft problemen met Flakkeesestraat slopen i.v.m. symmetrie. Enquête is niet alleen instrument voor wel of niet slopen, maar geeft ook informatie over woonomgeving. Plan heeft veel te bieden voor bewoners.’ SGP/GPV/RPF (dhr Niemeijer): ‘Is het convenant een onderlegger voor plan Duindorp? Wijkverbeteringsplan is ingrijpend en aangrijpend. Concept moderne bouwen voor de buurt is prima. Maar moet de Wieringsestraat een toplocatie worden? Dorpse karakter moet worden behouden. Burgerzin en saamhorigheid zijn goed waard. In hoeverre is bekeken of renovatie mogelijk is i.p.v. slopen? Wat is het advies Monumentenzorg i.v.m. hoven? Wil cijfermatige onderbouwing van verhuismobiliteit. Schijnt in Duindorp de laagste te zijn. (Zie pag. 9 van een rapport) De vraag in de enquête over de sloop van ‘een aantal woningen’ was misleidend. Vanaf 1996 regelmatig in de Raadscommissie gevraagd naar plannen Tesselseplein, steeds afgepoeierd. Noordanus wachtte nog op het stbk plan. En nu is het weer apart?’ Noordanus noemt problemen op met Metterwoon. VVD (dhr van de Laar) ‘Stbk gezien zijn vele delen in de stad zo aangepakt! Zijn we er Gelukkig mee? Nee! Vergelijk Duindorp met oude stadsdelen: er moet wat gebeuren om op termijn leefbaar te zijn. Een termijn van 12 jaar is gebruikelijk. Ik ben het niet eens met de demagogische zienswijze van Niemeijer.’ Er volgt een discussie met Noordanus over de enquête (woonwensenonderzoek) SP vraagt: ‘Wat vindt u een draagvlak onder de bevolking?’ Antwoord Noordanus: ‘Enquête, bewonersorganisaties zijn de bouwstenen die samen het draagvlak vormen.’ SP vraag: ‘Hoe het kan dat de Raad geen invloed heeft gehad op de ondertekening van het convenant.’ Noordanus: ‘Ik kom hierop terug. CDA (mw. Biesheuvel) ‘Meesten vinden dat er iets moet gebeuren. Maar is tegen massale sloop. Is tegen een supermarkt op het Tesselseplein. Pas op dat we ons niet uit elkaar laten spelen, anders vinden we geen financier. Communicatie verbeteren. Huurgewenning. Wil bewoners overtuigen van dit plan. Duindorp behouden voor de Duindorpers.’ Niemeijer: ‘Ook ik wil overtuigen, maar als inzet op communicatie, om het Duindorpse karakter te behouden.’ Biesheuvel distantieert zich van zijn ‘demagogische verhaal’. Wat protest oproept bij Niemeijer en vraagt Biesheuvel om inhoudelijk commentaar. Noordanus antwoordt in haar plaats dat ze het in grote lijnen met het plan eens is. Biesheuvel is blij dat Noordanus het snapt. PPS Scheveningen (dhr De Niet) ‘Bewonersoverleg bijgewoond. Nu eerst alle voorzieningen in Duindorp slopen???? In Wateringseveld op 4000 woningen fl. 60.000 aan voorzieningen. Inplaatsingsbeleid laat te wensen over, bijv. Junkies tussen ouderen. Nieuwbouwplan is voortgekomen uit misleidende enquête. Er heeft geen goed gestructureerd overleg plaatsgevonden: zie protest bewoners. Ook angst speelt een rol. Koopwoningen te duur voor de Duindorpers. Hofjes hebben hun eigen mentaliteit. Zijn Duindorpers eenzijdig? Dat komt deels ook door het inplaatsingsbeleid. Creatiever zijn, niet alleen mensen plaatsen dier ‘ervoor in aanmerking komen’, maar ook mensen met hoger inkomen die graag in Duindorp willen wonen en die een kleiner huis voor lief nemen tegen een lagere huur, zodat ze hun geld aan iets anders kunnen besteden, zoals studie kinderen. Mensen zijn gehecht aan hun huis en woonomgeving. Voorstanders nieuwbouw zijn veelal bewoners koopwoningen. Conclusie: vooralsnog tegen sloop, in ieder geval in deze mate. Voorstel: huizen verkopen aan bewoners. Overgebleven huurwoningen renoveren en voor groen- en sportvoorzieningen zorgen.’ Haagse Stadspartij (dhr. Wijsmuller) ‘Nog geen demagogie gehoord. Duindorp aanpakken: ja. Convenant: argument tot aanpak berust op stigmatiserend verhaal. Duindorp kan ook anders worden bekeken, getuige de monumentenbespreking, waar Duindorp positief werd besproken. Vindt dat aantasting Hoven (monumenten) verboden moest zijn. Sloopplannen van tafel halen en met bewoners praten.’ SP (dhr. Van der Hulst) ‘Tegen sloop! Vöór andere aanpak! Kijk zelf maar naar de affiches voor de ramen en kijk wat het draagvlak is. Goudkust boulevard in Duindorp doortrekken? Wethouder moet overleggen met alle belanghebbenden.’ Reactie Noordanus: ‘Waarom dit voorstel zo? Is Duindorp een leefbare wijk? Welke woningen zijn op langere termijn wenselijk? Legt uit hoe alle Duindorpers in Duindorp kunnen blijven wonen. Hetzelfde verhaal als van J. Commandeur van Vestia op informatieavond ‘niemand hoeft gedwongen te verhuizen.’ We gaan geen dure woningen voor de yuppen bouwen. Boegeroep vanaf de publieke tribune.’ SP vraagt: ‘hoe komt het dat hij (Noordanus) het wel snapt, maar alle mensen op de tribune niet.’ Haagse Stadspartij: ‘Van Entrop (Vestia) was duidelijker. Plan in samenspraak met bewonersorganisaties opgezet, maar plan roept diverse meningen op. Daarom ook ronden van overleg met actiecomité S.O.S organiseren. De heer Van Ekelenburg van de Bewonersraad had geen mandaat van de bewoners om over de sloop te besluiten. U (wethouder) praat zeker namens projectontwikkelaars?’ Dhr. Rottier (Onderzoeker Marco Polis Adviesbureau) ‘Onderzoek vond plaats op verzoek van Bewonersraad en Wijkberaad Duindorp (‘Raden’). Belevingsonderzoek moest bijdragen aan planontwikkeling. Straatinterviews, panelgesprekken, enquête: norm enquêterespons: 10% = betrouwbaar 805 respons hier vee; hoger (405 of zo?) dus nog betrouwbaarder. We zijn al eerder in Duindorp geweest en hebben meer onderzoeken gedaan; dit is in samenspraak met ‘Raden’ gegaan, die hebben vragen mede bepaald. Onderzoek geeft trend aan: wel/niet tevreden. Met name ontevreden over ontbreken voorzieningen. Veel commentaar op woningen. Onderzoek geeft aanleiding tot keuzes.’ Niemeijer: ‘Waarom staat vraag 2.30 (‘een aantal woningen’ slopen) er überhaupt in?’ Rottier: ‘Dit is geen peiling geweest in de zin van ‘bent u voor of tegen de sloop van 1100 woningen’. Noordanus beschuldigt Niemeijer weer van demagogie. SP: ‘Belevingsonderzoek met doel is iets anders dan belevingsonderzoek zonder doel.’ Niemeijer:’ vindt dat zijn vraag niet beantwoord is.’ Noordanus: ‘Stbk aspecten wegen op tegen de rest? Soms wel, soms niet. Al gezegd dat sommige complexen nader bekeken moeten worden.’ Haagse Stadspartij: ‘stbk-waarde is al bepaald in monumentenoverleg.’ Noordanus: ‘dat is niet het enige argument in de discussie leefbaarheidsaanpak, investeringsaanpak. Sportvoorzieningen moet in wijkplan worden ingebed. Tesselseplein moet nog nader worden ingevuld.’ Monique Schaap, Meeuwenhof: ‘Sorry dat ik onderbreek, maar ik moet de laatste tram naar huis halen. Wie zijn jullie om te bepalen dat ik mijn kont niet kan keren in mijn huis? Bij ons is nog sociale controle, ook wel een vervelend, maar bij ons geen dode die drie dagen ligt te rotten in zijn huis. Als mijn kind valt, komen er 24 mensen met pleisters aanrennen! Waar vind je dat?’ Noordanus: ‘De tweede termijn halen we vanavond niet. Ik wil verder praten met de Raden en actiecomité.28 mei in de Gemeenteraad halen we niet, juni moet kunnen.’ Wethouder Stolte (CDA, o.a. coördinatie Scheveningen) ‘Voor de tweede termijn nog het gesprek met Raden en Actiecomité; dan kan hij nadenken over de antwoorden. Tweede termijn 27 mei, ’s avonds. Hij wil zorgen voor vervoer voor ouderen naar het stadhuis. Op kosten van de gemeente.’ Karel Kulk vraagt waarom de ‘vergadering niet in de Houtrust kan worden gehouden, is dichter bij Duindorp.’ Stolte: ‘Houtrust is geen goede vergaderlocatie.’ Hij zou voor bussen zorgen die de Duindorpers naar het stadhuis zouden brengen en ook weer naar huis. Nel tegen D66: ‘alle vergaderingen waren besloten, pas in januari 1998 hoorden bewoners van de plannen. Kinderboerderij moet er snel weer komen.’ PPS: ‘Noordanus moet ‘demagoog’ tegen Niemeijer terugnemen.’ Noordanus doet dit niet. Stolte: ‘het is zeer gebruikelijk om deze term te bezigen.’ Niemeijer: ‘dat zal ik onthouden.’ De voorzitter sluit de vergadering. Het was opmerkelijk hoe fel de PPS zich in het debat had gemengd. Op een door De Scheveningsche Courant georganiseerd gemeenteraadsverkiezingsdebat op 20 februari 1998 in het Europahotel voor de verkiezingen van 4 maart 1998 vroeg ik aan lijsttrekker Evert de Niet van de Politieke Partij Scheveningen (PPS) wat de PPS van de grootschalige sanering in Duindorp vond. Zonder een ogenblik na te denken antwoordde De Niet: ‘dat is een goede zaak.’ Gelet op de onrust in Duindorp over de sloopplannen was de uitspraak van De Niet, politiek gezien, opmerkelijk en gedurfd. Waarom De Scheveningsche Courant van woensdag 25 februari in een twee pagina’s groot artikel over het debat geen mededeling over de draai van PPS m.b.t. de sloopplannen getuigt niet echt van objectieve journalistiek. Het artikel was geschreven door Jos Haas en Adriaan Pels van De Scheveningsche Courant. Op 27 februari 1998 kregen de bewoners van de Wieringsestraat en de Markensestraat van PPS-lijstrekker Evert de Niet een blauwe brief in de bus met de volgende mededeling: ‘Ons is gebleken dat er onduidelijk is ontstaan over ons standpunt over de nieuwbouwplannen voor Duindorp. Daarom dit korte bericht. Alle plannen in Duindorp moeten naar de mening van de PPS de instemming hebben van de bewoners van Duindorp. Wij willen absoluut niet dat de bewoners tegen hun zin hun huizen moeten verlaten voor nieuwbouwplannen. Inmiddels is ons duidelijk geworden dat de bewoners in de Wieringsestraat, Markensestraat en omgeving inderdaad tegen nieuwbouwplannen zijn. Daarom zullen wij deze plannen niet steunen. We vragen uw steun op 4 maart 1998. ‘Het is Nu of Nooit!! Stem lijst 21 op de Politieke Partij Scheveningen.’ Het was duidelijk dat de meningen binnen de PPS over de sloopplannen in Duindorp uiteenliepen. Niet zo verwonderlijk want de nummer 3 op de kandidatenlijst was projectontwikkelaar Dick de Jong. Maar er stonden meer Scheveningers op de kandidatenlijst die pleitte voor ‘meer woningbouw op Scheveningen in alle prijsklasse, huur en koop.’ Reder Henk Groen, in 1998 nummer 5 op kandidatenlijst van de PPS, hij was in oktober 1997 samen met Evert de Niet en Dick de Jong, één van de oprichters van de PPS. Groen zie toen in De Scheveningsche Courant: ‘De Havenbelangen staan bij mij voorop!’ Anno 2015 investeert Rederij Groen nu ook in woningbouw in het havengebied. Hij voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 op de kandidatenlijst van het CDA. Met Michiel Niemeijer van de raadsfractie ChristenUnie/SGP had ik een goede band. Hij woonde bij mij in de buurt en ik kwam hem soms in de duinen tegen tijdens mijn hardlooptrainingen. We waren oprecht en lieten elkaar in zijn waarde. Michiel werkte in de Tweede Kamer als informatiespecialist voor de ChristenUnie. Hij overleed aan de gevolgen van leukemie op 56-jarige leeftijd in 2014.
Op deze tweede vergadering van beiden commissies zouden de vragen van de Duindorpers worden beantwoord waar wethouders Noordanus en Stolte op 7 mei jl. niet aan waren toegekomen.
Bij de agenda van de commissievergadering was een brief (19 mei 1998) van wethouder Noordanus voor de leden van de commissie met aanvullende informatie over het convenant Duindorp bijgevoegd. Het ging hier om het 1. Concept stedenbouwkundig plan met toelichting; 2. De laatste mutatiecijfers per fase; 3. Het advies over de bouwkundige kwaliteit van de hoven en 4. Het communicatieoverzicht.’ Over de bouwkundige kwaliteit van de hoven wordt het volgende geconcludeerd: ‘Bij het plegen van doorbraken in muren moet verder rekening worden gehouden met het uiteenvallen van grote stukken metselwerk door verzande specie. Daarom worden alle ingrepen waar belastingwijzigingen en/of doorbraken noodzakelijk zijn afgeraden.’ In deze brief wordt dan nog gesproken over ‘drie halfronde appartementsgebouwen die in de Wieringsestraat zouden worden gebouwd en het beeld van de nieuwe duinrand zou gaan bepalen. De Wieringsestraat is het autovrije Wieringsepad geworden. Van de drie halronde gebouwen is afgezien en aangepast aan fantasieloze rechthoekige bouw. De commissievergadering van 27 mei werd enigszins verstoord door een actievoerder die behoorlijk aangeschoten was. Hij was op een van de lege stoelen tussen de raadsleden gaan zitten en probeerde herhaaldelijk zijn verhaal te doen. De voorzitte
Volgende >>