De Vis Wordt Duur Betaald deel 7

Verschillende havens en verschillende visgronden. De drie grote trawler havens waren de thuis havens voor een groot deel van de verre visserij vloot. Hull was wel de grootste, met zo'n honderd schepen van meer dan 140 voet lang, die de grootste vangers waren. Zo'n 8500 mensen, vijf procent van de bevolking van Hull, werkten in de visserij en in vergelijking met Grimsby waren dat 11.750 mensen, of zeventien procent van de bevolking, die er in werkten. Grimsby had een kleinere verre visserij vloot. Het was maar de helft van Hull's vloot. Maar wat gecompenseerd werd door de middelbare afstand vloot, maar die ook wel in de verre visserij werkzaam waren. En ook nog een kust visserij vloot, die Hull niet had. En dat maakte de visafslag van Grimsby beter voor de kwaliteit van de vis, terwijl Hull voor massa en verscheidenheid ging. Negentig procent van de Engelse grotere schepen opereerden vanuit het Humber gebied, maar Fleetwood, de arme rivale relatie van de oostkust, had in de zestiger jaren, tien verre visserij vaartuigen en rond de vijftig kleinere vaartuigen voor de middelbare afstand, die in de Faroers en de IJslandse wateren visten. Zij was groter als Aberdeen, die maar twee grote schepen had en zestig middelbare afstand schepen of Lowestoft , ook met twee grote schepen en een aantal middelbare afstand schepen. De grote drie havens hadden een gemeenschappelijk graad van isolatie, gewoonlijk bij steden “aan het eind van de lijn “, een trots gevoel van identiteit en een gewone manier van leefstijl, die hen uniek maakten. Elke stad had een vissers gemeenschap, achterbuurten, waar de vissers woonden, terwijl de eigenaars en schippers en de kooplui een graad van afstand hielden en verder weg woonden. Overal was het leven van de visserman hetzelfde. Hetzelfde bij de reders. Een zelfde wereldje verder van de havens vandaan. Hetzelfde was het met de pubs en clubs en hadden dezelfde lokmiddelen om de “drie dagen miljonairs”, hun geld af handig te maken. Dat geld was meestal in de IJslandse wateren verdiend, maar de industrie reikte zich verder uit, naar elke visgrond, waar vangsten te halen waren. IJsland was het dichtste bij, op zo'n 2000 mijl afstand en gewoonlijk waren hier de beste en de meest logische vangsten, maar Beren eiland, de meest Noordelijke visserij, was 2700 mijl weg en de Witte zee visserij, 1700 mijl verwijderd en bij sommige hiervan, werd gebruik gemaakt van de route, via de Noorse fjorden. De Noordelijke Noorse kusten, was de vierde hoofd bron van visserij, boven Groenland, wat het verste was en met de meest vaak moeilijke visgronden. Sommige schepen hielden het bij één gebied, de meesten verwisselden regelmatig naar afhankelijk van de seizoenen. De Noorse kust in Februari, de Witte zee in de tweede helft van het jaar en IJsland meestal de rest van het jaar. Reacties. Fleetwood was maar een kleine vissersplaats. Mijn vrouw haar familie kwamen uit Grimsby, mijn schoonvader zijn vader was daar visserman geweest. Mijn vader kan zich nog herinneren dat zij naar hier waren gekomen toen er een kolen staking in Grimsby was. Mijn moeder kwam uit Aberdeen, een andere visserij gemeenschap. Een van mijn broers vond de dood op een van de schepen van Fleetwood en een andere broer was er ook een machinist op. Zo gaat dat in ons soort families. Harold Dawe- Fleetwood. Hier in Fleetwood hadden we de Wyre Mariner, Sam Hewitt en een paar anderen rederijen. Je had maar vier soorten schepen. Hierna kon je op al de soort visserijschepen terecht,zoals naar IJsland gaan en misschien £ 2000 verdienen. Maar in Hull verdiende je waarschijnlijk twee maal zoveel. In de vijftiger jaren waren er hier banen genoeg. In die tijd hoefde je niet naar de haven te gaan voor een baan, maar als je in het cafe zat, kwamen vaak de ronselaars je een schip aanbieden. Je kon dan zeggen.. Ik ben niet geïnteresseerd, want je wilde eerst nog van je verdiende loon genieten. Tom Bagnall- Fleetwood. Ik denk dat het probleem van de visserij gemeenschap in Fleetwood was, dat zij die hier niet bij betrokken waren, neer keken op de visserman en hun gezinnen.. Ik bemerkte dat in het begin, dat er zekere elementen waren in de stad , die lichtelijk verdacht waren en dat de visserman en hun gezinnen een bepaalde reputatie hadden van veel drinken, harde werkers, schulden makend, onbetrouwbaar, vloekers, wat dan ook al niet, niet omkijkend naar en verwaarlozing van hun gezinnen . En natuurlijk kon je niet naar je gezin omkijken, als je achttien dagen weg bent en je slechts drie dagen thuis was, maar het houdt wel in wat je verstaat onder verwaarlozing. En sommige van de vissers gezinnen, als zij eerlijk waren, konden je vertellen dat zij werden bekeken als een mindere soort mensen, lager dan laag.. Een van de andere problemen die ik ontdekte was, dat zij, die een positie hadden wat boven de visserij uit stak, en misschien zelfs ook schippers, dat sommige van hun families ook laag neerkeken op de gewone vissers gezinnen. En dat was de bespottelijke situatie toen ik in deze stad kwam, waar, omdat de gewone visserman de boodschappen deden en bediend werden in de winkels in de stad, dezelfde winkels waren, waar ook de schippers vrouwen en wie dan ook hun inkopen deden en voortaan voor hun winkel inkopen naar Blackpool of ergens anders heen gingen, omdat zij niet gezien wilden worden in dezelfde winkels waar de visserman gezinnen kwamen.. In Fleetwood was het altijd al zo geweest. De rest van de Fylde kust was van meer standing in vergelijking met wat Fleetwood was en nog steeds is. De enige stad van de werkende klasse aan de Fylde kust. Het was altijd wat achteraf gelegen, en zelfs vandaag aan de dag nog . En je ging niet naar Fleetwood, als je daar niet perse moest zijn. En dat zijn allemaal problemen van de stad en het waren zelfs nog grotere problemen in dat opzicht, dan in Hull en Grimsby.. Het was geïsoleerd door haar geografische ligging en omdat het een stad van de werkende klasse was en het ook geïsoleerd was door de visserij traditie. Fr McMashon-Fleetwood Er waren in Fleetwood buurten van de vissers bevolking. Ik woonde daar echter niet. Ik heb altijd meer in het stads gedeelte gewoond, bij de tram verbindingen, waar ik ben opgegroeid en dat was een betere wijk. En van daar vandaan naar Beach road, noemden ze het de “Schippers straat “ Een heleboel top schippers woonde daar. Zij hadden daar hun koophuizen. En dat was het streven in mijn leven. Een eigen huis te bezitten. En dat was het eerste ding wat wij gingen doen. Toen ik het aan mijn vrouw voorstelde, zei ik haar......... Wij gaan niet eerder trouwen, voor wij onze eigen woning hebben. En dat hebben wij gedaan. Wij waren in de gelegenheid het huis te kopen toen wij trouwden. Zo was het een doel wat wij wilden en het was verder heuvel opwaarts daar vandaan. Het was er prettig wonen. Jim Quinn-Fleetwood. Er zijn in Fleetwood twee groepen van visserij uitoefening, de visserij bij IJsland en de thuis wateren. Als je aan je loopbaan in de visserij begint en bootsman of stuurman bent en je vist bij IJsland, is het vrij duidelijk, dat je alle IJslandse visgronden begint te leren kennen en als je later schipper wordt, ben je een IJsland schipper. In mijn geval viste ik in de thuis wateren en de minder verre wateren en ik leerde de meeste visgronden in de thuis wateren, meestal in gebruik voor de visserij op heek