Deel 1 Deel 2

Hartelijk dank voor u like, dit is een ode aan de acteur

Popmuseum in haven Scheveningen
in 2 delen

Het was een toevallig ontmoeting op die mooie namiddag eind augustus 2009 aan de Tweede Haven van Scheveningen. Katja Kapteijns stond op haar prachtige driemaster ‘Minerva’ dat ooit een zeilend vrachtschip was geweest en tot passagier- en partyschip was omgebouwd, Teun van Dijk van de Bewonersorganisatie Havenkwartier (BOH) en Karel Kulk stonden op de kade en waren in gesprek met haar. Het gesprek ging al gauw over berichten in de media dat er in de haven een Popmuseum zou worden gebouwd. De Haagse gemeenteraad zou er binnenkort een besluit over nemen. Teun, Katja en Karel waren het erover eens dat het Popmuseum niet in het havengebied moest worden gebouwd. Verlies aan kaderuimte voor de beroepsscheepvaart en andere ondernemers in de haven en de enorme verkeersoverlast die het museum met zich mee zou brengen waren hun argumenten. We besloten ter plekke om actie tegen de komst van het museum te ondernemen. Teun zou met Katja en mij contact opnemen. Omdat Teun na twee weken nog geen contact met ons had opgenomen - hij zat voor zijn werk vaak in het buitenland - besloot ik alvast de ondernemers in de haven te benaderen met de vraag hoe zij dachten over de komst van het Popmuseum. Ik sprak met Nico Letsch van de kotter SCH 42, Arie Rog van de kotter SCH 10, Kees van Houten van de GEO II (handel in oliën en scheepsbenodigdheden), Bert Roeleveld en zoon Cor van Technisch Fabricage bedrijf voor Koelsystemen, Kok van der Zwan van de vislosploeg Dockers Scheveningen, Zeevisgroothandel Pronk, rederij Trip, rederij Vrolijk, Stichting Trix, Vis- en garnalengroothandel Den Heijer en directeur Nico de Jong van Haringgroothandel Jac. den Dulk & Zonen. Allen vonden dat het Popmuseum niet in de haven moest komen en steunden de actie. Afgesproken werd dat ik een bezwaarschrift aan wethouder Marnix Norder zou schrijven. Het bezwaarschrift, dat was ondertekend door Nico Letsch, Arie Rog, Kees van Houten en Bert Roeleveld, werd op 23 september 2009 aan wethouder Marnix Norder verstuurd. De broers Rog en hun zonen en Krijn Pronk maken de SCH 10 klaar voor de visserij. (2008) Er werd ook steun gezocht bij de twee grote rederijen Jaczon en Van der Zwan. Aan directeur G. Zwijnenburg van rederij Van der Zwan stuurde ik een mail met als bijlage de conceptbrief aan de wethouder en vroeg hem of de rederij de actie wilde ondersteunen. Een reactie op mijn mail is er nooit gekomen. De heer Roeleveld van rederij Jaczon, die ik belde, wilde de brief aan de wethouder ook eerst lezen voordat de rederij en beslissing zou nemen. De brief heb ik dezelfde dag nog naar Roeleveld gemaild. Ook rederij Jaczon heeft nooit gereageerd op de actie. Onder de kop ‘Kleine kustvissers vrezen komst Popmuseum haven Scheveningen’ in het weekblad ‘Schuttevaer’ van 31 oktober 2009 wordt de passieve houding van de twee grote Scheveningse rederijen door een van de actievoerders als volgt beschreven: ‘Ik ben zeer teleurgesteld dat ze de kleine kustvissers in de kou laten staan. Het is ook in hun belang dat het havengebied een werkgebied blijft zonder de overlast van een Popmuseum.’ Het artikel werd geschreven door Scheveninger Bram Pronk. Ook in De Scheveningsche Courant stond een artikel over de actie tegen de komst van het Popmuseum. Het college van B&W en de bijna voltallige gemeenteraad waren begin 2009 nog dolenthousiast over het initiatief van de Stichting Nationaal Popmuseum die was opgericht door onder andere de Haagse cabaretier Sjaak Bral en radiomaker Erik de Zwart. Het werd beschreven als ‘een van de grootste en modernste attracties ter wereld op het gebied van popmuziek.’ Op 26 maart 2009 werd door Jorris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij nog een motie ingediend om het voormalige zendschip ‘Norderney’ van Veronica voor het Popmuseum van Antwerpen naar Scheveningen te halen. De motie werd toen door de raad breed gesteund en door het college overgenomen. Op een vraag aan Wijsmuller of zijn partij de komst van een Nationaal Popmuseum wenselijk vond antwoordde hij: ‘Een Nationaal Popmuseum kan een waardevolle bijdrage leveren aan Den Haag als popstad. De plek is voor ons nog geen uitgemaakte zaak. Scheveningen haven is een ideale locatie voor de visserij, maar niet voor een Popexperience.’ Na het bezwaarschrift van de ondernemers begon het draagvlak in de gemeenteraad te kantelen. Om de Stichting Nationaal Popmuseum te informeren over de onwerkbare situatie die voor de gebruikers van de haven zou ontstaan als het Popmuseum daar werd gerealiseerd mailde ik initiatiefnemer Sjaak Bral. Op 26 september 2009 stuurde ik Bral de brief aan wethouder Norder en schreef hem: ‘dat je als Hagenees met een warm hart voor Scheveningen wilt meedenken en praten over een andere locatie voor het interessante plan voor een Internationaal Popmuseum.’ Sjaak Bral bedankte me voor mijn suggesties en zei dat de brief aan Norder op de agenda werd gezet voor de volgende bestuursvergadering van de stichting. Naar aanleiding van het bezwaarschrift van 23 september nodige Norder de ondernemers uit voor een gesprek. Op 16 november 2009 om 18.30 vond het gesprek plaats in het stadhuis. De wethouder had die avond piketdienst. De delegatie bestond uit Arie Rog Kees van Houten, Gerrit de Ruiter, Bert Roeleveld zoon Cor en Karel Kulk. Om wethouder Norder een indruk te geven over de werkzaamheden die plaatsvinden op de kade waar het Popmuseum zou moeten komen had ik foto’s gemaakt en deze op een usb-stick gezet. Op de kamer van Norder werden de foto’s op een groot televisiescherm bekeken. De wethouder toonde zich lichtelijk verbaasd: ‘Ik wist niet dat al die werkzaamheden daar plaatsvonden’ was zijn reactie. Het was een goed gesprek waarbij echter geen toezeggingen van de kant van de wethouder werden gedaan. Bert Roeleveld (rechts) aan het werk op de kade. (2009) De scheepsbrug die Bert heeft gebouwd. Op 17 november vroeg voorzitter Filip Mens van de Belangenvereniging Schevenings Havengebied (BSH) me per mail hoe het gesprek met Norder was gegaan. Ik antwoordde hem dat het een goed gesprek was geweest en dat Norder had toegegeven dat hij de werksituatie op de kade verkeerd had ingeschat. Ook deelde ik hem mee dat er op 1 december 2009 een gesprek zou plaatsvinden met de beleidsambtenaren havengebied ir. Jeroen de Hoog en R. Janssen. Bij dit gesprek zou Filip Mens, Piet van Wijk, Gerrit de Ruiter en Karel Kulk aanwezig zijn. Alleen Filip en Karel waren echter aanwezig. Het verslag van het gesprek dat door De Hoog werd gemaakt zou hij naar Filip mailen. Na twee weken vroeg ik Filip of hij het verslag al binnen had. Hij had niets ontvangen. Op de commissievergadering Stadsontwikkeling en Ruimtelijke Ordening (SRO) van 6 januari 2010 liep ik beleidsambtenaar Janssen tegen het lijf en vroeg hem waarom het verslag van het gesprek nog niet aan Filip Mens was toegestuurd. ‘Gaan we alsnog doen menneer Kulk’, beloofde de ijverige ambtenaar. Op 12 januari 2010 kreeg ik van zijn collega de heer De Hoog een ‘het spijt me zeer berichtje’ met een beknopt verslag met daarin geen zaken van betekenis. Op de agenda van de commissievergadering SRO van 6 januari 2010 en de raadsvergadering van 14 januari 2010 over Masterplan Scheveningen-Kust waren ook het Popmuseum en de toekomst van de visserij geagendeerd. Het was beslist noodzakelijk dat vissers of andere direct belanghebbenden van de haven dan zouden inspreken. Staandwantvissers Rems Cramer van de KW 2, die Scheveningen als thuishaven had, was de juiste persoon om namens de staandwantvissers in te spreken. Op maandag 28 december 2009 sprak ik met Teun en Rems af in het ‘Brouwerscafé’ om de inspraak te regelen. Rems zou namens het ‘Kenniscentrum staandwantvissers’ inspreken, Teun namens de BOH en Karel Kulk namens de Scheveningse bedrijven die de brief van 23 september 2009 aan wethouder Norder hadden ondertekend. In mijn inspraak laakte ik de komst van het Popmuseum in de haven. Het stond haaks op het beleid van de gemeente om de ‘kustvisserij de ruimte te geven.’ Ik opende inspraak met: ‘Meneer de voorzitter, in de commissievergadering van SRO van 6 januari jl. was mijn conclusie dat zowel wethouder Norder als de raadsleden van de commissie m.b.t. het plan Popexperience voor een duivels dilemma stonden. Beiden hebben zich vastgelegd aan afspraken met de indieners van het plan zonder zich goed op de hoogte te stellen van de situatie aan- en op de kade. Ik ben het met de wethouder eens als hij zegt dat de betrouwbaarheid van het bestuur niet in het geding mag komen. Ik moet echte constateren dat mijninziens zeer naïef is gehandeld en niet of nauwelijks over de gevolgen voor de visserijsector is nagedacht. Contacten met de Stichting Popexperience zijn er volop geweest maar niet met de haven gebonden bedrijven die op deze locatie aanlanden en werken. Over het plan om de Derde Haven te dempen zei ik het volgende: ‘Op Scheveningen zijn er altijd havens gegraven. In 1902 werd de eerste haven geopend en in 1931 de Tweede Haven. De Derde Haven kwam in 1972 gereed. Het heeft Den Haag economisch voordeel opgeleverd en de Scheveningse bevolking werk. Maar ook veel Haagse mannen en vrouwen hebben de afgelopen twintig jaar een baan in de visserijsector gevonden en dragen zo hun steentje bij op Scheveningen.’ In mijn inspraak legde ik de vinger op de zere plek van bijna alle raadsleden door op te merken dat alleen Wim Pijl van de fractie Christen Unie/SGP de motie om het voormalige zendschip van Veronica naar Scheveningen te halen terecht niet had gesteund. De garnalenkotter WR 389 lost zijn vangt op de dr. Lelykade. (2009) Rems Cramer hield een prima betoog over de toekomst van duurzame vissen door de staandwantvisserij. Ook kaartte hij de stankoverlast aan die de netten van de staandwantvissers veroorzaakten. Hij pleitte voor een andere locatie in de haven. Tijdens zijn betoog moest voorzitter (wethouder) Rob van de Laar de vergadering schorsen, omdat op de publiek tribune mevrouw Auke de Vries van een Scheveningse bewonersorganisatie was gevallen en daarbij haar arm had gebroken. Na 20 minuten werd de vergadering hervat. Voor de ontwikkelingen in het havengebied werd begin 2011 door het gemeentebestuur de klankbordgroep ‘Scheveningen Haven’ opgericht. De klankbordgroep moest de ideeën, wensen en meningen van belanghebbenden inventariseren. De klankbordgroep bestond uit vertegenwoordigers van: Wijkberaad Duindorp, Bewoners Organisatie Havenkwartier, Wijkvereniging De Vogelwijk, Belangenvereniging Scheveningen Havengebied, Gezamenlijke Ondernemersorganisaties Scheveningen, Stichting Marketing Scheveningen (oud-wethouder Scheveningen Wilbert Stolte), Kamer van Koophandel, Topzeilcenrum Den Haag, Natuurorganisatie AVN en het Haags Gemeentemuseum. Het streven van de klankbordgroep was om na de zomer van 2011 de besluitvorming in de gemeenteraad te laten plaatsvinden. Bewoners van Scheveningen werden via hun bewonersorganisatie geïnformeerd over de voortgang van de klankbordgroep. Overigens was het Wijkberaad Scheveningen-dorp (WOS) niet uitgenodigd om zitting te nemen in de klankbordgroep. Voorzitter van het WOS liet mij weten dat hij dat ‘jammer’ vond. Op 11 april 2011 stuurde ik de leden van de klankbordgroep een mail over de voortgang van de plannen voor het havengebied. Ook vroeg ik wat ze vonden van de komst van een Popmuseum. Geen van de leden van de klankbordgroep heeft op mijn mail gereageerd. Over het initiatief ‘Kleinbedrijf ruimte’ in de haven vond op 13 april 2011 een vergadering plaats in het kantoortje van Stichting Trix in de Tweede Haven. Op initiatief van directeur Henk Groen van rederij Groen waren de heer Borsje en mevrouw Terlouw van VolkerWessels Vastgoed uitgenodigd. Al eerder had een gesprek plaatsgevonden tussen Henk Groen en Volker Wessels Vastgoed. Dit gesprek was op initiatief van wethouder Norder tot stand gekomen. Het vastgoedbedrijf was ook betrokken bij de ontwikkeling van het Popmuseum in de haven. Opmerkelijk is dat in het verslag staat vermeld dat VolkerWessels in samenspraak met rederij Groen en ook het MuZee Scheveningen bekijkt om zowel het Popmuseum te bouwen als een bedrijfsruimte voor de havengebonden bedrijven. Kees van Houten van GEOII zei het volgende over dit voorstel: ‘Waarom het talud (2e haven) als er zoveel andere plekken in Den Haag mogelijk zijn? Waarom het gevaar lopen dat havengebonden- en visserijactiviteiten onmogelijk worden gemaakt.’ Copyright Karel Kulk Scheveningen 2021 Karel Kulk Volgende >>
...terug ...home Geplaatst op 23-07-2021 en 1220 keer gelezen
Like dit 289 Liked