etc. Rond 1966 begonnen een of twee schepen wat verder weg te gaan vissen en begonnen zich te mengen met de Grimsby vloot. Ik was een van hen. Wij kwamen tot de ontdekking dat de lui uit Grimsby meer verdienden dan wij, met hun visserij op schelvis., dan de speciale visserij die wij vanuit Fleetwood uitoefende op heek en zo begonnen wij er mee, om zich met hun te vermengen, hun vaardigheden afkijkend en uiteindelijk eindigde ik niet als een heek visser maar viste ik met de Grimsby lui mee.. Je sprak met hen, op schepen heb je daar de mogelijkheid voor door middel van de radio, je introduceerde jezelf en komt een hoop over hen te weten.. Je leerde hen kennen, omdat je op dezelfde visgronden werkzaam was en elkaar op de radio hoorden. De beste schippers houden contact met elkaar. Slecht een paar Fleetwood schippers deden dat. Heek wilden ze in Fleetwood hebben en het was al rond de helft van de zestiger jaren, dat de reders tot de ontdekking kwamen, dat de vangst van gemengde vis zoals schelvis en kabeljauw, veel meer geld opleverden. Geld was het doel van de reders en het einde van andere uitoefeningen voor de reders.. Tot dat moment was Fleetwood een speciale heek haven. Derek Reader- Fleetwood Hessle Road was geweldig. Niemand had iets, maar het was er een fijne plek om te wonen. Er was nergens in de wereld een plek zoals dit. Het waren allemaal vissers families, van het ene eind van de Hessle Road tot aan het andere eind. Ongeveer twee en een halve mijl lang, van Osborne straat tot aan Dee straat., waren het bijna complete visserij families of hadden betrekking met de visserij. Er waren daar zoveel kroegen, dat je een drankje kon nemen in iedere kroeg en tegen de tijd dat je aan het einde van je tocht was, was je stom dronken. De kroegen zaten altijd vol., Er was bijna in elke straat wel een kroeg of een club. In die tijd leek Hessle Road wel een bijenkorf, vanaf vroeg in de morgen, We werden gewekt door de vis lossers, die naar de haven liepen, met hun klompen aan. De vis lossers gingen rond middernacht naar de haven om de luiken van de schepen open te gooien en alles in gereedheid te brengen voor de lossing van het schip. Je kon de stalen tapbouten in hun klompen horen als zij de weg af klotsten. Ken Robertson-Hull Veel visserlui woonden in de East March wijk, wat dichter bij de havens was, in de Hoop straat, Albionstraat en dat gedeelte aan de achterzijde van de Freemanstraat, het belangrijke winkel gebied. Zij woonden in twee boven elkaar en twee er onder huizen, zes op een rij met een kraan aan de buiten zijde, tussen de zes huizen en zonder badkamer. De schippers woonden hoofdzakelijk in de Orwellstraat, aangrenzend aan de havens in grote, drie verdiepingen, terrasvormige huizen, met uitzicht op de baai. Maar na de oorlog waren er verschillende typen schippers van de grotere schepen die er kwamen en zij verhuisden naar het meer geselecteerde gedeelte van Queen Mary Avenue, in half vrij staande huizen. Zo scheidde de schippers zich zelf af, van de bemanningen.. Je zag ,dat de bemanningen zich verzamelden op het Riby plein, in de Lincoln, de Rode Leeuw of de Cotties pubs. wat de drie pubs waren, dicht bij de haven, waar de visserlui gewoonlijk naar toe gingen en die ook door de IJslandse en Deense vissers werden bezocht.. Riby plein was meestal de plaats waar de visserlui zich verzamelden. Als ze om middernacht binnen kwamen of om zes uur in de ochtend, zouden zij zich toch rond 10 uur daar bij elkaar komen, maar je zou de visserlui het Riby plein vinden voor de pubs, die om 10.30 uur open gingen, Tussen 9,00 een 11.00 uur zou je letterlijk duizenden visserlui rond het Riby plein zien.. Z\ij zouden daarna weer uit elkaar gaan, hun geld innen, hun zooi vis halen en vervolgens naar de pubs in de Freeman straat gaan, van af Maandag tot de volgende Maandag. Iedere lunch tijd was het daar als een Zaterdag nacht omdat visserlui daar altijd heen gingen, op het geef niet welke dag zij met hun schip binnen kwamen, maar gewoonlijk op Maandag. Dat was de dag van de grootste aanvoer. En zo was de hoofd winkelstraat een prachtig gezicht met al de visserlui die hun Zaterdagnacht vierden, op iedere lunch tijd. Je zag er IJslandse visserlui, die er al hun geld uitgaven in Grimsby. Zij kwamen uit de Freemanstraat met kleding, meubels, piano's en zette dat aan boord van de IJslandse trawlers en namen de spullen mee naar Reykjavik. En zo waren de Freemanstraat en de havens, unieke plaatsen. Iedere lunch tijd op Vrijdag, sloten de scholen in Grimsby. Zij werkten niet op Vrijdag middag. De kinderen kwamen uit school op lunch tijd.. Wij waren gewend om een lunch mee naar school te nemen en namen dan een sandwich om 11.30 uur en de school sloot gewoonlijk om 13.00 uur. Wij gingen gewoonlijk naar huis en al de visserlui's vrouwen gingen naar de visserij havens om het loon van hun mannen op te halen, want zij kregen een voorschot op het loon en konden dat iedere Vrijdagmiddag ophalen en om 2 uur, de eerste uitbetalingen waren om 2.30 uur, tot 4 uur, zag je letterlijk duizenden vrouwen naar de haven gaan met hun kinderen die uit school waren gekomen en zij gingen er heen om het geld op te halen en keerden dan terug naar hui. Dit stond bekend als de “Visserij haven races “. Het was wat waard, om het te hebben gezien. Alec Bovill-Grimsby Op de oude schepen kwamen ratten voor. Je kon het niet voorkomen, want de visserij haven was vergeven van de ratten.. Ik verwachtte, dat het wel hetzelfde zou zijn in Grimsby. Ik heb het nooit zelf gezien, maar zij vertelden mij, dat er op een bepaald moment een grote verplaatsing van ratten was geweest in Hull, vanuit de visserij haven. Ik heb er nooit iets van gezien, maar de oudere mensen zagen het. Toen zij de nieuwe St.Andrew kade in Hull bouwden, vonden zij de oude vismeel fabriek vergeven van de ratten. Zij waren van plan dat in een keer op te ruimen maar de Milieu Gezondheid officier stond dat niet toe. Ze moesten de ratten in een deel van de fabriek allemaal vergassen en dan pas dat deel slopen, als de ratten waren opgeruimd. En daarna het andere deel op dezelfde wijze behandelen. Er werd verteld, dat wanneer zij dat in een keer zouden doen, de ratten in een grote massa zouden zijn vertrokken. Het eigenlijke verhaal van de ratten verplaatsing was dus afkomstig van de vismeel fabriek. Er waren twee visserij havens en hoofdzakelijk gebruikten zij de brug over de verbinding tussen de twee havens en dat was de wijze waar op de ratten zich verplaatsten. Het werd verondersteld, dat de ratten van de vismeel fabriek afkomstig waren en zich via de brug naar de stad verplaatsten. Ken Robertson- Hull. Ik wil niet zeggen dat de stad even groot was als Hull. Je was altijd in de veronderstelling dat Hull en Grimsby groter waren als Fleetwood. Ik heb wel eens mensen horen vertellen dat Fleetwood de grootste visserij haven was. Maar Hull schijnt ons altijd voor te zijn. Wij waren meer een stad van kwaliteit visserij, van heek en dat soort vis en waarbij de schepen uit Hull en Grimsby, hoofdzakelijk bij IJsland visten. Zij hadden niet de visserij in nabij gelegen wateren, net als wij. Maar ik had altijd al gedacht dat zij groter waren als Fleetwood. Toen ik eens wat moeilijkheden had, ging ik naar Grimsby en woonde daar een poosje. Een half dozijn mannen uit Fleetwood besloten ook naar Hull te gaan, maar besloten toen ook voor Grimsby., Het was er al even slecht. Het was er ook moeilijk. Er waren wel plaatsen op de schepen, maar de vis bracht niets op. We hadden al zes weken in Fleetwood hetzelfde meegemaakt en daarom waren we naar Grimsby gekomen.. Ik kwam op een klein schip terecht met een hoogste besomming van rond de £ 1000. Wij vroegen om een plaats op de grotere schepen, maar vonden ze niet. Er waren toen veel mensen uit Fleetwood in Hull. En er zijn er nu nog steeds en sommigen van hen zijn hier getrouwd.. Zij kregen wel een behoorlijk schip, maar wij verdienden geen stuiver. Wij zaten op kamers in Cleethorpes, ongeveer zes van ons in een huis. Als je aan boord van een schip zat, verhuurden zij de kamers aan anderen en zij maakten gebruik van onze spullen... overhemden en dat soort zaken... en gebruikten het. En zo probeerde je bij elkaar te blijven, zodat zij niet aan onze spullen konden komen. Ik hield er van en het was een goede oplossing, Het waren een goed soort mensen. Ik heb veel met Yorkies gevaren, mensen uit Hull, die naar Fleetwood kwamen, maar zij waren... ik weet het niet zeker, maar ik denk, dat wij het uitschot zouden noemen. Ik kon goed met hen opschieten, Ze waren hetzelfde als wij, maar in Grimsby leek het wel of zij beter geaccepteerd werden als zij in een cafe kwamen. Zelfs vrouwen betaalden een drankje voor je, als je zonder geld zat. Ze maakten er geen probleem van dat je zonder geld zat of werkeloos was.. Het waren een goed soort mensen en ik mocht ze wel. Thomas Bagnall- Fleetwood. Hull was altijd al gespecialiseerd geweest voor massa aanvoer en hun vistuig, hun manier van werken, bijvoorbeeld het gewicht van hun uitrusting en de vorm er van, waren verschillend van wat wij gebruikten, alles was gericht op hoeveelheid. Hull was altijd al ingesteld geweest op massa aanvoer, hun schepen waren groter, niet groter dan de de schepen uit Grimsby, maar zij gingen altijd naar Bereneiland en de Witte zee en ik denk dat niet alleen de firma Hellyer Brother bij IJsland visten, maar ook sommige van de firma's uit Grimsby. Zij pasten hun vistuig aan, de trawl, de bobines en alles, om het makkelijker te maken voor hoeveelheden en hun verwachting was anders. Ik herinner me nog dat er werd gezegd, toen wij negen schepen van de Lord Line uit Hull overnamen, dat zij geheel anders waren. De houding van de schippers en de indeling was geheel anders, alsof we de schepen uit Shanghai hadden gehaald. Alles was net iets anders ofschoon wij slechts twintig mijl van hen verwijderd waren.. Fleetwood bijvoorbeeld was meer geïnteresseerd in de visserij op soorten zoals IJslandse schol, gevangen aan de west kust van IJsland en heek, wat een visserij was aan de west kust en georiënteerd was op kleinere schepen en kortere reizen. Onze oude schepen gingen gewoonlijk naar Fleetwood. De oudere schepen uit Hull kwamen meestal naar Grimsby. John Butt-Grim Hull en Grimsby hebben altijd een vriendelijke rivaliteit gehad. Zij legden allebei een claim, als zijnde de grootste vissershaven in de wereld. Maar zij hebben beiden gelijk, maar op een andere manier. Grimsby heeft meer schepen, maar een groot deel er van zijn “snibbies “, een klein type Deens gebouwde schepen van 70 tot 80 voet lang en zij hadden meer schepen die in de kust en nabijgelegen wateren visten. Je kon wel zeggen, dat misschien maar 10 procent er van diepzee visser waren en dan bedoel ik echt Bereneiland, Spitsbergen enz. In principe was Grimsby meer een kwaliteit haven, voor schol, schelvis en dat soort vis. Maar Hull was voor de bulk visserij. Meestal kabeljauw en schelvis, als er veel schelvis was in de paartijd tussen Februari en Maart en voor de vis soorten wat wij soldaten noemen, zoals de roodbaars en de koolvis.. Hull was echt een bulk haven voor kabeljauw, schelvis en koolvis. Waar Hull de grootste was in puur volume van vis, was Grimsby de grootste in kwaliteit vis. De Zilveren Kabeljauw ontmoedigde de vangst van rommel, dus puur volume. De meeste van de Zilveren Kabeljauw winnaars brachten veel vis aan wal, waar zij eerder nooit op zouden hebben gevist., als zij niet hadden behoord tot de top van een handvol schippers, die hieraan meededen., Het Uitdaging Schild kwam in de plaats van de Zilveren Kabeljauw en hiermee werd alles beoordeeld. Je werd beloond met punten voor minder dagen op zee, voor volume, voor de opbrengst van de vis, zodat het een beter idee was, want het stimuleerde de kwaliteit. De mensen namen het niet serieus. Als je bij de top twintig behoorde voor de Zilveren Kabeljauw, betekende dat een pluim op je hoed. Als je bij de top vijf behoorde aan het eind van een jaar, betekende dat het een wedstrijd werd.. Ik had veel geluk. In mijn laatste jaar op zee... ik begon op de 21 st. Mei in 1973 en op die 21st Mei 1973 besomde ik £ 21.600. Het jaar er voor was mijn laatste complete kalender jaar ( de competitie werd altijd over een compleet jaar gehouden, begon ik pas in Maart met vissen, omdat mijn schip opgelegd was voor een grote ketel reparatie en zo bleef er maar negen maanden over in dat jaar, om te vissen. Er waren dat jaar slecht 56 schepen die aan deze competitie meededen en ik begon in Maart als nummer zes en vijftig en ik eindigde als nummer elf. En daar was ik trots op. Jim Williams – Hull. Ik denk dat er meer mensen de dood vonden of gewond raakten, omdat de schipper aasde op de Zilveren Kabeljauw. Daarom werd er ook mee gestopt. Het heeft maar vijf of zes jaar geduurd, ik kan mij de juiste jaren niet meer herinneren. Ik voer op een van die schepen, de Somerset Maugham, met schipper Billy Brown, die de Zilveren Kabeljauw won. Op onze top reis, brachten wij 4200 kits vis aan wal. En dat was heel veel. Hij was een top schipper en hij liet zijn bemanning hard werken. De hele dag aan dek om te strippen. Wij gingen naar huis , maar besomde maar weinig. Zij wilden de vis niet kopen, 4000 kits onverkoopbaar. Op een keer bracht ik met de James Barrie 3200 kits vis binnen en we kregen er een halve kroon voor, Alles afgekeurd. Maar het telde nog steeds mee voor de Zilveren Kabeljauw. De schipper kon het weinig schelen. Hij kreeg toch wel zijn geld, maar wij niet. Maar dat deed de reder, omdat de vis naar de vismeel fabriek ging en zij de eigenaars waren van de vismeel fabriek. Het was allemaal een hoop herrie, maar wij konden er verder niets aan doen.. Als je bezig was voor de Zilveren Kabeljauw, en je bekeek het over het jaar, had je geld moeten maken voor de vis die je had aangevoerd, maar er moest hard voor worden gewerkt. Meestal verdiende je goed geld, door de provisie. Maar het was hard werken. Alles moest worden gewogen. Waar je aan het vissen was, niet met de knapen voor de Zilveren Kabeljauw, werd het kleine spul overboord gezet en de goede vis werd bewaard en zo kon je een goede prijs maken. Maar niet bij de knapen van de Zilveren kabeljauw. Zij bewaarden alles en je stond de hele dag aan dek om te strippen en soms voor niets. Het was alleen maar een zilveren kabeljauw, een zilveren vis. Hij staat nu in het Dock Museum. De winnaar mocht het een jaar houden. Ieder jaar won er wel iemand. Als je de prijs won, kocht de schipper meestal wat voor de bemanning. Misschien een zilveren asbak of iets dergelijks. Wij kregen een schenkkan en ik zette daar mijn bloemen in. Dat was hij uiteindelijk mij waard. George Waudby- Hull. Ik was de bemanning ronselaar gedurende zeven jaar en daarna werd ik de “ scheeps- vader “ tot 1964. Het was gebruikelijk dat wij de schipper en stuurman ontmoette als het schip binnen kwam, om te vragen of er nog vacatures waren. Met andere woorden... als er iemand aan boord was die niet bruikbaar was op het schip en zij hier een ander voor wilden hebben en als iemand een reis aan de wal wilde blijven voor een vakantie. En zo wisten wij de volgende dag welke vervangingen er moesten komen. Wij waren een soort arbeid bureau. Wij hadden een kantoor en gewoonlijk stonden er mensen buiten te wachten en kwamen iedere dag terug om te zien of er nog vacatures waren en wij kozen dan hieruit de beste mensen voor een bepaald schip of voor een bepaalde schipper. Ik was ook verantwoordelijk voor de bevoorrading van het schip, afhankelijk waar zij ging vissen, of in de Noordzee of bij de Faroers of dat zij naar IJsland ging of naar Bereneiland. En ook de duur van de reis, zoals wij dachten dat het zou duren en we moesten het schip ook bevoorraden, afhankelijk van het aantal mensen aan boord. Op de Noordzee vloot zaten er gewoonlijk tien man aan boord, voor reizen rond de Faroer vijftien man en dan op de verre visserij schepen zoals wij ze noemden, IJsland, Beren eiland en de Witte zee, waren het rond de twintig tot acht en twintig personen. Wij moesten ook zorgen dat er voldoende brood aan boord was voor een paar dagen, tot de kok zelf brood had gebakken., wat zij gewoonlijk ook deden. Maar ook allerlei soorten vlees werd aan boord gebracht -worstjes en lever en dat soort dingen, aardappelen, groenten.. genoeg voor de duur van de reis. Soms kwam een schip weleens zonder voedsel te zitten of het voedsel bedierf en moesten dan IJsland binnen lopen of waar dat mogelijk was, om nieuw proviand aan boord te nemen.. Gewoonlijk bestelden wij het bij de Cosalt and Tanning maatschappij en dan was het mijn werk voor het schip vertrok, of alles wel aan boord was gebracht. Er was altijd een dubbele controle, dat het was gebeurd. Gordon Cockerill-Grimsby. Je weet waarschijnlijk wel, dat de vis elk jaar naar dezelfde plaats gaat om te paren en daarom gaan wij er heen. Dat is bijna altijd hoe het gaat. In het begin van het jaar, zette je het plan uit voor het komende jaar, Vanaf midden Januari tot begin April was het vissen bij de Noorse kust, net boven de poolcirkel en vervolgens noordelijker naar de Noordkaap van Noorwegen. Daarna ging je naar de West kust van IJsland, rond de ZW kust en verder omhoog naar de West zijde naar de Kaap. En daarna naar Bereneiland en de Barentszee. Als er werd gehoord dat er ergens anders vis werd gevangen, zouden de bazen je wel vertellen, om daar ook heen te gaan. Maar gewoonlijk als je dat deed, was de vis daar weg , op het moment dat je daar aan kwam en was het verloren tijd geweest. En dan zouden de bazen wel weer zeggen..... Je had er niet heen moeten gaan. Ik zelf werkte meestal volgens de kalender, tijdens de verre visserij reizen. De plaats van het grote paring seizoen bij de ZW kust van IJsland, noemden wij de Eilanden zee of de Westman eilanden, Je ving daar gewoonlijk veel kabeljauw en schelvis. Sid Morrell - Hull. Het IJsland seizoen was in de lente. De vis verplaatste zich daarheen vanaf Beren eiland. Het verplaatste zich langs de Noorse kust en boog dan af naar IJsland. Het seizoen voor de Noorse kust was in Februari en Maart en daarna natuurlijk IJsland, dan Bereneiland en daarna dwars over gestoken naar de Barentszee. Bill Hardie -Grimsby. Mijn eerste reis als schipper gingen we naar de Witte zee. Dat is dwars van de noord Noorse kust. Wij maakten een geweldige reis en ik heb er nooit verder over gedacht.. Wij visten toen overal, maar later concentreerde ik me gewoonlijk op IJsland. Wij visten vaak bij IJsland om dat ik daar van hield en het was dichter bij.. Dat was toen ik schipper was.. Je kon naar IJsland gaan en je kon je er vol vangen binnen drie dagen, maar als je NNO ging, was het rond de Russische wateren, Bereneiland, Spitsbergen en je moest dan vijf of zes dagen stomen. Dat is wel wat lang, vindt U niet. George Mussell - Grimsby Het slechtste weer, denk ik, was bij IJsland. Zelfs in de zomer had je er zware stormen.. Maar ijsafzetting was een vreselijk iets.. Ik bedoel de ijsafzetting op de vis.. Je was bij goed weer aan het vissen en voor je tijd had , om weer te gaan halen en het vistuig aan boord had, zat je er midden in. Gewoonlijk stak de wind plotseling op en bracht de vorst mee. Je kon er verder niets aan doen. De weersomstandigheden waren zo slecht dat je waarschijnlijk het land om opperte te zoeken, niet kon halen. Je moest de storm dan maar zien uit te rijden.. wij noemden dat ,... liggen steken. Het gaf niet waar je heen ging, je had overal slecht weer.. maar als je de sterkste van de wind en de ijsafzetting had, was het bij IJsland , wat dat wel het slechtste was. Tom Jacombe -Grimsby. Mijn vader vertelde gewoonlijk ons alles, toen wij gingen varen. De IJslanders gebruikten alleen maar kleine schepen voor de kust wateren.. Zij wisten niets over trawling en dat soort zaken.. Het waren de schepen uit Grimsby die het eerste naar IJsland gingen, om de visgronden te verkennen.. Wat zij daar vonden was zoveel vis dat er niet genoeg voedsel in de zee zat om de vis te voeden en zodoende was de vis ondervoed en niet van goede kwaliteit, maar natuurlijk vingen zij die vis en brachten de vis mee terug, en de hoeveelheid betaalde.. Zij waren erg vindingrijk om de visgronden bij IJsland te verkennen, omdat het een zeer rijk visgebied was., maar het was historische Engelse visserij grond, want zij hadden het verkend en het in gebruik genomen. En zij waren daar de eerste pioniers.. Men ging naar IJsland zonder moderne navigatie middelen. Zij hadden niets, geen sextant, niet zo iets als radar.... zij hadden het soms zelfs niet tijdens de oorlog. Het waren toen geharde mensen en zij realiseerde zich dat zij naar erg goede visgronden gingen.. De West kant van IJsland was ruw visgebied, waar van gewoonlijk werd gezegd... de visserman die daar vist, vist daar in een gebied, waar engelen bang zijn om te komen. Bill Hardie- Grimsby. Meestal ging je naar IJsland en je viste daar op verschillende plaatsen, Je ging naar het noorden van IJsland, naar het zuid oosten en naar het westen, afhankelijk waar de visserij het beste was. Maar altijd was de beste visserij om de noord, maar daar was vaak heel slecht weer.. Zeer slecht weer. En je moest dan snel een opperte zoeken en anders kwam je in moeilijkheden. Wij lagen daar eens voor anker voor opperte en natuurlijk waren er drie of vier schepen, die kapseisden. Het was de ijsafzetting die toesloeg. De ijsafzetting begon bij het staande want en dat werd vaak tien maal zo dik en dan zat er niets anders op om het los te breken. In die tijd had je niet de mogelijkheden om het ijs te ontdooien.. Gewoonlijk sloeg het schip dan om en veel schepen hebben dit lot ondergaan.. Als je bij IJsland was bij dat soort weer, stoomde je naar Noorwegen en als je eenmaal bij Noorwegen was, kon je meteen opperte zoeken in de fjorden voor het slechte weer. En je kon al heel slecht weer hebben, voor je in de fjorden was. Maar ik vond het nog steeds fijn op zee. Ik wist niet beter.. Ik kon niet aan de wal gaan werken en een baan als timmerman zoeken. Ik hield van het varen. Jim Johnson- Grimsby. Er waren meerdere slechte visgronden in gebruik bij de visserlui uit Fleetwood. Wij hadden ook ons aandeel en zeker rond IJsland. De namen van deze gronden vertellen je het al, de doodkist, de bovenpees diepte, de Hindenberg, de Hara Kiri bank. Deze namen spreken voor zich.. Hara Kiri betekend plotselinge dood. De bovenpees diepte, de bovenpees van de trawl, als het net ergens scheurde, met een beetje geluk scheurde het langs de bovenpees en dan had je alleen maar langs de pees te repareren, maar scheurde het net in het midden, had je veel netwerk om te repareren. Jim-Williams- Hull. De reis viel gemeenlijk zwaar, de condities rond de Noord Kaap van IJsland waren vaak verschrikkelijk. We hadden stormen te door staan, de zwarte vorst en ijsafzetting. De meeste van ons liepen bevriezing verschijnselen op aan lippen, handen en voeten. We waren klaar om naar huis te gaan. We hadden 1600 kits kwaliteit vis in het visruim. En toen het nieuws door kwam dat we nog twee dagen langer zouden blijven , voor wij naar huis gingen, vonden wij dat goed., dat kan ik je wel vertellen.. En om het nog mooier te maken , verbeterde het weer, de triestheid verdween en we ontdekten een groot ijs veld wat zich vanuit het noorden verplaatste, De schipper, tot onze opluchting , besloot dichter bij het ijs veld te gaan vissen na het horen van rapporten over vangsten van enorme kabeljauwen. Het was net na het ontbijt op onze tweede laatste dag. Toen wij de trawl haalden, waren we verwonderd.. het net zat barstens vol met grote kabeljauw.. Maar met hen kwam de lucht, een buitenissige geur vulde de lucht, wat de dekbemanning hun dassen voor hun mond en neus deed houden. Ik heb nooit geweten dat er zo iets verschrikkelijk bestond. Toen zagen we pas dat het hele net er mee bedekt was. een vreemde wassige substantie, wat van de trawl af droop, toen wij de trawl scheep haalden en het dek in een gladde ijsbaan veranderde, De schipper gaf orders om het weg te spoelen en dat deden we dan ook met scheppen en twee waterstralen.. Maar dat was niet het einde van het geval.. Twee keer meer hadden wij dezelfde ervaring en het kostte ons twee uur om het spul weer terug in zee te krijgen. Bij het vallen van de avond besloot de schipper van het ijsveld vandaan te vissen. Ik kan me nog steeds herinneren dat de dekbemanning op het achterdek stond, om schone lucht in te ademen. Zij moesten zelfs hun oliegoed schoon spoelen en hun laarzen, voor zij naar de kombuis konden gaan voor een mok thee. Maar dat waren orders van de kok. Blijkbaar hadden twee grote Hull trawlers ook last gehad van de wassige substantie, maar een van haar schipper had het spul herkent en had orders gegeven het spul in vaten te scheppen. Tot onze verbazing leerden wij dat het ambergris was, een afscheiding gemaakt door de potvis en wat wordt gebruikt voor het maken van dure parfums.. Wij in feiten hadden nog nooit een potvis gezien en ook niet bij IJsland, in de tijd dat ik daar had gevist.. Een theorie was dat het met het ijs veld was mee gekomen. Maar we kwamen wel te weten dat de trawler uit Hull het mee nam naar huis en het hele zootje aan en koper verkocht. De schipper besloot dat wij een tijdje gingen liggen drijven. Het dek werd geklaard en de vis werd in het visruim geijsd Maar terwijl wij in de last aan het strippen waren, gebeurde een tweede verbazingwekkend voorval, wat we nooit zouden vergeten.. Ongeveer 500 yard van ons vandaan, aan stuurboord , begon de zee in beroering te komen en te bubbelen. Wij stopten met strippen en keken vol ongeloof naar een grote commando toren, die langzaam boven water uit rees, waarop een hamer en een sikkel waren afgebeeld, van een Russische onderzeeër. Allereerst dachten wij, dat wij in een militaire oefen zone waren terecht gekomen. Het water stroomde als een waterval van de commando toren af, alsof het een reuze waterval was en neer kwam op een slijmerig en groen dek, wat ons verwonderd maakte, hoelang dat schip al onder water had gezeten. Toen de Russische kapitein aan dek kwam, was zijn vraag echter vrij simpel en makkelijk uit te voeren. Alles wat hij wenste was alleen maar verse vis voor het avond eten van de bemanning. Wij gaven aan de vraag gehoor door twee manden met gesorteerde vis te geven, waarna hij ons acht flessen van de beste wodka terug gaf, om te verdelen onder de bemanning. Tot op heden kan ik nog steeds de smaak er van herinneren.... het was puur vuurwater.. Nadat de transactie was afgehandeld, dook de onderzeeër weer onder water, met een straal van luchtbellen achter zich latend. De rest van de dag op deze visgrond ging voorbij, zonder verdere voorvallen. Michael Sparkes- Grimsby. Je ging nooit naar zee met geld bij je., maar je kon altijd wel een voorschot krijgen van de scheepsagent. Maar je wilde jezelf niet te veel in de schulden steken, want je moest het toch weer terug betalen.. Ik voer op de Akureyri. We hadden een grote reparatie klus wat uitgevoerd moest worden, wat zeker vijf of zes dagen zou duren. De agent kwam bij de schipper en zei tot de schipper. Ik kan wel iets organiseren om de bemanning blij te maken. En de schipper gaf zijn akkoord. Zo organiseerde hij tripjes de heuvels in en hij presenteerde de rekening aan de schipper ... wat uit kwam op £ 23 per persoon. En dat was een hoop geld. Toen pas realiseerden wij ons dat de agent de eigenaar van het bus systeem was, wat ons had mee uit genomen en hij liet het schip ook iedere dag verhalen en daar de motor niet gebruikt kon worden, was er ook iedere dag een sleepboot nodig. En toen kwamen wij er achter, dat hij ook de eigenaar van de sleepboot was. Toen moesten we weer opnieuw provianderen, want wij hadden ons proviand reeds verbruikt en wat dacht u , wie de eigenaar van de winkel was ? Natuurlijk weer de agent. Daarna kwam hij weer bij de schipper en vroeg of de bemanning geïnteresseerd was om naar de bioscoop te gaan of naar een zwembad. En toen kwamen wij er achter, dat ook hij de eigenaar van de bioscoop en het zwembad was. Het kostte een fortuin. Wij lagen daar acht of negen dagen en de rekening liep op tot £ 5000 en wij besomden gewoonlijk rond de £ 6000 per reis. En de schipper raakte in paniek. Hij dacht wel, dat hij zo wel de zak kon krijgen door dit geval, maar hij realiseerde zich niet, tot hij de rekeningen nog eens bekeek en tot de ontdekking kwam dat het een agent voor de IJslanders was. En dat veranderde de zaak. De reders gebruikten gewoonlijk een agent en het kon niet schelen welke rederij het was, waren het de agent van de bepaalde haven en zij kwamen nooit aan boord.. Gewoonlijk had je een agent nodig als je problemen had met de radar of dat soort zaken of als er iets fout liep en de schipper een nacht wilde binnen liggen. Gewoonlijk vertelde je dan, dat de radar niet functioneerde en kon je een nacht binnen liggen, Graham Howard- Grimsby Je ging naar Groenland toe, als je nergens anders kon vissen, omdat het een vreselijke plaats was om te vissen. Het tij was daar zo sterk dat de ijsbergen zich sneller verplaatsten als jezelf. En je had steeds problemen met de bodem en hierdoor veel gescheurde netten... het is echt geen fijne plaats om te vissen. Bill Hardie- Grimsby. Ik ging naar Groenland mat een knaap die Andy Jensen heette. Wij gingen met de Prince Philip, een 139 voet lange trawler. Mijn vader zei tegen mij... Jullie gaan toch niet met dat schip naar Groenland ? Maar ik ging toch en Andy, die niet bang was voor ijs of wat dan ook. Hij was echter nog nooit bij Groenland geweest en toen wij Kaap Farewell naderden, zei hij tegen mij... blijf een halve mijl van de ijsbergen af.. Je kan het je niet voorstellen, tot je er een ziet, hoe groot zij wel zijn.. Het lijkt wel een blok flatgebouwen. Wij bleven er ongeveer een halve mijl vandaan, kijkend op de radar en deze ene keer ging ik ongeveer een halve mijl, waar ik een mijl er vandaan had moeten blijven en wij raakte hem. Er was een enorme klap en een schrapend geluid. Mijn tikker en ook van de anderen sloeg op hol, maar Andy die net naar buiten kwam zei. Wees er maar niet bang voor. We hebben alleen maar een onderwater stekend deel geraakt. Wij gingen deze zelfde reis naar een plaats die Julianna heette, ik dacht weel dat het zo geschreven werd..Ik dacht, wij komen nooit deze fjord binnen, het is een grote massa ijs, maar ik ging naar de boven brug, want ik was op dat moment op wacht en ik stuurde. Hij kwam ook naar boven en zei... Wat jij aan het doen bent, is in principe stomen naar een grotere ijsberg die de kleine ijsbergen uit de weg ruimt en daar is altijd wel ergens een opening. Ray Jones- Grimsby. Bij Groenland kwam de vis naar beneden en wanneer de warme lucht van de Golfstroom gewoonlijk er over heen kwam, zwom de vis er niet door heen.. Het was warm water. De vis stierf dan gewoonlijk. Dunne, stervende vis en dat was het , wat je gewoonlijk ving en je bracht het binnen als minder waardige vis.... niet goed voor de handel. Wij hadden 3200 kits aan boord, bijna allemaal minderwaardig spul, dunne kabeljauw als scheermesjes, te dun, zodat je er bijna doorheen kon kijken. De schipper zei gewoonlijk. Haal ze aan boord, haal ze aan boord, het zit wel goed, maar dat is dan wel dat je maar een halve kroon verdient, voor de reis van 3200 kits vis. Die schipper was Michael Burton en hij was schipper op de James Barrie. George Waudby- Hull. Ik ben in Groenland geweest en ik was in Godshaven, wat de hoofdstad was. Het is een zeer primitieve plaats. Het was een wel bekend begrip in Godshaven op Groenland, dat zodra je gemeerd lag, je omringd was door meisjes. De meisjes wilden zwanger worden, want het was verboden voor hen, om in Groenland te wonen, als je zwanger was. Wat zij gewoonlijk deden was hen naar Noorwegen sturen, wat een andere door God vergeten plaats was. Het was een wel bekend feit dat zodra je gemeerd lag in Groenland al de meisjes uit de stad naar het schip kwamen. Het was hun enige manier van leven... er was verder niets. Er waren een paar kleine kolen pieren, een paar winkels, veel sneeuw en veel ijs. En dat was het. Er was helemaal niet zoiets als een dancing of bioscoop en je kon ook niet naar een pub gaan voor een biertje. Er was niets. En de meisjes wilden zwanger worden, alleen maar om daar gewoon weg te komen en naar Noorwegen te komen te gaan.. Dat was hun bedoeling. Ik hoop, dat ik nooit iemand zwanger heb gemaakt. Ik zal me altijd herinneren toen wij eens Godshaven naderden, het reusachtige gekletter en een harde knal.. Ik praat dan over iets wat je bijna doof maakt, omdat er een gledser van de berg af kwam. En zodra het een bepaalde hoogte had, brak zij af en veroorzaakte een ijsberg. Als je naar een voetbal wedstrijd kijkt en je hoort de herrie die er wordt gemaakt, dat ik nu wel denk dat zoiets honderden keren luider was. Ik dacht... wat gebeurd er hier. Toen realiseerde ik mij wat het was.. Als ik het gevoel er voor had gehad, had ik van dat soort dingen foto's kunnen nemen, maar in die dagen konden we ons geen camera veroorloven. Tom Jacombe- Grimsby Toen ik stuurman was, kwam ik op een trawler met de naam Churchill. Het was een nieuwe trawler en haar schipper was Norman Rogers. Zijn bijnaam was... Non Stop Norman. Het was een harde kerel. Wij visten eens bij de Noorse kust, in de buurt van de Tanna fjord. Dat is helemaal in het noorden. Er woei een wind vanuit de wal. Het was een wind met stormkracht en wij visten een mijl uit de kust en er was nog een Yorkshire trawler bij ons.. Wij hadden bijna het schip vol en we vingen veel vis.. De kanonneerboot kwam naar buiten en zag ons. Wij haalden vlug de trawl en stoomde het slechte weer in. Maar de Yorkshire trawler werd gepakt. Het schip werd opgebracht naar een plaats Vardo, in het noorden van Noorwegen en de schipper werd veroordeeld. Wij stoomden naar huis met ongeveer 2400 kits vis en liepen Tromso binnen., onder het motto... Hoe brutaler je bent, des te beter. Toen wij in Tromso aan de kade meerden, werd het schip gearresteerd.. Dat was wel niet zo fraai. Ik was nog niet zo lang getrouwd en ik dacht... ik weet niet hoe lang dit gaat duren. Maar we lagen in ieder geval langs de kade.. Wij kregen alle aansluitingen vanaf de wal en werden geproviandeerd. Maar we kregen ook een gewapende wacht aan boord met een Tommy gun en een officier met een revolver. Deze officier en een van de marine mannen gingen aan wal voor de lunch en de andere marine man stond op de kade met zijn geweer. De schipper zei... als ik jullie vanuit het stuurhuis raam een seintje geef, moeten jullie de trossen los gooien en gaan wij er van door. In ieder geval kreeg ik het signaal en ik dacht..Als die knaap maar niet gaat schieten, als ik de trossen los gooi. Wij voeren volle kracht achter uit, trokken alle koppelingen kapot toen wij draaiden. Wij hadden ook twee douane officieren aan boord. Wij gaan wel met jullie mee naar Engeland, zeiden zij.. Wij gingen er met volle kracht tussen uit en voeren weg en ik ging naar de brug om het schip te sturen. De schipper zei...Er is niemand die ons volgen kan of zo iets dergelijks. Maar het volgende wat wij zagen, was een Catalina vliegboot die over ons heen vloog. Ik dacht... hier gaan wij en toen kwamen wij bij Yesben of zo iets dergelijks in de fjord en een motor torpedo boot kwam aangestormd en kwam bij ons langszij en gaf orders om te stoppen. En de schipper zei... Ik stop mijn schip niet. En wij voeren door en het volgende ding was, dat hij vlak naast ons kwam varen. De schipper zei...Ik heb er zin in, om hard stuurboord te geven en hem tot zinken te brengen. Ik weet het niet schipper, was mijn antwoord. Maar hij zei... Als mijn zenuwen mijn de baas worden, zal jij hier op je knieën zitten te bidden.. Ik dacht , oke.. Het volgende wat zij deden, was ons onder vuur nemen en ik zag de lichtspoor munitie langs het raam van de brug vliegen. En ik dacht... dat loopt fout en uiteindelijk stopte de schipper het schip en wij gingen daar voor anker. Zij wilden niet dat hij de Britse consul in Tromso bezocht en zij zetten bewapende politie aan boord en ook matrozen met Tommy guns. Ik ben vergeten hoe hoog de boete was,,, het was ongeveer £ 5000, wat toen een hoop geld was in die dagen. Wij brachten 2350 kits vis aan wal en besomden £ 4000, wat erg weinig was voor een schip als dat van ons.. Maar de schipper werd ontslagen. Mick George -Grimsby. Als je in de Witte zee viste, liep je altijd het Noorse plaatsje Lodingen aan , om een loods op te pikken en de mannen aan boord waren dan gewend om brieven naar huis te sturen. En blauwe pakken sigaretten vloeitjes papier te kopen, die in Noorwegen bijna niets kostte. Geen rood sigaretten papier maar blauw. De mannen waren er aangewend om dozen vol te kopen, die zij dan later weer verkochten en zij kregen daar goed geld voor. Je pikte altijd de loods op in Lodingen en zij brachten je door de fjorden ,gedurende vier en twintig of zes en twintig uur en dan gaven de bemanning aan hem de brieven mee om te posten en voor het postzegel geld, gaven zij hem een pakje sigaretten. En als je terug kwam van het vissen en een loods oppikte bij Honigvag, was er ook weer post vanuit Engeland., tenminste, als ze terug schreven., dan kon je de brief ontvangen. Dan had je nog vier tot vijf dagen eer je thuis was, maar je had in ieder geval al een brief. En dat was goed. Ik wilde, dat ik wat van die brieven had bewaard. Les Bowden-Grimsby De Russen waren vroeger erg laks met de controle van de visserij limieten en dat soort zaken, toen de limiet nog drie of vier mijl was. Regelmatig visten wij binnen deze limiet op twee of drie mijl uit de kust, in plaats van vier of vijf mijl en zij maakten het ons niet lastig.. Wij werden nooit opgebracht , maar een schip van onze rederij wel en de reder zelf was daar aan boord. De boete was ongeveer £ 250. Niets meer. Ik voer bij de rederij Marr, toen de Swanella werd opgebracht. De schipper was een welbekend persoon en heette Leo Rennet. De jonge reder was voor een plezier reis bij hem aan boord.. De Russen arresteerden hem op beschuldiging van spionage van radar torens.. Zij namen hem mee naar Moermansk en vervolgens had hij daar een rot tijd.. Overal aan boord waren er gewapende wachtposten. Gewoonlijk kwamen zij aan boord om hem mee aan wal te nemen, om hem daar te ondervragen, dat vier uur in de ochtend duurde. Hij werd aan boord terug gebracht, alleen maar om wat te slapen en kwamen dan weer terug, om hem weer op te halen. Dat ging zo vier of vijf dagen door en namen hem toen mee naar de rechtbank en kreeg hij een boete van £ 250 en vertelde hem, dat hij kon gaan. Wij stoomden Moermansk uit, wat een Marine basis is en gelukkig voor hem, keek de schipper uit het raam van de brug en zag de jonge baas op de brug omloop staan, terwijl hij foto's aan het nemen was van de Russische marine schepen. Goed stom. De schipper greep hen bij zijn nek, schopte hem van de ladder af en vertelde hem dat hij niet meer op de brug moest komen, tot dat wij thuis waren. Sid Morrell- Grimsby In 1957 voer ik als bootsman op een verre visserij trawler die vanuit Hull viste. Het schip, de Kingston Almandine, was van de rederij Kingston Deep Sea Trawling Co.. De schipper van het schip was Cyril Burt en de stuurman was Gordon Sheppperd. Op deze reis in kwestie, hadden wij ook een passagier aan boord, wat soms wel eens gebeurde voor een plezier reis. Op dat moment was alleen de schipper op de hoogte van de ware identiteit van de zogenaamde passagier.. Gedurende de reis ontdekten de passagier en ik, dat wij veel dingen gemeen hadden, wat als resultaat had, dat wij bevriend werden. Wij hadden lange gesprekken op de brug als ik op wacht was. Het was tijdens een van deze conversaties dat hij zijn ware identiteit bekend maakte en de reden waarom hij aan boord was. Hij zei, dat hij had besloten, het mij te vertellen omdat ik misschien wel het meesten er van geraden zou hebben. Hij was een jonge Britse marine luitenant met de naam Andrew Marks. Hij was toegevoegd aan de afdeling van de Koninklijke Marine wat bekend was als Marine Inlichtingen Dienst. Hij vertelde dat de Marine Inlichtingen Dienst informatie had ontvangen, dat de Russen zo ongeveer bezig waren met de zee testen van een nieuw soort oorlog schip.. Daar de Kingston Almandine naar dit gebied zou gaan, waar de proeven zouden worden uitgevoerd, had de Marine deze luitenant bij ons aan boord geplaatst, met de opdracht dat hij het Russische oorlog schip ( onder anderen ), kon fotograferen, als de gelegenheid zich voor deed. Luitenant Marks had een grote soort canvas zak, die verzwaard was op de bodem. Ik de zak zat, wat mij toe leek, een heel dure camera, een complete telescoop op een driepoot, was bleek een stel kijkers te zijn, een scherts bord en twee of drie folders met harde kaften, waarin silhouetten stonden van Russische oorlogsschepen. Wij kwamen uiteindelijk bij Kildin aan wat aan de Russische kust ligt en wat het eiland is, waar de Russische oorlogsschepen normaal verschenen. En op onze derde dag dat wij daar waren kwamen er drie oorlogsschepen in het zicht en een van de schepen sleepte een groot doelwit. De luitenant nam veel foto's van de oorlogsschepen en hij vertelde mij ook de reikwijdte en de trefzekerheid van de kanonnen. Maar hij legde het niet uit, hoe hij dat te weten kwam. Hij gebruikte veel de verrekijkers op de driepoot, waarop ook een snoer was bevestigd , wat naar zijn oor liep en ik geloof ook nog dat er een microfoon was, waarin hij sprak. De verre kijkers waren in feiten ook nep en hij vertelde mij dat het in werkelijkheid instrumenten waren voor gebruik van het opnemen van de frequenties van de Russische kust radar stations. Luitenant Mark vertelde mij, dat als er Russen aan boord zouden komen voor een onderzoek op het schip, de verzwaarde canvas zak onmiddellijk overboord moest worden gegooid en als hij dan ernstig werd ondervraagd door deze overval ploeg, hij zou vertellen dat hij een student was van een universiteit en gegevens verzamelde voor zijn proefschrift.. Ik kan me nog heri9nneren, dat ik met hem grapjes maakte en hem zei, dat hij wel een medaille zou krijgen voor de informatie, die hij had verzameld.. Zijn antwoord was zoiets als dat hij er niet zoveel over wist, maar dat zijn superieuren zeker tevreden zouden zijn. In dit geval geloofde ik, dat het zeer waarschijnlijk was dat deze clandestiene operatie over het algemeen bekend was bij de trawler schippers uit Hull. ( Ik voer jaren als schipper vanuit Hull ) Ik ontmoette commandant Brookes bij diverse gelegenheden en hij zou altijd wel vragen stellen of je bij de Russische kust had gevist en of wij nog Russische oorlogsschepen hadden gezien en hoeveel schepen er waren en wat zij aan het doen waren. Hij zou dan meteen weer vragen... Ga je de volgende reis weer naar de Russische kust om te vissen en als je gaat, wil je dan een camera meenemen om Russische oorlogsschepen te fotograferen of andere zaken, als je van mening bent, dat het voor ons interessant zou zijn.. En hij bedoelde dan,,,, de Marine Inlichtingen Dienst. Commandant Brookes maakte er geen geheim van dat hij voor de Britse Marine Inlichtingen Dienst werkte. in ieder geval tegen over mij. De trawler eigenaars uit Hull waren volledig op de hoogte van het spionage, werk wat op hun schepen werd gedaan. Ik zag commandant Brookes bij ons op het kantoor van Hellyer Brothers, de firma die later de Britse Verenigde Trawler Maatschappij zou worden, bij zeker drie of vier gelegenheden Neville Beavers- Hull. Persoonlijk gesproken, zou ik het informatie verzamelen noemen. Verschillende personen hebben hierover verschillende ideeën. Maar aan het einde van de dag was je steeds bezig met een werk voor het gouvernement.. Een of twee maal werd aan de trawlers gevraagd om ergens anders te gaan vissen en als er een paar kanonnen op de werden gericht bij de vraag, vroeg je niet meer........ waarom ? Steeds duidelijk bij het vissen wist je altijd wel, wat de Russen gingen doen, omdat zij alles volgend het boekje deden. De Russen waren de enigen vissers die altijd vlaggen hesen om aan te geven, dat zij de trawl gingen halen of aan het uitzetten waren en al dat soort zaken. Alles ging volgens het boekje. Veel er van was, omdat zij het niet anders wisten. Plotseling na de oorlog hadden zij duizenden schepen en het duurt langer dan vijf minuten om een schipper of stuurman voor de visserij op te leiden. En hier door moest er volgens het boekje worden gewerkt. Zij vielen je nooit lastig en zij spraken nooit met ons. Maar bij een gelegenheid werd aan de schepen gevraagd, om zich te verwijderen , door Russische oorlogsschepen, Ik denk dat zij wisten wat er gaande was, zoals wij het ook wisten. Wij wisten wat zij aan het doen waren. Ik voer op de trawler Galliard, wat bekend stond als een spionage schip. Ik was er op dat moment stuurman en commandant Brookes was een zeer vriendelijke knaap. Deze Brookes had zelfs een klein kantoor in de haven. Deze speciale reis zei de schipper ons... alles zal deze reis oké zijn.. Wij nemen deze reis wat lui van de marine mee en we zijn gegarandeerd van onze verdienste, elke dag van deze reis.. Meer of minder, zullen wij deze reis £ 10.000 besommen of wij nu iets vangen of niet. Er waren twee marconisten aan boord en het enige wat zij deden was luisteren met hun toestellen en zij hadden ook nog tape recorders bij zich. Zij konden Russisch verstaan en zij luisterden alleen maar.. Commandant Brookes voer met ons mee, maar er was ook nog een andere knaap aan boord, maar ik weet niet, wat zijn rang was., maar hij had wel dienst gedaan op ambassades in diverse landen. Het was een uitgesproken heer. Ik hield er van om naar zijn verhalen te luisteren over de ondervindingen, die hij mee had gemaakt. Hij stond vaak op de brug met een soort antenne en luisterde in het rond en de marconisten luisterden op een andere frequentie. Zij werkte zes uur op en zes uur af op het moment dat wij daar waren. Brookes had een ander tijd schema. Alles werd opgenomen en de informatie werden uitgezocht voor wat zij waren, tijdens de thuis reis. Naderhand lieten zij een tape recorder achter met een marconist en als hij hoorde dat er Russisch werd gesproken, nam hij het op. Zij kunnen misschien wel over de visserij hebben gesproken of over andere zaken , die wij allang wisten. Aan sommigen van ons werden kleine camera's gegeven met telelenzen, door de Marine Inlichtingen Dienst, via commandant Brookes.. Hij was een geclassificeerd Marine officier in dienst van de Inlichtingen Dienst. Als je een Russisch schip zag, of oorlogsschepen, vliegtuigen, onderzeeërs, alles, maakte je er foto's van en je gaf het rolletje met de film aan hen bij terug komst. Als je een filmpje over had, gebruikte je het om foto's te nemen van je gezin of ander soort dingen. Zij drukten ze af en gaven de privé foto's aan je terug. Ik had zo'n camera gedurende twee of drie jaar bij mij. Wij kregen er niets voor betaald. Zij garandeerden ons alleen die ene bepaalde reis , toen zij allemaal mee gingen en zij de £ 10.000 besomming garandeerden. Maar dat betaalden zij echter ook niet, want wij besomde echter meer als dat. Bedrag. We hadden ons werk normaal kunnen uit oefenen en we hadden het geluk om in een goede visserij van schol te komen en besomde £ 4000 meer als de gegarandeerde £ 10.000. Anders om, als wij niets hadden gevangen, hadden wij toch onze verdienste gehad van de £ 10.000 garantie som. Jim Williams- Hull. Ik nam nooit een van de marine mannen mee op mijn schip. Ik had gediend bij de Marine voor mijn nationale dienstplicht en een van de officieren, luitenant Edwards van het marine schip waar ik op had gevaren, de HMS Thesius, kwam op een dag in Hull, en hij was een Marine Inlichtingen Dienst man.. Gewoonlijk kwamen zij naar je toe als je op het rederij kantoor was, om je te vragen of je nog activiteiten had gezien van Russische schepen. Gewoonlijk zag je vrij regelmatig Russische schepen op bepaalde tijden in het jaar, als je bij de Russische en de Finbar kust viste. Maar ik heb nooit iemand van de Marine mee naar zee genomen.. Ik weet wel dat vrienden het wel deden en een vriend van mij had een camera gekregen van de Admiraliteit, om foto's te nemen en ik geloof dat hij de camera nog steeds heeft Wij gebruikten gewoonlijk onze eigen camera's, maar ik weet niet of er ooit iets goeds uitgekomen is.. Je behoefde er alleen maar een filmrol in te zetten.. De Russen waren vrij schappelijk voor ons. Het was alleen, als zij bij Moermansk manoeuvres hielden of dat soort dingen, dat zij een beetje moeilijk gingen doen. Ze kwamen dan naar je toe gestoomd en begeleidde je het gebied uit, omdat zij het gebied wilden voor hun manoeuvres. Apart er van was, dat ik ze altijd schappelijk vond en zij waren ook altijd correct. Sid Morrell- Hull. Toen ik de functie over nam van bedrijfsleider, heeft geen Marine commandant of een Marine persoon, mij benaderd, om schippers te ondervragen.. Toen ik schipper was, zat deze Marine man vaak bij ons op het kantoor. Ofschoon, alleen als je naar de Witte zee was geweest, wat vaak in de winter maanden was, maar de meeste tijd zaten wij bij IJsland. Hij vroeg dan gewoonlijk... Heb je nog Russische schepen gezien ?. Waarvan wij er tonnen zagen passeren en gewoonlijk gaf hij je een boek vol met silhouetten van oorlogsschepen en de vraag was dan.... kan je hiermee nog deze schepen herkennen. Gewoonlijk zeiden wij dan.... Ik geloof dat het dit type schip was. Het was dan alleen maar het type schip, maar niet specifiek het betreffende schip. Zo was er altijd wel wat van dat soort verzamelen aan de gang., maar niet op grote schaal in Grimsby. Absoluut niet, zover als ik weet en ik ken alle top schippers in Grimsby en zelfs nu spreek ik ze nog wel eens en ik heb ze er naar gevraagd en hun antwoord was... Nee. Zij hadden alleen dezelfde wederwaardigheden die ik ook had. Don Lister- Grimsby. De Britse Geheime Dienst had een commandant die over de visserij havens ging.., Ik weet niet of hij ook over Grimsby ging. De Marine Inlichtingen Dienst was uiteraard druk bezig om zoveel mogelijk informatie te krijgen van Russische schepen en hun bewegingen. En in het bijzonder de marine schepen. En bepaalde schippers waren erg gewillig dit werk te doen. Je moet niet vergeten dat er veel van deze schippers in die tijd zelf ex. Koninklijke Marine Reserve mannen waren en waren ook in dienst geweest en hadden vaak mijnenveeg diensten uitgeoefend.. Nog steeds sturen wij onze jonge bootsmannen en stuurlui naar de Marine Discipline opleiding in Corsham, want wij voelen, dat de dienst een geweldige hoeveelheid aan discipline en zelf controle te bieden heeft. Er waren natuurlijk hechte banden en wij verschaften alle informatie waar mogelijk was over de Russische vloot en haar bewegingen. En je kunt ze zo wel informatie verzamelaars noemen.. Zij zullen waarschijnlijk wat te weten zijn gekomen over de militaire manoeuvres en de scheep manoeuvres.. Maar de Russen waren erg meedogenloos en vindingrijk bij het wegvoeren van mensen, en zo was het beste wat wij konden doen , alleen wat informatie verzamelen over de soort schepen waar de Russen mee werkten en van tijd tot tijd namen wij Marine personeel mee, die dan trachtte bijzondere Russische schepen te identificeren en hun karakteristieken. Maar ik meen , dat er niets was van die ondergrondse bezigheden zoals in de laatste oorlog, toen spionnen op de Franse kust werden afgezet en weer werden terug gehaald en het voor ons slechts oefening was in het verzamelen. Tom Boyd- Hull. Einde Vreemdeling Dank aan Jan Harteveld, die het verhaal beschikbaar heeft gesteld.
<< Vorige Volgende >>
...home Geplaatst op 17-10-2014 en 1157 keer gelezen Like dit 836 Liked